De toeristenbakker

Een weekendje naar de kust? Waarschijnlijk komt u er bakkerij St.-Aubertus tegen. Zij bakken broodjes voor de bewoners aan de kust, maar vooral voor de toeristen.

Als de werknemers van St.-Aubertus vakantie willen nemen, doen zij dat best tijdens de wintermaanden. Het paasweekend betekent het startsein van de drukke dagen in de bakkerij. Met zijn vele winkels aan de West-Vlaamse kust, is het bedrijf erg afhankelijk van het toerisme. De zomermaanden juli en augustus zijn dé topmaanden.

“In de zomermaanden is elke dag voor ons een zondag. Niet om te rusten. Integendeel, er is werk te veel. Tot driemaal per dag leveren wij dan vers brood en patisserie aan onze winkels,” vertelt Carlo Sanders, zaakvoerder van het familiebedrijf.

St.-Aubertus verkoopt zijn brood en banket via eigen verkooppunten. Momenteel zijn er zeventien winkels, allemaal uitgebaat in eigen beheer. Om de herkenbaarheid van de winkels te vergroten, zijn ze ingericht op dezelfde manier: logo, neonreclame, kleuren…

“Onze winkels zijn gesitueerd in een straal van 30 km rond Oostende, waar de bakkerij gevestigd is. Zo zijn we in staat om de beste service te garanderen. We kunnen snel leveren en meerdere malen per dag. Hoe verser hoe liever,” aldus Sanders.

De verkooppunten zijn goed voor 75% van de omzet, die schommelt rond de 175 miljoen frank. Het overige kwart wordt gerealiseerd door de verkoop aan scholen, hotels, vakantiecentra en bejaardentehuizen.

St.-Aubertus werd in 1965 opgericht door vader Sanders met twee werknemers in dienst. Hijzelf was geen bakker, maar tekende de krijtlijnen uit voor de toekomst: kwaliteit en versheid. Zijn zoon, Carlo, nam in 1980 de fakkel over en leidde het familiebedrijf verder in goede banen. Vandaag werken bij bakkerij St.-Aubertus 30 mensen in het laagseizoen en 55 in het hoogseizoen.

De firma, die zijn naam te danken heeft aan de patroonheilige van het graan, wil in de toekomst het aantal verkooppunten verder uitbreiden. “Een jaar of drie, vier geleden zag het er voor ons niet goed uit. Er werd een algemene daling vastgesteld van de verkoop van brood. Vooral jonge mensen vervingen een boterham door fastfood. De beroepsfederatie leverde de voorbije jaren enorme inspanningen om brood terug populair te maken. En de verkoop van brood is inderdaad opnieuw gestegen, maar de eetgewoonten zijn wel veranderd. Vroeger aten de mensen veel meer patisserie. Nu is dat enkel voorbehouden voor het weekend of tijdens speciale gelegenheden. Vooral de vraag naar kleine broodjes, zoals sandwiches, pistoletten en piccolo’s stijgt. Onder meer omdat vele bakkers, slagers of broodjesbars belegde broodjes aanbieden. Wafels en donuts doen het ook zeer goed. De klanten zijn veeleisender geworden. Zij willen meer variëteiten en kakelverse producten. De tijd dat je naar de bakker ging om een wit of een bruin brood, is allang voorbij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content