FONDS. ACHTERUITKIJKSPIEGEL

Fondsen in

de jaren ’90 :

een “grenzeloos”

overzicht

in 16 etappes.

De kort bekommentarieerde tabellen omvatten stuk voor stuk een selektie van sicav-kapitalizatie-aandelen, gekenmerkt door een overwegend vlotte onderschijving. De returns van deze kapitalizatie-aandelen zijn vergelijkbaar met het rendement van de distributie-aandelen, voor zover men rekening houdt met de herbelegging van uitgekeerde koepons.

Bij de returns in kwestie nemen we de aankoop- en verkoopkosten niet in aanmerking. Wél de beheerskosten, vermits die rechtstreeks deel uitmaken van de netto-inventariswaarde.

Het gaat om indikatieve returns, uitgedrukt in Belgische frank. Op die manier kunnen we de vrij belangrijke muntschommelingen in de beschouwing betrekken. Ter illustratie herinneren we aan de recente dollarevolutie. Tussen eind ’90 (eind ’91) en eind november ’94 steeg de greenback met 3,6 % (3,33 %).

Het Britse pond onderging een depreciatie van 13,7 % tussen eind ’90 en november ’93, terwijl de daling tussen eind ’91 en eind november ’94 meer dan 15 % bedroeg. Maar de yen slaat alles. Die klom tussen eind ’90 (eind ’91) en eind november ’94 met 31,4 % (42 %)

De puike prestatie van de Japanse munt verklaart de opvallende toppositie sinds december ’90 van heel wat sicav-kompartimenten belegd in Japanse activa. Op de twaalfde plaats van de beste-prestatielijst prijkt zelfs een cash-sicav met een 63 %-stijging over de betrokken periode. Dit maakt een gemiddelde jaarlijkse prestatie van 13,4 %… Best te pruimen dus.

Het meest extreme geval betreft een belegging op de beurs van Tokyo. De munt redt aldus de eer bij een kritische beoordeling van de beleggingen op de beurs van Tokyo.

De analyse van de diverse returns bewijst dat de sicav slechts als een beleggingsprodukt op (middel)lange termijn dient beschouwd. Dit noopt evenzeer tot een relativering van het obligatiedebâcle, getekend ’94. Uiteraard ging het hier om een schok, die geen enkele deskundige had zien aankomen. Maar alleen over een aanzienlijke periode kan men de evolutie al dan niet als “rampzalig” betitelen. Vaak strijkt de belegger ondertussen een vrij interessante return op.

Enige schaduw op de obligatietabel : de sicav belegd in hoogrentende obligaties. De muntdepreciatie en de betreffende marktprestaties blijven miniem. Het loon van de (doods)angst is navenant bescheiden.

Vanwaar onze keuze voor deze specifieke studieperiode : eind ’90 voor de beste prestaties, eind ’91 voor de andere ? Het antwoord is simpel. Voordien was de markt onvoldoende uitgerust om een ietwat pertinente vergelijking op te stellen. Bovendien laat een identieke tijdslimiet op alle tabellen een geloofwaardige vergelijking toe tussen de verschillende activa-types.

Ook over deze vrij korte periode (47 of 35 maanden) kunnen we een heuse ommekeer optekenen. Met name in september ’92 en sinds eind januari ’94 werden de financiële markten op hun kop gezet.

Bruno du Bus

In typische samoeraistijl veroverden heel wat yen-fondsen topposities in onze “Super-50”-hitlijst der fondsen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content