Kristelijke mutualiteit. De nieuwe stijl

Het tema van de volgende regering wordt de sociale zekerheid. De politici smeden plannen. Een belangrijke speler op het terrein, de kristelijke mutualiteit, komt weinig in het daglicht met zijn meningen. Voorzitter Marc Justaert ontvouwt zijn ideeën.

Bij de CVP is een speciale werkgroep bezig aan het uitwerken van een partijstandpunt over de “nieuwe sociale zekerheid”. Zowel Frank Vandenbroucke als Louis Tobback hebben “de sociale kwestie” recent naar voor geschoven als de eerste prioriteit.

Wat zijn de plannen ? Een opsplitsing van de sociale zekerheid in twee grote delen : enerzijds de specifiek arbeidsgebonden sektoren als werkloosheid, pensioen, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongevallen en beroepsziekten. Anderzijds de kinderbijslag en de ziekteverzekering die losgeweekt worden van de beroepskategorie waartoe iemand behoort en die dan ook met algemene middelen en niet met sociale bijdragen gefinancierd zouden worden. Voor sommigen hoort daar een regionalizering bij. Een heikel tema, dat Marc Justaert, voorzitter van de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (LCM) meteen naar de keel grijpt.

Marc Justaert : Op technisch vlak is zo’n hervorming voor ons een vereenvoudiging. Bovendien worden op die manier de lasten voor de werkgevers verlicht. Maar we hebben een beetje schrik van die beweging. Als de middelen voor de ziekteverzekering en de kinderbijslag rechtstreeks vanuit de fiskaliteit komen, vrezen we dat op termijn de financiering in gevaar kan komen. Onze ervaringen met de uitkeringen aan mindervaliden, die nu al rechtstreeks uit de overheidsfinanciën komen, zijn negatief. Een verhuis naar de staatsbegroting, zal de overheid verleiden om de sociale zekerheid te kaderen in de problematiek van het netto te financieren saldo. Er zullen sterkere ingrepen volgen, die tot privatizeringen aanleiding zullen geven. Bovendien wordt de ziekteverzekering onttrokken aan het paritair beheer. Dat heeft nochtans zijn verdiensten en die kunnen best behouden blijven.

– Aan de afsplitsing wordt door sommigen ook een communautarizering gekoppeld. Volgt u ?

– Het rapport-Jadot over de transfers is degelijk, maar niet konkreet genoeg. Het bevat suggesties om een meer korrekte toepassing van de regels te hebben in beide landsdelen, maar er staat niet bij wie daarvoor verantwoordelijk is, wie het initiatief moet nemen en wanneer.

We gaan ons hoofd niet in het zand steken. Er zijn transfers. Op het vlak van de inkomsten hebben die te maken met het gemiddeld loon dat in Wallonië momenteel lager is dan in Vlaanderen. Dertig jaar geleden was dat omgekeerd. Daarom is het gemiddeld pensioen van de Waal hoger dan dat van de Vlaming. De transfers zijn cyclisch, je moet dus oppassen met momentopnames.

Bij de uitgaven is er geen eenrichtingsverkeer. Vlaanderen scoort slechter in de thuisverpleging, de kinesiterapie en de rust- en verzorgingstehuizen. De zware medische uitrusting en het voorschrijfgedrag op het vlak van geneesmiddelen doen echter de balans overhellen naar Wallonië.

De communautarizering is ook een debat van alles of niets. Je kan niet één facet er uitlichten. Een voorbeeld. Als je de ligduur in ziekenhuizen vermindert, verhoog je de druk op thuisverzorging en op rust- en verzorgingsinstellingen. Je kan die banden niet doorknippen.

– In die keuze tussen alles of niets, kiest u voor “niets”.

– Inderdaad, we willen het stelsel behouden zoals het nu is. De communautarizering houdt het gevaar in dat we nog meer gaan betalen. Want elke gemeenschap zal het onderste uit de kan willen halen en de andere zal zich proportioneel aanpassen. Men gaat een momentopname van de behoeften maken en daaraan verdeelsleutels koppelen. Het minimum zal getaxeerd worden op diegene die het meest uitgeeft. Wij zijn voorstander van een sociale zekerheid die de lat gelijk legt, maar dan op het niveau van de zuinigste.

De sociale zekerheid is een verzekeringssysteem. Dat is gebaat met een zo ruim mogelijk draagvlak. Geen enkele privé-verzekeraar zal zijn jachtgebied beperken tot één gemeenschap. Integendeel.

Bovendien stellen er zich ook veel technische problemen. Wat met Brussel ? Wat met de geneesmiddelen ? Ik geloof niet dat de farmaceutische industrie twee keer zal onderhandelen over prijs en terugbetaling, een keer met Vlaanderen, een keer met Wallonië. Helaas komen die technische bezwaren te weinig in het debat.

– Bent u bang van de VLD in de regering ?

– Neen. Het VLD-kongres over de sociale zekerheid zegt een aantal zaken die ingaan tegen ons denken. Maar de VLD heeft inmiddels zijn standpunten bijgeschaafd. Ten tweede vergist de VLD zich in de haalbaarheid van een grote privatizering. De privé-sektor staat daar niet om te trappelen. Ze is enkel geïnteresseerd in een betere ontwikkeling van een tweede pensioenpijler. Als er iets blijft hangen van het VLD-plan, zal het wel de idee zijn om het wettelijk pensioen af te remmen en gaandeweg een stukje gekapitalizeerde bovenbouw te voorzien.

– Vormen de pensioenen niet het moeilijkste dossier in de sociale zekerheid ?

– De gelijkheid man/vrouw in het pensioendossier wordt als een hete aardappel doorgegeven. Willockx had een plan, maar hij mocht het opbergen, want er kwamen verkiezingen aan. Colla doet nu niets, want er komen weer verkiezingen aan. Het probleem is dat men zal moeten kiezen voor een berekening in 45-sten.

Erger nog is het probleem van de overheidspensioenen. Ik denk dat we naar één pensioenregime en één omslagkas voor de hele overheid moeten evolueren. Tenslotte stelt zich de vraag of de perekwatie (nvdr als de ambtenaren een loonsverhoging krijgen, krijgen de gepensioneerden die ook) houdbaar is ?

– U wil geen grote hervormingen, maar er moet toch bespaard worden in het budget van de sociale zekerheid ?

– In vergelijking met andere landen hebben we een zeer goed stelsel. Maar het is duur. Daardoor hebben we hoge sociale bijdragen die zwaar wegen op de tewerkstelling. Men zal nog verdere stappen moeten zetten in het zoeken naar alternatieve financiering.

De uitgavenevolutie blijft inderdaad angstwekkend. Er blijft een deficit. In de gezondheidszorgen daar zit een groot deel van het tekort hebben we toch al een serieuze bocht genomen. In ’90, ’91 en ’92 kenden we jaarlijkse stijgingen van meer dan 12 %. In ’93 nog maar 5 % en in ’94 wellicht zelfs iets minder. We moeten het systeem de tijd gunnen om de bocht helemaal te nemen. Daarom is er nu geen nood aan grootse hervormingen, wel aan het verder uitvoeren van de maatregelen die de uitgaven moeten beheersen.

Het is vooral een probleem van het aanbod, niet zozeer van de prijs per eenheid. Er zijn te veel voorschrijvers. We zijn voorstander van een zachte vorm van numerus clausus : voor of na het eerste jaar een interuniversitair eksamen. Voor het hele land, niet in Vlaanderen alleen en Wallonië de vrije loop laten.

Een numerus clausus heeft pas effekt op lange termijn. Om onmiddellijk effekt te hebben, moeten we snijden in de wildgroei van gespecializeerde technische diensten. We kunnen het niet verder betalen dat op iedere hoek van de straat een scanner staat. Er zijn daarvoor ideeën. Bijvoorbeeld het oprichten van associaties, waarbij men regio’s afbakent waarin ziekenhuizen zich toeleggen op hun eigen specializatie. Die formules moeten via de financiering aangemoedigd worden. Als we dat niet doen, dan zullen we volgend jaar weer het remgeld moeten verhogen. Dat wil ik vermijden.

– Moeten die afspraken over de zuilen heengaan ?

– Ik zie niet in waarom niet.

– U heeft weinig vat op deze sektor. Al ruim vijf jaar wordt de klinische biologie aangepakt en nog is de sektor niet uitgezuiverd.

– De recente inval van het parket heeft te maken met de terugbetalingen van labo’s in funktie van de overschrijding van enveloppes. Dat moet wegebben omdat we meer en meer profielen opstellen, waarbij men de voorschrijvers probeert te sensibilizeren om spontaan hun voorschrijfgedrag aan te passen. We maken die profielen al in de klinische biologie en de radiologie. Virtueel is nu ook beslist dat te doen voor de geneesmiddelen, in juni kunnen we beginnen.

– Stoot je daarbij niet op de sterke lobby van de artsen ?

– Wat de profielen betreft, wensen de artsenvertegenwoordigers mee te werken. Ze begrijpen dat enkelingen de faam schaden van de hele beroepsgroep.

– De sociale zekerheid kost zeer veel geld en toch blijft er armoede bestaan. Onaanvaardbaar toch ?

– De sociale zekerheid is het belangrijkste preventiemiddel tegen armoede. De problemen van de mensen die tussen de mazen van het net vallen, kan je niet oplossen door alleen geld te geven. Ze hebben een gebrek aan scholing, aan familiale kapstok, ze zijn niet voldoende gewapend om op eigen benen te staan. Die mensen moeten ondersteund worden op immateriële wijze. OCMW’s doen bijvoorbeeld aan budgetbegeleiding. Geld geven is niet alleenzaligmakend. Ook maatschappelijk werk, zowel in OCMW’s en vrije organizaties als ziekenfondsen, is belangrijk. Dat is onze filozofie van kristelijke mutualiteit, waardoor we ons onderscheiden van de anderen.

GUIDO MUELENAER

MARC JUSTAERT (KRISTELIJKE MUTUALITEIT) Komt uit de schaduw met zijn ideeën over de nieuwe sociale zekerheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content