Geen meritocratie zonder bureaucratie

Het boek van het jaar 2021 volgens The Times is de ode aan de meritocratie van de ex-redacteur van The Economist Adrian Wooldridge. De essentie van meritocratie is eenvoudig. Geef de grootste beloningen, de grootste verantwoordelijkheden aan hen die met voldoende talent zich het hardst inspannen. Dat lijkt het eerlijkst en is volgens Wooldridge ook het meest effectief. Maatschappijen die dat principe toepassen, gaan erop vooruit. Wie rekent op alternatieve vormen van bestuur, maakt geen vorderingen, ook op gebieden die er echt toe doen: gezondheid, een basisinkomen voor iedereen of kindersterfte. Meritocratie is een veel beter systeem dan het bestuur in handen geven van één dictator (autocratie), een erfelijke toplaag of een elite (aristocratie), of het volk (democratie). De democratie opgeven is niet echt aangewezen. Dat bewijzen de recente gebeurtenissen rond Rusland. Maar ook in de politiek moeten we naar een meritocratie, naar echte verdienste. Anders blijven we populisten verkiezen, die in naam van het volk nonsens uitkramen.
Ook in de politiek moeten we naar een meritocratie. Anders blijven we populisten verkiezen, die in naam van het volk nonsens uitkramen.
We leven in een maatschappij die erg meritocratisch denkt. Dat Kevin De Bruyne een klein fortuin verdient, lijkt weinigen te storen. Integendeel, de gemeenschap oordeelt dat topsporters ook kunnen genieten van fiscaal vriendelijke maatregelen. De Bruyne is nu eenmaal (bijna) de beste, zijn merites voor het Belgische voetbal lijken eindeloos. Mijn buurvrouw, een fröbelonderwijzeres, geniet niet van fiscaal vriendelijke maatregelen. Waarom zou ze? Ze doet gewoon haar werk, in almaar moeilijker omstandigheden, maar voor niemand is het leven gemakkelijk, zeker niet voor Kevin De Bruyne.
Je hoort weinig protest tegen de rijkdom van Elon Musk of Marc Coucke. Ze hebben hun centjes verdiend door hard te werken (dat doet de verpleegkundige toch ook?), maar vooral door over unieke talenten te beschikken om grote, winstgevende bedrijven uit de grond te stampen. Veel ambtenaren werken hard (ik weet het, niet allemaal), maar hun loon mag wel naar beneden, zeker hun pensioen. Zij lijken niet over speciale talenten te beschikken. Tenminste, dat denkt u, tot u eens zou proberen een departement Volksgezondheid te leiden met de tegen- of samenwerking van een politiek kabinet, een vriendelijke of vijandige pers en een veeleisende burger.
Wat is fout gelopen met de meritocratie? De mensen aan de top hebben het spel vervalst. De topklasse kan de peperdure inschrijvingen in elitescholen betalen, hun kinderen lopen stage bij de vriendjes, ontwikkelen het juiste netwerk en laten bevriende politici (her)verkiezen. Eerst worden de azen gedeeld, uitsluitend aan het eigen topvolk, dan de meerderheid van de heren, pas vanaf de boeren heeft iedereen gelijke kansen. Dat is de kern van de woke-protesten: de sociale rechtvaardigheid klopt niet.
Er is nog een vorm van bestuur. De macht ligt niet bij het volk of een elite, maar bij een rol, een bureau. Dat heeft de Duitse econoom Max Weber bureaucratie genoemd. De macht ligt in het bureau, niet bij het individu. Alles objectief meten. Gelijke kansen voor iedereen. Vergelijkende examens waar alleen kennis wordt gemeten, geen attitude. De Chinezen lagen eeuwen voor op het Westen met hun bureaucratie. Denk ook aan de principes van integrale kwaliteitszorg, aan meten is weten, ‘spreek in feiten en cijfers, niet in emoties’. Het bedrijfsleven heeft de gezonde kanten van objectiviteit, neutraliteit en formele processen in zijn systemen ingebed. Dat vergeet men snel. Meestal staat bureaucratie voor inefficiëntie. Dat gebeurt nu ook met de democratie. Maar door een gebrek aan bureaucratie is meritocratie een schijnvertoning geworden, hoogstens nog van toepassing op voetballers, zangers of wielrenners uit Eritrea.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School Volg mij op www.marcbuelens.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier