Europees Parlementslid Johan Van Overtveldt over de nieuwe EU-begrotingsregels: ‘De Commissievoorstellen zijn een beetje om te lachen’

Johan Van Overtveldt (N-VA)
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

De euro gaat weer moeilijke tijden tegemoet. Nieuwe begrotingsregels moeten de muntunie op steviger benen zetten, maar de onderhandelingen tussen de lidstaten zitten muurvast. Johan Van Overtveldt, voorzitter van de begrotingscommissie in het Europees Parlement, kiest voor de strenge Duitse visie. “De excuses om niet in te grijpen zijn bijzonder zwak.”

De aloude noord-zuidtegenstelling in de EU is helemaal terug. De inzet zijn de nieuwe EU-begrotingsregels. De noordelijke lidstaten, met Duitsland op kop, blijven de voorstellen van de Europese Commissie te laks vinden. Dat maakt de zuidelijke lidstaten zenuwachtig, want zij kampen met zware overheidsschulden, net als België overigens. Zij zouden de zwaarste besparingsinspanningen moeten leveren.

Veel tijd is er niet meer. Begin volgend jaar moeten de nieuwe begrotingsregels van kracht worden. Het parfum van een volgende eurocrisis hangt opnieuw in de lucht. Johan Van Overtveldt (N-VA), de voorzitter van de commissie Begroting in het Europees Parlement, maakt zich voorlopig geen al te grote zorgen. Als gewezen Belgisch minister van Financiën maakte hij al eerder gevaarlijke perioden voor de euro mee, zoals de grexit-crisis.

“Ik heb het voordeel van het historisch perspectief”, aldus Van Overtveldt. “Het is niet de eerste keer dat Duitsland in dit stadium hoog van de toren blaast, om uiteindelijk in te stemmen met een compromis. Dat zal ook nu weer gebeuren. Het verzet van de Duitse minister van Financiën, Christian Lindner, tegen de voorstellen van de Europese Commissie is vooral voor binnenlands politiek gebruik. Zijn partij FDP is compleet kopje-onder aan het gaan. Door in te spelen op de Duitse gevoeligheid op het gebied van begrotingsorthodoxie hoopt hij de populariteit van de FDP op te krikken. Of zijn coalitiepartners achter zijn kritiek staan, daar heb ik mijn twijfels over.”

Lindner zegt dat veel noordelijke lidstaten achter hem staan, maar dat niet met zoveel woorden durven te zeggen.

JOHAN VAN OVERTVELDT. “Dat vang ik ook op, ja. Zo komt er in Finland een nieuwe centrumrechtse regering, die zeker niet soepeler zal zijn dan we van Finland gewoon zijn. Ook Oostenrijk neemt een scherpe positie in, net als Nederland. Het is moeilijk in te schatten waar het uiteindelijk zal eindigen. De discussie gaat niet zozeer over de maximumgrenzen van 3 procent voor het begrotingstekort en 60 procent voor de overheidsschuld, maar wel over het te volgen pad om naar die grenzen te gaan. Daar zijn de Commissievoorstellen een beetje om te lachen. De lidstaten krijgen veel tijd en kunnen genieten van allerlei uitzonderingen, zodat van de voorstellen niet veel overblijft.”

Is het wel een goed moment voor strengere begrotingsregels? De eurozone zit in een recessie, wat het des te moeilijker maakt om de coronaschulden af te betalen.

VAN OVERTVELDT. “Er is veel onzekerheid in de economie. Net die armlastige begrotingen en zware schuldenlast dragen bij tot die onzekerheid. Hoe zullen de lidstaten daarmee omgaan? Zal het de Europese Centrale Bank ertoe aanzetten haar strijd tegen de inflatie op te geven, omdat de druk van hogere rentevoeten op bepaalde landen te groot wordt? Ik keer het argument om: als je niks doet aan de problemen met begrotingen en overheidsschuld, dan leg je een hypotheek op de economie. De onzekerheid weegt op de producenten, de investeerders en zelfs de consumenten. Het is altijd hetzelfde liedje. Gaat het goed met de economie, dan mag je niet saneren, omdat je anders het herstel in gevaar brengt. Gaat het niet goed met de economie, dan mag je zeker niet saneren, want dan duw je de economie nog dieper in de put. Als je zo denkt, kom je nooit tot saneren. Dat is grosso modo het Europese verhaal van de voorbije twintig, dertig jaar, op enkele uitzonderingen na. Intussen zitten we met de gebakken peren. Stop met palaveren en begin eraan. Als er morgen een nieuwe pandemie of een escalatie van de Oekraïne-oorlog komt, hebben we geen beleidsadem meer.”

Zelfs bij een slechte conjunctuur moeten zwakkere lidstaten jaarlijks 1 procentpunt van hun schuldgraad afknijpen, vindt Lindner. Akkoord?

VAN OVERTVELDT. “Ja, omdat uitgerekend de zwakkere eurolanden het gevoeligst zijn voor de onzekerheid waarover ik juist sprak. Als het morgen op de financiële markten opnieuw onrustig wordt, komen de zwakkere landen het eerst in het vizier. Dan zal er weer moord en brand geschreeuwd worden, en moet alles gemobiliseerd worden om die landen te helpen. De excuses om niet in te grijpen zijn bijzonder zwak, en getuigen vooral van een extreme kortetermijnvisie, zonder bekommernis over wat moet gebeuren op de langere termijn.”

Het echte probleem is dat begrotingszondaars in de EU niet gestraft worden, omdat de lidstaten elkaar ontzien. De denktank CEPS pleit daarom voor de overheveling van het sanctioneringsbeleid naar een onafhankelijk orgaan, net zoals we het monetair beleid overlaten aan de ECB.

VAN OVERTVELDT. “De monetaire unie en de ECB zijn destijds gelanceerd als een breekijzer, om te komen tot een politieke unie. Wijlen Duits bondskanselier Helmut Kohl en wijlen Belgisch premier Jean-Luc Dehaene maakten daar geen geheim van. Via een reeks crisissen zouden we verplicht worden die realiteit onder ogen te zien. Welnu, we hebben al heel wat crisissen meegemaakt, de euro komt voortdurend in moeilijker vaarwater, maar we zijn geen stap dichter bij de politieke unie. Integendeel, door al die crisissen is er zoveel animositeit en zelfs vijandigheid dat we verder dan ooit staan van een mogelijke politieke unie. Daarom blijft het behelpen met oplossingen van tweede of derde garnituur, zoals de Europese Commissie nu probeert te doen. Het straffen van landen zal altijd een heikel punt blijven, en wordt niet verholpen door de voorstellen van de Europese Commissie.”

Maar wat met het argument om het sanctioneringsbeleid toe te vertrouwen aan een onafhankelijk orgaan?

VAN OVERTVELDT. “Dat getuigt van bijzonder veel politieke naïviteit. Een onafhankelijke begrotingsautoriteit zou aan lidstaten zeggen: ‘Je zit fout, je moet ingrijpen.’ Je kunt zoiets bedenken op papier, maar in de realiteit zal het nooit functioneren. Er zal altijd een enorme politieke beïnvloeding spelen. Ik gaf daarnet het voorbeeld van het monetair beleid. Ik blijf een grote voorstander van een onafhankelijke ECB. Maar die onafhankelijkheid is nooit absoluut. Er is wel degelijk politieke invloed op het ECB-beleid, meestal indirect. De ECB leeft niet in een vacuüm. Een onafhankelijke begrotingswaakhond zal ook niet in een vacuüm leven. Zo’n waakhond kan een bijdrage leveren, als hij goed opgevat wordt. Maar, nogmaals, denken dat je aan lidstaten kunt opleggen om de regels te volgen, getuigt van een grenzeloze politieke naïviteit.”

Zo blijft de erfzonde van de Europese muntunie bestaan. Het monetair beleid is gecentraliseerd, maar het begrotingsbeleid blijft bij de lidstaten, die rustig de regels kunnen overtreden, en zo de euro in gevaar kunnen brengen.

VAN OVERTVELDT. “Dat was ook al zo bij de start van de muntunie. Ik heb dat in 2011 al aangekaart in mijn boek Het einde van de euro. Vandaag herhaal ik dat. Het politieke kapitaal geïnvesteerd in de euro is zo groot, dat nog massa’s crisiswater door de rivieren zal moeten vloeien vooraleer de politiek inziet dat ze een historische vergissing beging.”

Zal de euro over tien jaar nog bestaan?

VAN OVERTVELDT. “Een pronostiek is moeilijk of zelfs onmogelijk. Maar dat de erfzonde voortdurend problemen zal opleveren, is zeker. Fundamentele remedies zitten niet in de pijplijn, net wegens dat gigantische politieke kapitaal.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content