“doomsday is nog niet voor morgen”

De opwarming van de aarde baart de verzekeraars kopzorgen. Nieuwe verzekeringstechnieken én hogere premies zijn in aantocht, zegt specialist Andrew Dlugolecki. “Maar veel hangt af van de overheden. En van de klanten.”

In ons land zegt 27 procent van de ondernemingen last te hebben van de klimaatverandering. Dat blijkt uit een enquête van de Europese marktleider in kredietverzekeringen Atradius. Veertig procent van de bedrijven neemt maatregelen om zich te beschermen tegen extreme weersomstandigheden, zoals de verhuis van de eigendommen of vaste activa. Of ze sluiten een extra verzekering af. Volgens de enquête verzekert een kwart van de Europese bedrijven zich uit vrees voor klimaatwijziging.

Klinkt leuk voor de betrokken verzekeraars. Hoewel. In 2007 werd de wereld getroffen door 950 natuurrampen, staat in het jaarrapport van de Duitse herverzekeraar Munich Re. Dat zijn er meer dan in 2006 – het hoogste aantal sinds de oprichting van de databank in 1974. De door verzekeraars gedekte schade liep vorig jaar op tot 30 miljard dollar of twee keer zo veel als in 2006. De storm Kyrill, die begin 2007 Europa trof, was met 5,8 miljard dollar de grootste kostenpost voor de verzekeraars.

Veroorzaakt het veranderende klimaat zware problemen voor de verzekeringssector? “Misschien zijn die problemen wel niet zo erg als iedereen vreest”, denkt Dlugolecki. “Voor de verzekeraars althans. In veel landen is het de overheid die de grote klimaatgerelateerde risico’s, zoals overstromingen, dekt. In dat geval is het de samenleving die met de zwaarste problemen wordt geconfronteerd.”

ANDREW DLUGOLECKI. “Ik zeg alleen dat doomsday nog niet voor morgen is. In grote landen zitten verzekeraars wel in de vuurlinie. Groot-Brittannië bijvoorbeeld is redelijk uniek met zijn overstromingsverzekering. Bovendien ondervinden verzekeraars ook een indirecte impact van de klimaatverandering. Ze investeren in allerhande bedrijven en als die op hun beurt getroffen worden door extreme weersomstandigheden, dan brengen die investeringen minder op.”

Hoe groot is dat besef al in de sector?

DLUGOLECKI. “Dat varieert. Europese verzekeraars zijn zich bewust van de klimaatproblematiek. Uitzonderingen zijn de Zuid-Europese verzekeraars, hoewel men vooral daar te maken krijgt met extreme weersomstandigheden en klimaatvluchtelingen uit Afrika. Bij Generali bijvoorbeeld, de grootste verzekeringsmaatschappij van Italië, heeft men zelfs nog nooit meegewerkt aan het Carbon Disclosure Project (een groep investeerders die, ten behoeve van beleggers, beursgenoteerde ondernemingen bevraagt over bijvoorbeeld hun CO2-uitstoot, nvdr.). De mentaliteit bij Amerikaanse verzekeraars kan je vergelijken met die in Zuid-Europa.”

Is er nood aan een wereldwijd kader voor de verzekeringsmaatschappijen, met richtlijnen over hoe ze de klimaatproblematiek moeten aanpakken?

DLUGOLECKI. “De verzekeringswerkgroep van de VN is zoiets aan het bestuderen, maar de grootste hindernissen situeren zich in de VS. De regering-Bush is het klimaatprobleem niet echt genegen, om het zacht uit te drukken, en dat is nu al acht jaar zo. Amerikaanse verzekeraars zijn er niet happig op om Washington voor het hoofd te stoten. Bovendien wordt de Amerikaanse verzekeringssector niet op federaal niveau gereguleerd. Dat maakt het verzekeringslandschap in de VS zeer versnipperd zodat verzekeraars niet geneigd zijn om gezamenlijk de blik op het buitenland te richten. Ze zijn trouwens zodanig vertrouwd met extreme weersomstandigheden, zoals tornado’s en orkanen, dat ze niet echt beseffen wat er aan de hand is.”

Hoe kunnen verzekeraars tegelijk inspelen op de klimaatproblematiek en ook rendabel blijven?

DLUGOLECKI. “De Britse verzekeraar Norwich Union is op het idee gekomen om zelf het overstromingsrisico van hele gebieden in kaart te brengen. Norwich Union verkoopt zijn kaarten nu door aan andere verzekeraars. De data van de overheid waren immers niet voldoende accuraat. Veel huizen die als extreem risicovol werden beschouwd, lagen op een veilige hoogte.”

Moeten verzekeraars hun producten afstemmen op de klimaatverandering? Is een groene autoverzekering bijvoorbeeld een goed idee?

DLUGOLECKI. “Daarvoor zijn er al een paar pogingen ondernomen. Korting geven aan klanten met een hybride wagen, om maar iets te noemen. Maar het probleem is dat zo’n hybride auto nogal ingewikkeld in elkaar zit, met veel vreemde metalen. Als zo’n wagen beschadigd raakt, kan dat voor de betrokken verzekeraar een dure grap worden. Een ander idee dat werd uitgeprobeerd in Groot-Brittannië is de zwarte doos. Die registreert je snelheid, het aantal kilometers, enzovoort. Dat deed vooral jonge bestuurders trager rijden en minder vaak ‘s nachts. Een goede zaak, maar het proefproject werd stopgezet. Klanten waren niet bereid om extra geld op tafel te leggen voor zo’n doos. En ze waren bezorgd om hun privacy. De maatschappijen wisten dan weer niet hoe ze die doos konden recupereren als een klant zou overstappen naar een andere verzekeraar.”

Moeten groene verzekeringsproducten dan afgevoerd worden?

DLUGOLECKI. “Er bestaan baanbrekende verzekeringstechnieken die inspelen op de klimaatproblematiek. Verzekeraars die bijvoorbeeld een goedkopere overstromingsverzekering bieden aan klanten die hun huis beter bestand maken tegen waterschade, zodat ze bij wijze van spreken alleen de vloer eens moeten dweilen nadat het water is weggetrokken.”

Zullen mensen daartoe wel bereid zijn?

DLUGOLECKI. “Daar komt de overheid op de proppen. Als die zegt dat elk huis en elke fabriek aan bepaalde milieuvriendelijke standaarden moet voldoen, dan helpt dat de zaak enorm vooruit. Verzekeraars zouden geen harde onderlinge concurrentie meer moeten vrezen aangezien in zo’n scenario dezelfde normen gelden voor iedereen. Overheden moeten dus samenwerken met verzekeraars, al was het maar om de risico’s van bepaalde plannen niet alleen te hoeven dekken.”

Hoe moet zo’n samenwerking in België? Een kleine verzekeringsmarkt waar alleen grote buitenlandse spelers op zitten. Wordt onderhandelen in dat geval niet erg moeilijk?

DLUGOLECKI. “Niet noodzakelijk. Op de Belgische markt is een aantal gerespecteerde verzekeraars aanwezig – zoals Munich Re, Swiss Re, AXA, Allianz – dat al heel lang met klimaatverandering bezig is. Bovendien is het een voordeel voor de overheid om een internationale verzekeraar bij zijn plannen te betrekken. Dat maakt de context breder en er is meer geld beschikbaar.”

Komen er hogere premies? En krijgen schadeverzekeraars zoiets uitgelegd?

DLUGOLECKI. “Als het klimaat verandert, moeten particulieren en bedrijven sowieso dieper in hun buidel tasten. Ook als ze zich niet langer willen verzekeren.”

Hebben verzekeraars geen andere katten te geselen? De financiële crisis bijvoorbeeld?

DLUGOLECKI. “Je hebt gelijk. Veel verzekeraars zijn nu wel het meest bezorgd om hun investeringsportefeuille. Maar als ze nog vijftien jaar wachten, is het te laat. Volgend jaar wordt in Kopenhagen al onderhandeld over een opvolger voor het Kyoto-protocol. Ik werk aan een rapport voor de VN in dat verband, om ervoor te zorgen dat de verzekeringssector betrokken wordt bij het finale akkoord. Tot nu toe hadden ze vooral contact met ministers van Financiën, eerder dan met ministers van Milieu. Op die manier sluimert het risico dat de klimaatproblematiek geminimaliseerd wordt door de financiële wereld.”

Conclusie?

DLUGOLECKI. “Klimaatverandering is een van de voornaamste uitdagingen waar verzekeraars mee geconfronteerd worden. En we hebben slechts tien tot vijftien jaar om tot een voldoende bevredigende oplossing te komen.”

Door Celine De Coster

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content