De lessen van mevrouw Watanabe

Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Het spook van deflatie duikt op in Europa. Japan heeft bijna twintig jaar geworsteld met prijsdalingen. In het land van de rijzende zon regelt moeder de vrouw de financiën van het gezin. We zetten enkele lessen van mevrouw Watanabe op een rijtje.

Voorlopig hebben we in ons land enkel negatieve inflatie. Economen spreken pas van een ontwrichtende deflatie wanneer zowat alle prijzen van consumentengoederen maanden op rij zakken. “Ik begrijp dat spaarders en beleggers bang zijn voor deflatie”, zegt Frank Vranken, hoofdstrateeg van de private bank Puilaetco Dewaay. “Maar zover zijn we nog niet.” De inflatie is in België al eerder onder nul gezakt zonder dat de prijzen daarna in een neerwaartse spiraal kwamen, bijvoorbeeld in november 2009. Voor wie angst heeft voor een Japan-scenario,volgen richtlijnen om zijn beleggingsportefeuille te beschermen.

Cash

Er staat 255 miljard euro op de Belgische spaarboekjes. Dat lijkt gigantisch, maar de Japanners potten nog meer op. Het financiële vermogen van de Belg bestaat voor een derde uit cash en deposito’s, terwijl mevrouw Watanabe — de algemene naam voor de beleggende Japnse huisvrouw — meer dan de helft van haar geld op rekeningen heeft staan. “De Japanners hebben er niet slecht aan gedaan zoveel cash aan te houden”, benadrukt Emmanuel Hermand, die vanuit Parijs het Japanse beurshuis Nomura vertegenwoordigt in onze contreien.

De vergoeding op hoogrentende spaarboekjes valt vandaag al bij al nog mee. Zelfs op een klassiek spaarboekje bij de marktleider BNP Paribas Fortis is de vergoeding in reële termen hoger dan de voorbije jaren (zie grafiek). Dat betekent dat spaargeld minder aan koopkracht inboet dan enkele jaren geleden.

Voorlopig afficheert geen enkele Belgische bank een negatieve spaarrente. Het risico is te groot dat mensen hun geld wegtrekken zodra ze moeten betalen om het bij de bank te laten staan. De banken zullen eerder hun kosten optrekken, bijvoorbeeld op zichtrekeningen. Dat is iets om in het oog te houden.

Obligaties

“Als we in deflatie terechtkomen, dan zal dat bijna zeker hand in hand gaan met een economische depressie”, zegt Vranken. “Dan komt het er in de eerste plaats op aan zeker te zijn dat een bedrijf of een land zijn schulden kan terugbetalen.”

Vranken waarschuwt wel dat er gevaar schuilt in het traditionele antwoord op deflatie: langlopende overheidsobligaties. “Overheidsobligaties zijn normaal de beste bescherming tegen deflatie. De vaste rente wordt bij een algemene prijsdaling meer waard. Maar het valt niet uit te sluiten dat de rente stijgt (en dat obligaties dus minder waard worden, nvdr), ook al kampen we met deflatie. Het zijn de inflatieverwachtingen die de obligatierente bepalen. Die verwachtingen zijn doorgaans stabieler dan de inflatie.”

Het Planbureau rekent er bijvoorbeeld op dat de prijzen van consumptiegoederen in ons land het komende jaar opnieuw met 1,6 procent zullen stijgen. Belgisch staatspapier met een looptijd van tien jaar brengt nog ongeveer 1 procent op, onvoldoende om de verwachte inflatie te compenseren dus.

De veiligste obligaties brengen bitter weinig op en dat is te wijten aan een jarenlange politiek van ‘financiële repressie’ of ‘stille onteigening van de spaarder’. De regelgevers hebben banken, verzekeraars, pensioenfondsen — en zelfs particulieren — richting overheidsobligaties gestuwd. Daarna zijn de centrale banken ook obligaties beginnen te kopen. Door de grote vraag naar het schuldpapier zijn de koersen gestegen en is de rente sterk gedaald. Het gevolg is dat overheden vandaag uitzonderlijk weinig rente moeten betalen op hun schulden en de spaarder bijzonder weinig vergoeding krijgt.

“Twintig jaar geleden dacht ik: wie koopt er nu Japans tienjarig staatspapier met een rente van 3 procent. Tien jaar geleden dacht ik: wie koopt er nu Japans papier met een rente van 1,5 procent. En kijk, nu staat de Japanse lange rente op 0,5 procent”, nuanceert Hermand. “Bij een langdurige, hardnekkige deflatie ontpoppen zelfs dure overheidsobligaties zich nog steeds tot een veilige haven.”

Individuele obligaties maken amper 2 procent van de Japanse portefeuille uit. De Belg besteedt zo’n 8 procent van zijn geld aan vastrentende effecten.

Obligatiefondsen en levensverzekeringen

Een spreiding van de risico’s lukt beter via een beleggingsfonds of een levensverzekering. Vooral omdat bedrijven steeds minder obligaties uitgeven voor particulieren. Zowat alle financiële producten met een lage, vaste rente zien er plots weer wat interessanter uit in een scenario van deflatie. Bij een instap in een obligatiefonds of een levensverzekeringproduct komen er doorgaans wel meer kosten kijken dan bij de aankoop van individuele obligaties.

Verzekeringen (27 %) en beleggingsfondsen (5 %) zijn na cash de belangrijkste componenten van het financiële vermogen van Japanse gezinnen. Bij de Belgische gezinnen gaat de slinger iets meer richting beleggingsfondsen (11 %) en iets minder richting verzekeringen (25 %).

Aandelen

Bedrijven worstelen in tijden van deflatie, vooral wanneer consumenten hun aankopen uitstellen. Aandelen presteren dan doorgaans slecht. “Voor aandelen geldt dezelfde vuistregel als voor bedrijfsobligaties”, meent Vranken. “Ga op zoek naar bedrijven met een sterke balans, actief in een defensieve sector, met stabiele cashflows. Ik denk aan bedrijven met prijszettingsmacht, zoals Coca-Cola, Nestlé, grote farmabedrijven, marktleiders of oligopolisten zoals de verkoper van industriële gassen Linde.”

Mevrouw Watanabe houdt 9 procent van haar financiën in aandelen aan. De portefeuille van de Belg bestaat voor bijna 24 procent uit aandelen.

Andere munten

“De Japanners gingen in perioden van deflatie vooral op zoek naar hoogrentende obligaties in andere munten en buitenlandse aandelen met een aantrekkelijk dividendrendement. Ik denk dan aan obligaties in Australische of Nieuw-Zeelandse dollar of zelfs aan obligaties in Braziliaanse real. En dat is op lange termijn een verstandige strategie gebleken”, zegt Hermand. Hij voegt er wel aan toe dat niemand voluit de kaart van andere valuta durft te trekken, uit angst voor ongunstige wisselkoersevoluties. Die zijn moeilijk te voorspellen. Ook al lijkt de euro goed op weg om almaar goedkoper te worden, het kan verkeren.

Zowel Vranken als Hermand denkt evenwel dat Europeanen er niet slecht aan doen hun portefeuille te kruiden met een snuifje blootstelling aan de Amerikaanse dollar.

Schulden

“Schulden wil je niet hebben in een omgeving van dalende lonen en dalende prijzen”, stelt Hermand. Een lening voor een grote aankoop aangaan kan ronduit gevaarlijk zijn in een periode van deflatie. “Ik zou het vooral afraden voor mensen die afhankelijk zijn van hun loon voor de afbetaling van de lening. Het zou best kunnen dat dat loon naar beneden wordt aangepast, terwijl de maandelijkse afbetalingen even hoog blijven”, bevestigt Vranken. In het ergste geval riskeer je bijvoorbeeld een huis af te betalen dat minder waard is dan de resterende afbetalingen. Een aantal Amerikanen is na de vastgoedcrash in de VS in die situatie terechtgekomen.

ILSE DE WITTE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content