Fiscale hervorming ‘prutst’ ook aan pensioen

© Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Onze minister van Financiën legde vorige week een voorstel op tafel voor een brede fiscale hervorming. Het fiscaal gunstige kader van de tweede en de derde pijler van het pensioen blijft daarbij niet buiten schot.

Meer dan 2,5 miljoen werkende Belgen doen aan pensioensparen. In de geplande belastinghervorming zou de belasting op arbeid moeten dalen, en om dat waar te maken moeten er allicht fiscale voordelen sneuvelen. Fiscaal pensioensparen dreigt niet te verdwijnen, maar wel een stukje keuzevrijheid die er vandaag is voor pensioenspaarders.

Sinds 2018 kunnen pensioenspaarders kiezen tussen:

  • Een storting tot maximaal 990 euro, waarvan u via de belastingaangifte 30 procent kunt terugkrijgen
  • Een storting tot maximaal 1.270 euro, die recht geeft op een belastingvermindering van 25 procent

Die laatste mogelijkheid zou verdwijnen vanaf 1 januari 2024, weet Marc Van de Gucht, directeur-generaal van de vereniging van Belgische vermogensbeheerders Beama, uit betrouwbare bron. Ongeveer 10 procent van het totale bedrag aan pensioensparen wordt in die hoogste schijf gestort.

‘Als het plafond van 1.270 euro wegvalt, is het absoluut nodig dat het plafond van 990 euro wordt geïndexeerd’

Marc Van de Gucht herinnert eraan dat de maximumbedragen van de belastingverminderingen in 2023 niet werden geïndexeerd “en dit ondanks de sterk opgelopen inflatie in 2022 en de nog oplopende inflatie in 2023”. “Alleen al daarom zou het een slechte zaak zijn dat het hoogste bedrag, dat toch een toenemend succes gekend heeft in 2022, geschrapt wordt”, vindt Van de Gucht. “Als het plafond van 1.270 euro toch wegvalt, is het absoluut nodig dat het plafond van 990 euro wordt geïndexeerd.”

De directeur-generaal merkt ook op dat de financiële sector bij de invoer van de tweede schijf enkele jaren geleden hoge IT-kosten hebben gemaakt om hun systemen aan te passen. “Als deze wijzigingen doorgang vinden, zal de financiële sector de effectieve ‘1.270 euro-spaarders’ moeten uitleggen dat het systeem weer wordt afgevoerd en dat ze weer moeten overstappen op het 990 eurosysteem, wat opnieuw kosten impliceert.”

“We betreuren ten stelligste dat er opnieuw geprutst wordt aan het fiscaal systeem rond de derde pijler van het pensioensparen. De pensioenspaarders hebben, net als alle beleggers, nood aan fiscale stabiliteit”, sluit Van de Gucht af.

In het samenvattende bericht op de website van minister Vincent Van Peteghem staat niets over het fiscaal kader van pensioensparen. Een aanpassing van de fameuze 80 procentregel voor zelfstandige bedrijfsleiders werd wel opgenomen. Die regel dicteert tot nu toe hoeveel de bedrijfsleiders maximaal mogen storten in een Individuele Pensioentoezegging (IPT), zodat het wettelijk en aanvullend pensioen van de tweede pijler niet meer dan 80 procent van het laatste loon zouden bedragen. De berekening is complex en zet de deur open voor discussie. Daarom zal de maximale storting in het voorstel begrensd worden tot een bepaald percentage van het loon (12% voor het loon onder het loonplafond en 32% voor het loon boven dat plafond). De verzekeringssector Assuralia vindt het te vroeg om te reageren en wacht op definitieve teksten.

Er staat ook een en ander over de DBI-aftrek in het bericht van de minister. DBI staat voor definitief belaste inkomsten. DBI-fondsen waren de laatste jaren een populair toevluchtsoord geworden voor ondernemers, die in hun vennootschap een spaarpot voor hun oude dag wilden opbouwen (zie artikel hieronder).

Ook daarover heeft Beama iets te zeggen. Volgens de vereniging worden DBI-fondsen veel gebruikt door kmo’s om hun kasoverschotten te beleggen. Er zijn bijna zestig Belgische DBI-fondsen, waarin 8 miljard euro zit. “De afschaffing van het fiscale regime zou niet alleen leiden tot een gevoel van fiscale instabiliteit en rechtsonzekerheid bij die belangrijke spelers in het Belgische economische weefsel, maar zou hen er ook toe kunnen aanzetten om hun liquiditeiten te beleggen in eenvoudige bankdeposito’s die minder opbrengen of in het buitenland. Naast de schadelijke gevolgen voor de fondsensector in België zou het verhuizen van het geld naar andere producten, waarvoor een andere belastingregeling geldt, gevolgen kunnen hebben voor de inkomsten van de staat.”

Lees ook:

Partner Content