DE SCHEIDING DER MACHTEN. EEN MACHT TE VEEL ? Partikratie en mediakratie
De onmisbare verklaring voor het toenemend geharrewar in de politiek en de media waarin de rechterlijke macht verwikkeld is, ligt in haar bestaan zelf. Dit bestaan is grondwettelijk ; het is een onderdeel van nog fundamenteler bepalingen betreffende de scheiding van de drie machten (de andere twee zijn de wetgevende en de uitvoerende), die evenwel door de voortschrijdende partikratie ook niet meer zo gescheiden zijn. Het beginsel is fundamenteel : elk van deze drie machten verkrijgt slechts legitimiteit indien zij zelfstandig en onafhankelijk van elkaar opereren, indien zij tegen elkaar afgeschermd en beschermd zijn dus in dit geval de rechters tegen de politiek, inzonderheid tegen de uitvoerende macht.
Het “ieder op zijn plaats” is overal precair, ook in andere landen. Behalve allerlei beschikkingen en de hooggeroemde traditie vergt het ook de aanwezigheid van karakter en etiek, hier meestal aangeduid als integriteit. Zo staat het iedereen voor de geest dat nog geen halve eeuw geleden de militaire tak van de rechterlijke macht (een zonderlinge vermenging) zich gedragen heeft als een partijdige justitie, dit wil zeggen politiek en communautair-politiek (zoals het thans wordt genoemd) niet onpartijdig was.
KONFLIKT.
Het beginsel van de scheiding der machten heeft uiteraard daarna een reeks grondwetsherzieningen moeten overleven. De rechterlijke macht kreeg te maken met talrijke wetgevende en uitvoerende machten en werd er meer en meer in betrokken, zelfs institutioneel, voordien reeds met de Raad van State en daarna met het Arbitragehof. De professionele wereld van het recht, waarvan deze macht toch ook deel uitmaakt, is in beslag genomen door een expanderende “litigatie-kultuur” (men procedeert steeds meer over alles) ; beroepen als advokaat en notaris zijn volop in mutatie.
Ik wil direkt aannemen dat de rechterlijke macht een konflikt met de politiek of een nauwere omgang met de media niet heeft gezocht, dat een moord op een belangrijk politicus nodig was om daartoe te leiden, en dan nog pas na verloop van jaren. De overkorrekte conformistische wereld van de magistratuur heeft nu meer en meer te maken met twee politieke instellingen, zij het ook feitelijke, andere dan degene die in de rechtswetenschap worden beschreven. Dit zijn de afspraak en het lek.
COMBINE.
De politiek is een verwarde wereld die volop in ontbinding verkeert, maar die zich steeds meer uitstrekt over andere gebieden : in de eerste plaats de ekonomie, maar ook de kultuur en de media. Deze politiek heeft steeds meer afspraken nodig om bijeen gehouden te worden en te kunnen funktioneren (zij het slecht). Men komt tot allerlei regelingen (met geven en nemen, want voor wat hoort wat) die gemeen hebben dat zij niet openbaar worden gemaakt, tenzij bij consensus en op een bepaalde wijze. Het publiek weet dit natuurlijk ; het heeft een grote handigheid ontwikkeld om een combine in te vullen tussen wat bekend is.
Zoals men weet, moet de justitie echter ook bewijzen voorleggen. Doet zij dat, dan komt zij uiteraard op politiek terrein. Hoe groot moet bij haar niet de verleiding zijn om zich in haar strijd met de politiek ook te bedienen van een andere techniek van deze tegenstander, namelijk het lek ? In een tijdperk van toenemende mediakratie staat deze mogelijkheid op ieder ogenblik ter beschikking.
ALTERNATIEF.
De scheiding van de drie machten, waarover ik het in het begin had, wordt nog moeilijker of denkbeeldiger wanneer men deze vierde feitelijke macht (de media) en haar belangen voor ogen houdt. Wat dan gebeurt, kan men met enige afstand volgen op het Italiaanse toneel. Daar vechten politiek en magistratuur om de voorrang, om de macht bij de publieke opinie ; het zou mij niet verbazen als de politiek daar inderdaad haar primaat bevestigde. Het konflikt is het leven zelf van de politiek, niet van de rechterlijke macht en evenmin van de ekonomie (hoewel macht en konkurrentie ook niet zo verschillend zijn).
Deze vaststelling is niet uitzichtloos. Wie het niet eens is met deze gang van zaken, moet toch vaststellen dat niet de magistratuur en uiteindelijk ook niet de media op zichzelf voor verandering zullen zorgen, maar dat het alternatief ten slotte door de politiek geleverd zal worden een andere politiek uiteraard. Welke hinderpalen van welke aard ook in de weg worden gelegd, van grondwettelijke beschikkingen tot afspraken tussen gevestigde machten : het zal steeds mogelijk zijn een duidelijk en doenbaar alternatief uit te werken, ervoor op te komen, er aanhang voor te werven en dit ook te bewijzen.
NETWERK.
Intussen is de scheiding der machten voorbij. De scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht is voorbijgestreefd door de politieke partikratie, die daarover een net van afspraken heeft gevlochten. Dit net heeft zich ook uitgestrekt over de scheiding van machten (wetgevende en uitvoerende) tussen de federatie en de deelstaten. De teoretici van het federalisme hebben altijd geweten dat een werkelijk federalisme slechts mogelijk is in een demokratische staatsvorm, dit wil zeggen allereerst een staat met drie geïnstitutionalizeerde machten.
Het netwerk wordt nu ook uitgebreid over de derde macht, de rechterlijke. De schermutselingen tussen de partikratie en de magistratuur worden grotendeels geleverd op het terrein van de vierde macht, de media, optredend voor de openbare mening. Hier worden de lekken uitgespeeld en de kommentaren geuit. De voorsprong van de politiek is groot, en de tegenkracht kan alleen op het politieke terrein zelf tot een macht uitgroeien.
LODE CLAES
Lode Claes is voorzitter van de redaktie-adviesraad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier