Koen Soenens (ontwikkelaar DEEP C) over ondernemen in Vietnam: ‘Donald Trump was onze beste verkoper’

Koen Soenens
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Profiterend van de rivaliteit tussen China en de VS verovert Vietnam zijn plaats in de wereldwijde productieketens. De Belgen pikken een graantje mee. Industrieparkontwikkelaar DEEP C kan de vraag naar bedrijfsterreinen in Vietnam nauwelijks bijhouden. ‘De toestroom van Chinese en Taiwanese bedrijven naar Vietnam is gewoon fenomenaal.’

‘Donald Trump was onze beste verkoper.’ De ietwat bevreemdende uitspraak komt van Koen Soenens, de verkoops- en marketingdirecteur van DEEP C Industrial Zones, een ontwikkelaar van industrieterreinen in Vietnam. DEEP C is onderdeel van havenontwikkelaar Rent-a-Port, op zijn beurt een dochter van de Antwerpse holding Ackermans & van Haaren. Vandaag heeft DEEP C vijf industrieparken in Vietnam op zijn naam staan, samen goed voor 3400 hectare. Drie van de parken zijn gevestigd in de noordelijke havenstad Haiphong, de twee andere in de aanpalende provincie Quang Ninh.

DEEP C is al 26 jaar aanwezig in Vietnam, maar sinds de voormalige Amerikaans president Donald Trump in 2018 een handelsoorlog startte met China, is het erg hard gegaan voor de ontwikkelaar. Bedrijven met Chinese activiteiten moesten op zoek naar andere productielanden om de Amerikaanse sancties te ontlopen. Vietnam, een buurland van China, was een goed alternatief. Daar konden ze terecht bij DEEP C voor de nodige industrieterreinen.

‘Ik ben aan boord gekomen bij DEEP C eind 2019. In de bedrijfspresentatie hadden we toen een foto van Donald Trump. De spanningen die hij creëerde tussen China en de VS waren voor DEEP C een mijlpaal. Let wel, veel bedrijven zijn toen aan productie buiten China beginnen denken, maar verlieten het land daarom niet. Ze verhuisden alleen maar een deel van hun productie, of trokken de grens over voor productie-uitbreiding, vooral naar Vietnam en India.’

Zitten daar toeleveranciers van Apple bij?

KOEN SOENENS: “Ja. Veel toeleveranciers van Apple produceren in Taiwan en China. Een deel daarvan heeft zijn productie uitgebreid in Vietnam. Een paar van die spelers zitten in de industrieparken van DEEP C, zoals een bedrijf dat de Apple Watch produceert. Een ander bedrijf produceert tablets voor Apple en Microsoft, en neemt binnenkort waarschijnlijk ook een stukje van de productie van de MacBook over. Ook de Chinese producenten van zonnepanelen zijn gedeeltelijk verhuisd naar Vietnam, of hebben daar hun productie uitgebreid, om de Amerikaanse importheffingen te ontlopen. Nogmaals, veel van die bedrijven blijven produceren in China, maar dan voor de lokale markt, want die blijft gigantisch. De productie in Vietnam of India dient vaak om afzetmarkten buiten China te bedienen. Veel bedrijven zijn daartoe zwaar onder druk geweest door hun Amerikaanse klanten Apple en Microsoft.’

Sinds het begin van de handelsoorlog is de rivaliteit tussen China en de VS alleen maar gegroeid. Is de vraag naar industrieterrein in Vietnam in het zog gevolgd?

KOEN SOENENS: ‘De toestroom van Chinese en Taiwanese bedrijven naar Vietnam is gewoon fenomenaal. De heropening van de Vietnamese grenzen na de coronapandemie vond plaats in maart vorig jaar. Sinds die dag hebben we zoveel werk dat we 24 op 24 uur bezig zouden kunnen blijven. De toevloed is zo gigantisch dat de Chinese overheid argwaan krijgt. Als een Chinees bedrijf een som geld naar het buitenland overschrijft, bijvoorbeeld voor de aankoop van een industrieterrein in Vietnam, moet die transactie toestemming krijgen van de Chinese overheid. Zij gaat nu meer toezien op de transfers naar Vietnam. Welke bedrijven investeren in Vietnam? Wat produceren ze daar? In welke sectoren zijn ze actief? Want China wil uiteraard niet dat strategische sectoren uit het land verdwijnen. De Chinese controle zou voor de groei van DEEP C een remmende factor kunnen zijn. Een aantal Chinese sectoren zal minder gemakkelijk de weg naar het buitenland vinden.’

Zal het zo’n vaart lopen voor Vietnam? Het is een gemakkelijk toegankelijk buurland voor China.

KOEN SOENENS: ‘Vietnam is inderdaad een aantrekkelijk vestigingsland voor Chinese bedrijven. De industrieterreinen van DEEP C in Haiphong en Quang Ninh liggen op amper 10 à 12 uur rijden van Shenzhen en de provincie Guangdong, het industriële hart van zuidelijk China. Bedrijven die daar gevestigd zijn, kunnen gemakkelijk een deel van hun productie overbrengen naar Vietnam zonder dat ze hun productieketen volledig moeten hertekenen. Anderzijds, voor bedrijven die pakweg 60.000 à 100.000 mensen in dienst willen nemen, is Vietnam al niet meer het beste land. Zulke bedrijven trekken nu naar India, waar je nog vrij gemakkelijk 100.000 mensen kunt aanwerven. Naar Vlaamse normen zijn dat enorme aantallen. In Vlaanderen komt een bedrijf al in de krant als het 200 mensen aanwerft. Maar als een toeleverancier van Apple een bedrijf opstart, heeft hij meteen 20.000 tot 30.000 mensen nodig.’

Hebben al Belgische bedrijven de overstap gemaakt van China naar de Vietnamese industriezones van DEEP C?

KOEN SOENENS: ‘Neen, al hadden we vijf jaar geleden bijna een deal met Bekaert. Momenteel voeren we gesprekken met enkele andere Belgische bedrijven. Zo is Katoen Natie al langs geweest om de sfeer in Vietnam te proeven. En waarschijnlijk krijgen we eind deze maand een bericht van een Nederlands bedrijf, vandaag actief in China, dat zijn productie zal uitbreiden in Vietnam. Het gaat om een toeleverancier van de halfgeleiderindustrie. De reden van hun komst naar Vietnam is opnieuw: hun klanten willen niet langer dat ze voor onderdelen afhankelijk zijn van bedrijven die in China gevestigd zijn. Uiteraard heeft ook de coronapandemie de naam en faam van China als productieland geen dienst bewezen. De harde Chinese lockdown heeft de productieketen twee jaar lang volledig overhoop gehaald. Iedereen heeft de beelden gezien van de massa schepen die de haven van Shanghai niet kon binnenvaren. Op veel productiebedrijven in China heeft dat een dramatische impact gehad.’

Wat met de toekomst? Zal DEEP C nog uitbreiden in Vietnam?

KOEN SOENENS: ‘Onze concessie in Haiphong ligt voor een stuk in zee. Om uit te breiden winnen we voortdurend land op zee. Via ons zusterbedrijf en waterbouwer DEME beschikken we over de nodige expertise in de groep Ackermans & van Haaren. We kijken ook naar andere locaties in Vietnam. Het zuiden van Vietnam is te duur geworden, veel duurder dan het noorden. Bovendien is voor een bedrijf de aansluiting van de industriezone op het transportnetwerk zeer belangrijk. De kwaliteit van de wegen, lucht- en zeehavens in het noorden is beter geworden dan in het zuiden. In het noorden zijn er bijvoorbeeld minder files, omdat het transportnetwerk er nieuwer en moderner is. Dus, we zoeken verder in het noorden, wellicht meer landinwaarts in de richting van Hanoi, om bedrijven te bedienen die produceren voor de binnenlandse markt in Vietnam. Want zij hebben geen nood aan een zeehaven.’

Bedrijven in Vietnam klagen wel eens over bureaucratie, administratieve rompslomp en corruptie. Heeft DEEP C daar ook last van?

KOEN SOENENS: ‘Over dat laatste kan ik niets vertellen, maar de bureaucratie en de rompslomp zijn een feit. Elke dag moet DEEP C een gigantische stapel papieren ondertekenen en afstempelen. Daar draait in Vietnam alles om: papier, handtekeningen en stempels. Er is weinig of niets gedigitaliseerd. Ik begrijp dat wel, want het is een land in volle ontwikkeling. De structuren, de wetgeving en de regelgeving hebben tijd nodig om zich aan te passen. Vietnam is van kruipen meteen naar hardlopen moeten gaan. Een aantal ontwikkelingsfases die het Westen heeft doorlopen, heeft Vietnam moeten missen, met de nodige kinderziekten tot gevolg. Het is een kwestie van tijd vooraleer die genezen zijn. En het houdt buitenlandse investeerders niet tegen. Productie in Vietnam is goedkoper dan elders. Dan aanvaardt een investeerder dat de kwaliteit van dienstverlening niet het niveau haalt van pakweg Europa, Japan of Zuid-Korea.”

Zijn Vietnamezen harde werkers?

KOEN SOENENS: ‘Het zijn harde werkers en ze zijn ook zeer loyaal. Als Vietnamezen zich gerespecteerd voelen, krijg je van hen veel gedaan. Ze staan ook heel open voor werk bij westerse bedrijven. Amerikaanse en Europese bedrijven staan bij de Vietnamezen vrij hoog op de waardenladder.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content