MONSIEUR L’AMBASSADEUR, PRéVENEZ PARIS

De verhouding tussen Frankrijk en Vlaanderen is korzelig. Dat is niet verrassend. Het pad van het nabuurschap tussen een klein gebied en een grote buur loopt vaak over vurige sintels. Nederland heeft een traditionele liefde-haatverhouding met de oosterbuur. Buiten het traditioneel korzelige ontstaat een nieuwe situatie waardoor niet enkel de ekonomische belangen, maar ook de binnenlandse en de buitenlands politieke belangen van België en Vlaanderen, stuiten op Parijs en de Franse macht.

Als tegengebaar voor de vergaande toenadering tussen Suez en Lyonnaise des Eaux (zie Inside) moet de Generale Maatschappij vrij gemaakt worden van Suez, minstens met een vermindering van het referentie-aandeelhouderschap van Suez in Generale Maatschappij. Een percentage van Suez bij de franco-Belgische holding van 25 tot 50 % (vandaag 62 %) is welletjes. En dit is een begin.

De overname van de kontrole door Suez over Generale Maatschappij in 1988 was ingrijpend. Deutsche Bank dat in één klap overneemt Paribas, Suez, Electricité de France, Gaz de France is van dezelfde orde van grootte. Dat dus zeker Fransen niemand de les spellen met de drogreden dat wie zich bekommert om de verankering of de ancrage een anti-Europese boerenkinkel is. De Fransen zouden, indien een gelijkaardige, grootschalige overname het kernstuk van hun ekonomie bedreigt, haast letterlijk te wapen lopen om de indringer te weren uit het bastion van hun ekonomische soevereniteit.

De destabilizering van Suez is een realistische kans voor België, en nog meer voor Vlaanderen (met zijn zwakkere financiële groepen en KMO-struktuur), om een stuk zeggenschap te heroveren. Het vormen van Europa beduidt niet het accepteren van mega-kartels, in casu Suez-Lyonnaise.

Wie vlucht voor zijn verantwoordelijkheid ? De Franstaligen van België dreigen de historische kans te laten schieten om, solidair met de Vlaamse regering en de Vlaamse publieke opinie, een deel van Generale Maatschappij, of delen van haar sleuteldochters, los te wrikken van Suez. De Belgen moeten, ook langs de kanalen van de diplomatie, eisen dat Suez-Lyonnaise als tegengebaar voor zijn machtsuitbreiding in Frankrijk de verhouding met het Belgische grootkapitaal herschikt.

De Vlaamse pers volgt de affaire aandachtig en belicht de typisch Belgische aspekten. De Franstalige kranten zien de franco-Franse strijd zonder daaraan de krachtenverhoudingen tussen Belgisch en Frans kapitaal te verbinden. Loont het niet de moeite om de Franse ambassadeur in Brussel, in de enige van de twee Belgische landstalen die hij kan lezen, te verwittigen voor de gevolgen van de Franse machtsspelletjes ? De shopping van de gemengde Vlaamse intercommunales naar andere bevoorradingsbronnen van gas en elektriciteit tekent zich al schetsmatig af (zie Inside, Jos Ansoms).

De Tijd van zaterdag jl. schuift een mogelijk “Belgisch” scenario naar voor. De krant wijst scherpzinnig op de rol van Albert Frère. Als Albert Frère zijn Petrofina verkoopt aan Franse oliebelangen, wat perfekt zou passen in de versterking van Elf, beoogt door het Franse zakenleven en de Franse politiek, kan hij als tegengebaar Tractebel volledig inpikken. Frère is vandaag (aktief) minderheidsaandeelhouder in het nutsbedrijf. De omwisseling van het matig suksesvolle Petrofina voor het meer toekomstgerichte Tractebel versterkt Frères patrimonium.

Is de operatie-Frère een verbetering voor de Belgen ? Optisch gezien is het antwoord ja. Echter, in welke mate is Albert Frère onafhankelijk van bijvoorbeeld Paribas ? Albert Frère is een krachtige persoonlijkheid. Dit is minder het geval voor zijn erfgenaam. De luitenanten zijn luitenanten. De ruil van Petrofina tegen Tractebel is op de korte termijn voordelig, wat gebeurt er als Groep Brussel Lambert vererfd wordt ?

H. BR.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content