“Er moet een topman bijkomen”

Een jaar geleden ging de Fransman Hervé Tricot aan de slag bij bouwgroep CFE. Daar voerde hij een herstructurering door. Maar als het moet, gaat hij op bouwwerven zelf naambordjes hangen.

“Het grootste verwijt dat ik mezelf maak, is mijn tijdsmanagement. De afgelopen twee maanden heb ik geen sporthal meer gezien,” grapt Hervé Tricot. Op 18 juni is het precies één jaar geleden dat de Fransman (uit Aurillac in de Auvergne) tot gedelegeerd bestuurder van de bouwgroep CFE werd benoemd. Hij volgde er Dirk Boogmans op, die na drie jaar terugkeerde naar zijn heimat, de Gimv.

Ondanks een taalbad in juni 2001 kan Tricot nog steeds onvoldoende Nederlands om een gesprek te voeren. “Ik oefen te weinig,” geeft hij toe. Toch noemt hij de verbeterde interne en externe communicatie de terreinen waarop hij vorderingen heeft gemaakt. “CFE is altijd sterk geweest in het bijhouden van klanten. De knowhow was er. Onze zwakte ligt veeleer in het commerciële: de verkenning van de markt, het contact leggen met nog onbekende klanten enzovoort.” Om intern de relaties te verbeteren, wordt eind juni een opendeurdag gehouden voor de medewerkers van CFE en hun familie. “We verwachten toch 800 mensen. Dat toont de betrokkenheid van onze medewerkers.”

Onder Tricots leiding bracht CFE begin dit jaar zijn activiteiten onder in drie filialen: CFE-Bouw, CFE-Baggerwerken en Milieu (met een 48%-belang in baggeraar Deme) en CFE-Elektriciteit. “De herstructurering was een beslissing die al in de pijplijn zat,” relativeert hij. Zijn eigen inbreng lag vooral in het bewaren van het netwerk en van het wederzijdse vertrouwen binnen die gedecentraliseerde structuur. “En in de promotie van CFE,” aldus Tricot. “Wij zijn geen gigantische onderneming met een brede naambekendheid, maar een grote KMO die zich moet bewijzen. We moeten dus tonen dat we bestaan.”

De CFE-topman gaat daarin erg ver. Laatst verraste hij vriend en vijand op een werf aan het Flageyplein, toen hij rechtstreeks tussenkwam om naamborden te laten ophangen. “Mensen moeten zien dat CFE daar aan de slag is,” zegt Tricot.

2001 was geen goed jaar voor de bouw, en 2002 kondigt zich niet veel beter aan. “We hopen over enkele dagen of weken een groot contract binnen te halen voor de Europese Commissie in Luxemburg, maar heel veel werven lopen vertraging op door bezwaren van gemeenten, omwonenden en milieubewegingen.” Bovendien verwachten veel opdrachtgevers, vooral overheden, van de aannemer ook een oplossing voor de financiering van een bouwproject. “Door onze grootte is dat een troef voor CFE, maar soms is de vraag overdreven en haken de banken af.”

Vindt Tricot dat hijzelf fouten heeft gemaakt? “Constant”, antwoordt hij. “Elke dag leer je wel iets. Ik heb nogal de neiging om te snel te willen gaan. Ik bleef bijvoorbeeld een tijdlang zeggen dat ik volledig tevreden was over het organigram, terwijl ik nu pas besef dat ik niet verantwoordelijk kan blijven voor België én Nederland. Er moet dus iemand bijkomen.”

L.H. [{ssquf}]

“Wij zijn geen alom bekende reus, maar een grote KMO. Dus moeten we tonen dat we bestaan.”