PRIVATIZERINGEN. Poorten open

De manier waarop De Post in de armen van Generale Bank en Royale Belge wordt gedwongen, is voor VLD-voorzitter Guy Verhofstadt symptomatisch. Een bepaald Belgisch establishment verliest bij open privatizeringen en de vrije markt. Voor datzelfde establishment is Verhofstadt de “vijand nummer één”.
Guy Verhofstadt, voorzitter van de Vlaamse Liberalen en Demokraten, is volgens Manu Ruys (De Standaard, 20 januari jl.) de “vijand nummer één” van het Belgische establishment. De liefde is wederzijds : “Het grootpatronaat, de top van de vakbeweging en een deel van het politieke milieu houden er uiteindelijk dezelfde konservatieve ideeën op na. Ideeën die radikaal verschillen met die van de VLD. Zij wensen geen fundamentele veranderingen die hun komfortabele machtspositie in gevaar brengen. Ruys’ kwalifikatie ligt me dus wel. “
De VLD-voorzitter doet deze uitspraak naar aanleiding van het vroegtijdige einde van de mogelijke samenwerking tussen De Post (zie kader) en het Nederlandse ING (dat ekonomisch gezien het beste dossier had). Royale Belge en de Generale Bank zijn vandaag de grootste kanshebbers als toekomstige partners. “Een klassiek geval van een Belgische deal onder vrienden, ” schampert Verhofstadt. “Net zoals àlle recente privatizeringen : Distrigas, Sabena, ASLK. En waarschijnlijk binnenkort : Belgacom. Steeds staat dezelfde groep bedrijven rond de Generale Maatschappij op de eerste rij, zelfs als die het slechtste dossier heeft. “
GEEN REGELS.
Verhofstadt pleit voor een transparante, open privatizeringsprocedure. “Vandaag dient een klein groepje, de kommissie-Henrion, de eerder gemaakte afspraken te legitimeren, ” zegt hij. “De ene privatizering gebeurt door het bedrijf zelf (ASLK), de andere onder het oog van de overheid, maar door het bedrijf zelf (Belgacom) en voor een andere geldt een onderhandse verkoop (Distrigas). Er zijn gewoon gèèn regels. “
Hij pleit voor het Britse systeem, waarbij de regels van het spel op voorhand in een kaderwet worden vastgelegd. Ook moet er één minister verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken. Verhofstadt : “Philippe Maystadt beslist over de ASLK. Elio Di Rupo over Belgacom. De ministers behandelen de privatizering bijna als een privé-zaak. “
Verder wil de VLD-voorzitter dat het brede publiek kan inschrijven op een privatizering. Door de aandelen op de beurs te verkopen én het stemrecht te beperken tot een maximumpercentage (2 % bijvoorbeeld), kan een referentie-aandeelhouder het laken niet naar zich toetrekken. Zo blijft de onderneming interessant voor de kleine belegger. Idealiter ontstaan er Public Limited Companies op zijn Brits.
“Als je zo’n statuut kombineert met een efficiënte beurs, waar de kleine belegger op een eerlijke manier wordt behandeld, kan het bedrijf uitgroeien tot een bloeier, ” argumenteert Verhofstadt. “In dat geval oordeelt enkel de markt over de financiële performantie van de aandelen. “
Tenslotte moet een privatizering leiden tot een open markt. “Tractebel kan zijn machtspositie versterken na de overname van Distrigas, ” zucht Verhofstadt. “En de partnerkeuze van De Post leidt tot een verdere machtskoncentratie van financiële topondernemingen. Terwijl een privatizering hét middel is om een tweede of derde partij op de markt toe te laten. De regering-Dehaene verkoopt met andere woorden geen overheidsbedrijven, maar monopolies aan de privé-sektor. Tegen een zacht prijsje worden de kroonjuwelen onder de vrienden verkocht. “
De gewezen minister van Begroting kent het mekanisme. In 1987 lanceerde minister van Verkeerswezen Herman De Croo de privatizering van de luchthaven door de oprichting van BATC (waar Groep Brussel Lambert en de Generale vandaag de belangrijkste privé-aandeelhouders zijn). “De liberalen wilden àlle geïnteresseerde partijen aan bod laten komen, ” herinnert Verhofstadt zich. “Herman kwam steeds met goeie ideeën, maar andere ministers blokkeerden minstens vijf keer het dossier. Ze eisten dat een bepaalde bank, gene holding of verzekeringsmaatschappij kon participeren. Op z’n Belgisch, dus. We stonden toen alleen met de privatizeringsidee en kozen de beste van de slechte oplossingen. Voor ons, wijzer geworden, geldt vandaag de regel : beter geen privatizering, dan een slechte. Het Belgisch karakter van een overnemer mag geen rol spelen. Dit is trouwens een schijnargument, gezien de Franse aandeelhouder van de holding in kwestie. “
VERANKERING VIA DE MARKT.
Verhofstadt is sowieso gekant tegen een al te sterke koncentratie van aandelen binnen een te privatizeren bedrijf. Door de participaties te spreiden in het brede publiek heeft het bedrijf meer toekomst. “Een vrije markt garandeert ook een grotere autonomie van het management, dus verankering, ” stelt hij.
Er is immers kapitaal genoeg in Vlaanderen. Verhofstadt ergert zich, zoals het Vlaams Ekonomisch Verbond en de Vlaamse regering, aan het feit dat de Vlamingen ondanks hun hoge spaarquote amper bijdragen tot de versterking van het eigen vermogen van de bedrijven.
“Wat doet de Vlaming ? ” vraagt Verhofstadt zich af. “Hij koopt staatsobligaties. Doordat dit geld niet naar het bedrijfsleven vloeit, ontankert de Vlaamse ekonomie. En wel via twee mekanismen. Eén : we laten ons spaargeld beheren door banken, die grotendeels in handen zijn van buitenlandse holdings. Twee : er vormt zich geen tegengewicht van Vlaamse bedrijven, afzonderlijk of gelieerd met een buitenlandse partner voor de bestaande machtsgroepen. “
Konklusie : een grondige sanering van de Belgische overheidsschuld niet via belastingen, want die verminderen het investeringsvermogen van de bevolking maakt Vlaams spaargeld vrij en brengt een reële verankering tot stand. Op voorwaarde uiteraard dat de Brusselse beurs een kader heeft, waarbinnen transakties korrekt kunnen verlopen (zie supra).
Eén en ander kan trouwens ook indirekt gebeuren. Verhofstadt kijkt met een zekere afgunst naar de Nederlandse pensioenfondsen, die 10.000 miljard frank (één derde in risicodragend kapitaal) beheren.
“Vlaanderen zou via pensioenfondsen jonge starters of groeibedrijven, die nu bijna steeds over de grenzen naar kapitaal moeten zoeken, kunnen financieren, ” redeneert Verhofstadt. “Maar dat kanaal wordt geblokkeerd, omdat de regering-Dehaene geen fundamentele beslissingen durft te nemen. België houdt vast aan het repartitiesysteem, waarbij de belastingbetaler via de overheid de pensioenen van de ouderen betalen. Het gebrek aan kapitaalreserves is financieel onhoudbaar. “
Een middel om onze bedrijven op een sociaal verantwoorde manier te versterken is het (para)fiskaal stimuleren van werknemersparticipatie. “Al onze buurlanden doen dat, ” zegt Verhofstadt. “In de Verenigde Staten participeren de werknemers van, bijvoorbeeld ITT en Exxon rechtstreeks in hun bedrijf. De ondernemingen zwengelen zo niet alleen hun eigen vermogen aan, maar zijn ook minder gevoelig voor konjunktuurschommelingen. Door de inkomsten van de werknemers te koppelen aan de performantie van de onderneming, heeft die lagere loonkosten als er minder winst wordt gemaakt en geniet de werknemer ruim van betere prestaties in goede tijden. “
BELGISCH WEERWERK.
Verhofstadt beseft dat de hierboven geciteerde maatregelen stuiten op het verzet van verzuilde ekonomische, syndikale en politieke belangen.
Verhofstadt : “Het zuiden van het land beschouwt privatizeringen als een middel om een grondige budgettaire sanering te vermijden. Bovendien slagen ze erin om de staatsactiva onder vrienden te verkopen. Dezelfde beslissingscentra die de privatizeringen op z’n Belgisch aanmoedigen, profiteren ervan. De socialisten spelen dat spelletje mee en vertonen geen énkele kritische zin over de manier waarop de operaties worden doorgevoerd. Men verkoopt onder de marktprijs en de Generale grijpt de winst. En de CVP ? Zij kiest de weg van de minste weerstand. “
Dit speelt ook in de kaart van de vakbonden, redeneert Verhofstadt verder. De uitgaven in de sociale zekerheid vormen een totaal bedrag van 1500 miljard frank. “Een grondige hervorming van de sociale zekerheid zou de macht van de vakbonden (die dit pakket vandaag grotendeels zelf beheren) breken. Over de taalgrens heen verdedigen ACV en FGTB gelijkaardige belangen. “
Hoe moet het dan verder ? Als er inderdaad een objektieve alliantie bestaat tussen politieke, ekonomische en syndikale zuilen, zal de VLD daar weinig aan kunnen veranderen. De recente euroverkiezingen bewijzen dat de boodschap van de partij niet mag rekenen op massale steun.
“Dit is geen zaak van de VLD alleen, ” replikeert Verhofstadt. “Het wordt tijd dat de Vlamingen bij een regeringsonderhandeling het probleem van de pensioenfondsen en de hervorming van de sociale zekerheid op tafel leggen. Voor mijn partij is dit een breekpunt. Uiteraard zullen we botsen op een bepaald establishment in het midden en het zuiden van het land. Wij zullen de konfrontatie niet uit de weg gaan. Ik geloof in de mogelijkheid dat we hen met de rug tegen de muur tot bepaalde keuzes kunnen dwingen. Blijft er een neen volgen op onze eis voor fundamentele hervormingen, dan zet Wallonië de stap naar het separatisme. Niet de Vlamingen. Voor mij is het van ondergeschikt belang in welk staatsverband de hervormingen worden gerealizeerd. “
HANS BROCKMANS
GUY VERHOFSTADT De VLD-voorzitter gaat de konfrontatie met de ekonomische, politieke en syndikale zuilen niet uit de weg. En : “Voor mij is het van ondergeschikt belang in welk staatsverband de hervormingen worden gerealizeerd. “
ETIENNE DAVIGNON (GENERALE MAATSCHAPPIJ), JEAN-LUC DEHAENE, MIA DE VITS (ABVV) De drie D’s van het Belgisch establishment.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier