Zeg niet cement maar zement
Morgen, 14 januari, valt het Belgische CBR definitief in handen van het concern Heidelberger Zement. Welke rol krijgt CBR binnen de Duitse cementgroep? En heeft Heidelberger nog meer overnameplannen? We vroegen het aan Rolf Hülstrunk, voorzitter van het directiecomité van Heidelberger.
Heidelberg (Duitsland).
Morgen, 14 januari, loopt het hernieuwde bod van Heidelberger Zement op CBR af. Dan zal de voormalige parel van de Generale Maatschappij van België volledig in handen zijn van de Duitse cementgroep. Vanaf begin dit jaar noteert Heidelberger Zement op de continumarkt van de Brusselse beurs.
Voor drie CBR-aandelen kregen de beleggers twee aandelen van Heidelberger en 165 euro in cash. Een bod dat ze niet konden afslaan. Al sinds 1993 controleren de Duitsers 55,9% van CBR. Bovendien had de ondernemingsraad van het Belgische bedrijf zijn fiat gegeven, zij het na enig tegenstribbelen van het management.
Amper zes jaar geleden hadden de rollen nog omgekeerd kunnen zijn. Toen was CBR van plan om Heidelberger Zement op te kopen. Maar zijn toenmalige aandeelhouder – de Generale Maatschappij – verkoos zich uit CBR terug te trekken en de verkoopsom van 22,5 miljard frank te gebruiken voor andere, niet-cyclische participaties. De gevolgen van die beslissing zijn ondertussen duidelijk. Vandaag heeft Suez Lyonnaise des Eaux de Belgische holding met huid en haar opgeslokt.
Versterkt door CBR
en het recentelijk overgenomen Zweedse Scancem, positioneert Heidelberger Zement zich nu als leider op de Europese markt. Na de Zwitserse Holderbank en het Franse Lafarge staat de groep op nummer drie in de wereld. Met meer dan 35.000 werknemers realiseert de dochter van de Dresdner Bank en Deutsche Bank een geconsolideerde jaaromzet van een slordige 240 miljard frank.
Heidelberger Zement had oorspronkelijk andere plannen. Rolf Hülstrunk, voorzitter van het directiecomité: “In eerste instantie wilden we 100% van het Zweedse Scancem kopen om de helft daarvan af te staan aan CBR. In ruil zou CBR een kapitaalverhoging doorvoeren die onze participatie in de Belgische partner tot 65% zou verhogen.”
Maar deze regeling viel in België niet in goede aarde. Paul Vanfrachem, gedelegeerd bestuurder van CBR: “Zo’n investeringsmodel zou de transparantie van onze activiteiten verre van bevorderen. Dat beviel de financiële analisten niet. Bovendien hoefde Heidelberger Zement dan geen rekening meer te houden met de belangen van de minderheidsaandeelhouders en zouden de Duitsers sneller kunnen beslissen over overnames of buitenlandse investeringen.”
Daarom koos Heidelberger Zement uiteindelijk voor een volledige opslorping. Hülstrunk: “Zo kunnen we de synergieën tussen beide groepen beter benutten. Ook de cashflow van CBR komt ons goed van pas, want na de overname van Scancem is onze financiële manoeuvreerruimte tijdelijk beperkt.”
Toch belooft
de voorzitter van Heidelberger Zement dat CBR zijn autonomie zal bewaren. De Belgische groep verdwijnt weliswaar uit de Bel20, maar de naam en het merk blijven op de markt aanwezig. Hülstrunk: “We willen de verantwoordelijkheden decentraliseren en de nationale identiteit naleven in de landen waar we aanwezig zijn.”
Als bewijs van zijn goede voornemens wijst de topman van Heidelberger Zement op de aanwezigheid van de Belg Paul Vanfrachem (CBR) en de Zweed Bo Jacobsson (Scancem) in zijn directiecomité. Ook heeft de Duitse groep gekozen voor een intern rapporteringsproces dat op het CBR-model is geënt.
Met de overname van CBR en Scancem globaliseert Heidelberger Zement zijn activiteiten. In het verleden heeft de Duitse groep zich te lang geconcentreerd op de nationale markt, geeft Hülstrunk toe. “Nu halen we die verloren tijd met één klap in. Vandaag staan we sterk in Noord-Amerika en het Europese vasteland. Bovendien is Heidelberger Zement aanwezig in Polen, Tsjechië en Hongarije, waar we relatief goede resultaten boeken. Ook investeren we in Roemenië en Bulgarije, omdat we denken dat het cementverbruik daar constant zal groeien.”
Heidelberger Zement heeft ook zijn oog laten vallen op andere internationale groeimarkten. Latijns-Amerika is slechts een doel op middellange termijn. Hier zouden overnames nog te veel kosten, vindt Hülstrunk. Daarnaast mikt de Duitse groep op een versterking van haar positie in Zuidoost-Azië. Hülstrunk: “Wij zijn onder meer in onderhandeling met Indocement uit Indonesië. Die regio heeft grotere groeimogelijkheden dan de rijpe Amerikaanse en Europese markten. De groep bezit ook een minderheidsparticipatie in een grote onderneming in het zuiden van China. We blijven echter voorzichtig en willen ons niet overhaast verder engageren. De Verenigde Staten en Europa vertegenwoordigen bijna 85% van onze bedrijfsinkomsten en zijn dus erg belangrijk voor de groep. We zouden die verhouding wel graag ombuigen naar 30% voor Azië en Latijns-Amerika.”
Ondanks de
recente overnames van CBR en Scancem kijkt Heidelberger Zement nog uit naar andere acquisities. “We staan open voor bijkomende investeringen in onze kernactiviteiten,” aldus Hülstrunk. “We willen prominent aanwezig blijven op de markt en een voortrekkersrol in het concentratieproces spelen. Dat is ook wat onze aandeelhouders willen.”
nathalie van ypersele eric pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier