Uit de comfortzone
Sinds het besef is gegroeid dat er in een niet zo verre toekomst een verstrakking van de soepele Amerikaanse monetaire politiek aan zit te komen, hebben de financiële markten het moeilijk.
De obligatiekoersen zijn al wat van hun Himalayaanse hoogten afgedaald, en ook de aandelenkoersen doen iets meer dan alleen maar niet meer stijgen. In de Angelsaksische financiële media heeft men het dezer dagen alleen over dat ene ding: ‘tapering’, het verstrakken van de monetaire politiek. En beleggers worden daar duidelijk niet vrolijk van. Terwijl het toch een teken van economisch herstel in de VS is.
Het enige wat de voorbije weken is gebeurd, is dat beleggers uit hun comfortzone zijn getrokken. De befaamde VIX-index, een graadmeter van de volatiliteit op de Amerikaanse beurs, is in minder dan een maand geklommen van 13 naar 18. Vanuit het standpunt van de beleggerspsychologie is de VIX-index zeer belangrijk om te volgen, omdat die de (on)rust bij de aandelenbeleggers weergeeft. Het was al opvallend dat die VIX-index, ondanks het feit dat de S&P500-index nog ruim 100 punten of 6 à 7% was geklommen, sinds midden maart geen nieuwe bodem meer had bereikt. Sinds het dieptepunt is de VIX nu al met 55% gestegen.
Uiteraard hebben we de voorbije maanden nog zulke opstoten in de VIX-index gehad, om daarna haast even snel te verdwijnen als die was gekomen. We durven er toch op wedden dat het deze keer minder vanzelfsprekend zal zijn. Want de jongste jaren zaten de markten door de monetaire politiek van extreem drukken van geld onder een glazen stolp. De markten waren beschermd tegen slecht economisch nieuws, want het kon altijd worden geïnterpreteerd als een aanzet voor een verdere versoepeling in de monetaire politiek. Nu wordt elk goed economisch nieuws geïnterpreteerd als een aanzet tot verstrakking in het Fed-beleid. Dat veroorzaakte een barst in die glazen stolp. En barsten zijn moeilijk te helen.
Fed-voorzitter Ben Bernanke weet vanzelfsprekend ook dat hij heel behoedzaam moet omgaan met de dosering van die ‘tapering’. Maar er is geen blauwdruk voor wat hij moet doen. Niemand weet hoe de markten en vooral de Amerikaanse economie daarop zullen reageren. Dat koffiedik kijken leidt tot onzekerheid. En onzekerheid maakt het sowieso moeilijk voor Wall Street om zo maar gezwind te blijven stijgen.
Cyclisch moment
Voor één type van aandelen is de heropleving van de Amerikaanse economie wel een goede zaak, en dat zijn de cyclische of conjunctuurgevoelige aandelen. Ze hebben een dramatische achterstand opgelopen ten overstaan van het marktgemiddelde de voorbije jaren. Mogelijk is hun moment aangebroken om nog een herstelbeweging te maken in de komende weken en maanden.
Want de aandelenmarkten gaan natuurlijk niet in één ruk naar beneden. De komende weken en maanden zullen we nog herhaaldelijke ‘stuiptrekkingen’ zien om nieuwe records te vestigen. Die blijven mogelijk, al verwachten we dan wel dat het de achterblijvers zijn die voor een keer het mooie beursweer maken. De defensieve, consumptiegerelateerde waarden die het afgelopen jaar fors zijn gestegen en de indices naar steeds nieuwe toppen stuurden, moeten dan een vermoeide indruk nalaten en bezig zijn aan hun topvorming. Die aandelen zijn nu al duur en zullen het door de toegenomen onzekerheid en bijbehorende stijgende rente erg lastig krijgen om hun waardering naar nog hogere niveaus te tillen. Bij een bevestiging van die evolutie in de volgende weken zullen we de portefeuillestrategie daarop enten.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier