‘Eindelijk praten over concurrentiekracht’

Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder elect van het VBO, volgt de discussies over het federale relanceplan van nabij. Hij pleit voor een driejarenplan dat eerst inzet op lastenverlagingen en besparingen en zo terugverdieneffecten genereert. Pas daarna kiest het VBO voor nieuwe inkomsten.

Zowat elke federale regeringspartij heeft de voorbije weken haar visie gegeven op het relanceplan dat er tegen 21 juli moet liggen. Dat ging van pleidooien voor een verschuiving van belastingen over het behoud van de automatische index als bescherming van de koopkracht tot makkelijker krediet voor kmo’s. Zal het relancedebat concrete maatregelen opleveren? Of zijn het losse flodders van federale excellenties? Pieter Timmermans, directeur-generaal van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en vanaf 19 juli gedelegeerd bestuurder, weigert te vervallen in negativisme. “Het is zoals bij de aanvang van een regeringsonderhandeling: alle partijen proberen zich te profileren. Ik probeer de positieve aspecten te onthouden”, zegt hij. “De regeringspartijen hechten allemaal belang aan het versterken van het concurrentievermogen van de ondernemingen. Dat hebben de werkgevers gemist in het regeerakkoord. Nu wordt er eindelijk over gepraat.”

“Ik vind het huidige debat zinvol, maar de regering moet zowel op de korte als op lange termijn werken. De kortetermijnagenda heeft betrekking op de interprofessionele onderhandelingen van dit najaar met de discussie over de loonkostenbeheersing. De cijfers zijn bekend: onze loonkosten behoren tot de hoogste van de wereld. Daar kunnen de regering en sociale partners snel maatregelen nemen. Op lange termijn kan de regering werken aan flankerend relancebeleid met oog voor innovatie en vorming. Ook daarvoor moet je een plan opstellen, maar het effect ervan laat zich pas na een aantal maanden of jaren voelen.”

PIETER TIMMERMANS. “Een relanceplan dat een gat slaat in de begroting heeft afgeleide kosten die vele malen hoger ligt dan de terugverdieneffecten die het met zich brengt. Dat is bekend. Groei gaat toch vooral samen met het herstel van concurrentievermogen. Welke landen hebben vandaag geen problemen? Zij die eerst de concurrentiekracht van hun bedrijven versterken, zo een draagvlak creëren voor innovatie en investeringen en daarna kiezen voor loonsverhogingen en extra koopkracht. De vruchten plukken van economische groei vooraleer het concurrentievermogen hersteld is, dat heb ik nog nooit gezien. Ik ben dan ook niet verwonderd door wat in Duitsland gebeurt. Waar mogelijk worden werknemers die aan het model hebben bijgedragen financieel beloond. Eerst welvaart creëren, en dan verdelen. Wij denken eerst aan verdelen en hopen tegelijk groei en welvaart te creëren.”

Zijn er afspraken met de regering om de sociale partners te betrekken bij de uittekening van het relanceplan?

TIMMERMANS. “Het is niet duidelijk wat er zal gebeuren. Ik weet dat er in de regering werkgroepen zijn opgestart. In de tweede week van juni verwachten we signalen over onze rol in dat driepartijen-overleg.”

Wie concurrentiekracht zegt, zegt de loonkostenhandicap wegwerken. Maar samen met Unizo-topman Karel Van Eetvelt hebt u zich verzet tegen het PS-voorstel om lastenverlaging door te voeren voor de laagste lonen. Waarom?

TIMMERMANS. “Elke lastenverlaging is welkom. Maar de PS stelde voor de lineaire lastenverlaging voor alle bedrijven uit 2008 te heroriënteren naar bepaalde groepen. Dat zou vooral exporterende bedrijven en ondernemingen die veel investeren in onderzoek en ontwikkeling treffen. Want zij zullen hun loonkosten door het verdwijnen van de lineaire verlaging zien toenemen. Nu is het net de bedoeling die bedrijven te ondersteunen.

“We mogen niet vergeten dat die lineaire lastenverlaging in het interprofessioneel akkoord 2009-2010 staat. Er was toen nood om de loonkostenontsporing te corrigeren. Enkel indexeren was toen de weg die de loonnormwet aanwees, maar dat wilden de vakbonden niet. Dus werd een lineaire lastenverlaging toegekend. Als we daarop terugkomen, dan vraagt men een eenzijdige inspanning van de werkgevers.”

Is er in budgettair moeilijke tijden nog ruimte voor extra lastenverlagingen op arbeid? En wat vindt u van een verschuiving van belastingen naar milieu en consumptie?

TIMMERMANS. “Ik ga niet akkoord met de vakbonden die zeggen dat 100 euro minder lasten op arbeid direct moeten gecompenseerd worden door 100 euro nieuwe inkomsten elders. Laten we eerst kijken waar er nog besparingen of efficiëntiewinsten mogelijk zijn. Als we in de sociale zekerheid 1 procent besparen, levert dat 650 miljoen euro op. Mij moet je niet wijsmaken dat daar geen efficiëntieverbeteringen mogelijk zijn en dat dubbel gebruik niet kan worden vermeden.

“Ten tweede: hou bij een lastenverlaging rekening met terugverdieneffecten. Ook vakbonden zeggen dat lagere arbeidskosten jobs opleveren. En pas in derde instantie kan je op zoek gaan naar nieuwe inkomsten. Daar koppel ik direct twee voorwaarden aan. Er mogen geen perverse effecten zijn. In de jaren negentig werden de accijnzen op tabak sterk verhoogd. De eerste maanden daalden de inkomsten van de overheid omdat iedereen over de grens ging shoppen. De andere voorwaarde is dat die maatregelen niet doorgerekend mogen worden in de index. Je verhoogt belastingen, de inflatie verhoogt, er volgt een indexaanpassing en de bedrijven betalen het gelag.

“Je kan die drie soorten maatregelen uitrollen over een periode van drie jaar. Daarbij kiezen we het best eerst voor lastenverlagingen en besparingen. De terugverdieneffecten zullen jaar na jaar toenemen. Als laatste kunnen dan de geplande belastingverhogingen eventueel tijdelijk of minder verregaand worden opgelegd. De regering moet een driejarenplan opstellen, dat een signaal geeft aan buitenlandse investeerders en vertrouwen werkt bij de bedrijven.”

Moet de regering bij de opstelling van het relanceplan ook rekening houden met het interprofessioneel overleg van dit najaar?

TIMMERMANS. “Het heeft geen zin een relanceplan op te stellen en koopkracht te genereren via loonsverhogingen als dat niet gekoppeld is aan het loonoverleg. Anders is er een reëel risico op een ontsporing van de uurloonkosten, waardoor onze concurrentiepositie ondermijnd wordt.”

Zal dit najaar niet opnieuw duidelijk worden dat de loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden toeneemt, ondanks de loonstijgingen in Duitsland?

TIMMERMANS. “Zoals Paul Soete van Agoria over de Duitse loonakkoorden in de metaalsector heeft gezegd: als ze die loonsverhogingen in Duitsland tien jaar aanhouden, dan is de handicap weggewerkt. De vakbonden gaan kort door de bocht als ze stellen dat koopkrachtstijgingen in Duitsland ons loonkostenprobleem zullen oplossen. Als Duitsland via hogere loonkosten aan concurrentiekracht verliest, dan zijn wij daar ook het slachtoffer van. Duitsland is de locomotief en België is de eerste wagon. Onze oosterburen zijn onze belangrijkste exportpartner. Het effect van hogere Duitse lonen op de Belgische loonkostenhandicap zal miniem zijn.”

In welke mate verwacht het VBO concrete ingrepen in het automatische indexeringssysteem? In het regeerakkoord staat dat er niet aan geraakt wordt.

TIMMERMANS. “In geen enkel regeerakkoord stond ooit dat de index zou worden aangepast. De ingrepen in de index zijn er altijd gekomen onder druk van externe omstandigheden. Ik zeg duidelijk en rustig: wij vragen niet de afschaffing van de automatische loonindexering, wel de wegwerking van de perverse effecten. Ik geef één voorbeeld. De regering zegt dat het probleem is opgelost als de inflatie daalt. Wel, ze heeft begin dit jaar de btw op notarissen ingevoerd. Dat leidde tot een inflatieopstoot met als gevolg dat de lonen een maand vroeger moesten worden geïndexeerd. Je kan niet zeggen dat de thermometer zijn werk moet doen en er dan zelf een vuurtje onder plaatsen.

“Het VBO vraagt alleen: geef ons een systeem dat een einde maakt aan externe prijsschokken die hier versneld en verscherpt worden vertaald in loonkostenverhogingen.”

Is een andere indexkorf ook een discussiepunt?

TIMMERMANS. “Ja. De vaste telefoon zit daar bijvoorbeeld nog altijd in. In dit debat mogen er geen taboes zijn.”

Wel een taboe voor sommige partijen zijn de Europese aanbevelingen. Naast de hervorming van de index raadt Europa aan de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar los te laten.

TIMMERMANS. “De regering heeft de voorbije zes maanden belangrijke stappen vooruit gedaan. De pensioenhervorming en de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen komen er. Is dat voldoende? Wellicht niet, maar het is een eerste, niet onbelangrijke stap. Maar ik vind het geen goede zaak enkel de aanbevelingen uit te voeren waarmee men akkoord gaat. Dat is een slecht signaal. Ook aan de financiële markten.”

Een opvallende aanbeveling is dat bedrijven loonakkoorden moeten kunnen afsluiten die onder de sectorakkoorden duiken, de zogenaamde opt-out.

TIMMERMANS. “Opt-outs bestaan in Duitsland. Ik spreek mij nu niet uit over de nood aan opt-outakkoorden in België, maar vraag wel dat een loonvormingsproces komt dat ontsporingen vermijdt.”

Heeft de wet op het concurrentievermogen uit 1996 gewerkt? De loonkostenhandicap is toegenomen sinds de invoering van die wet. Of was het erger zonder die wet op de loonnorm?

TIMMERMANS. “Zonder die wet stonden we er vandaag wellicht slechter voor. Ze is van bij het begin een goede leidraad geweest voor de sociale partners. De zwakte van de wet is dat er geen duidelijkheid is over wat moet gebeuren wanneer de loonnorm wordt overschreden. In principe is dat duidelijk: de regering kan ingrijpen. ‘Kan’ betekent dat het niet altijd gebeurd is. Het is als in een klas. Als de leerlingen deugnieterij uithalen en de leerkracht reageert niet, dan redeneren ze dat ze zich veel kunnen veroorloven.”

“De wet heeft een remmende factor. Maar wanneer de jongste vijf à zes jaar loonkostenhandicap van 4,6 procent is ontstaan, ligt de verklaring bij de inflatieopstoot en het bijbehorende indexeringsmechanisme.”

Volgens het Planbureau leveren de verstrengde pensioenregels en de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen tegen 2017 57.000 jobs op. Maar om de EU2020-doelstellingen te halen, zijn er jaarlijks 58.000 extra nodig.

TIMMERMANS. “Die maatregelen alleen kunnen niet zorgen voor extra jobs. Ze kunnen de uitstroom tegengaan, wat belangrijk is. Maar daarnaast is er bijvoorbeeld ook de mismatch tussen vraag en aanbod. Een relancebeleid heeft geen zin als niet de mensen voorhanden zijn om de vacatures in te vullen. De cijfers van het Planbureau geven aan dat de aandacht niet mag verslappen. Het zou verkeerd zijn te denken dat voor het einde van de legislatuur geen hervormingen meer nodig zijn. Iedereen zal nog een tandje moeten bijsteken.”

Lees Decentraal loonoverleg is broodnodig,

blz. 24

opinie

ALAIN MOUTON, FOTOGRAFIE LIES WILLAERT

“Het VBO vraagt alleen: geef ons een systeem dat een einde maakt aan externe prijsschokken die hier versneld en verscherpt worden vertaald in loonkostenverhogingen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content