‘De geloofwaardigheid van sommige landen staat op het spel’

Jean-Claude Trichet beweert dat het voortbestaan van de euro nooit bedreigd werd. Volgens de vroegere voorzitter van de ECB moet de eenheidsmunt niet gered worden. Toch moeten de eurolidstaten onverwijld bezuinigen.

De oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) ontvangt ons in de ambtswoning van de Franse schatkistbewaarder. De eetkamer baadt in het licht en geeft uit op de tuin van het Palais Royal. De zware fluwelen gordijnen en het geboende parket lijken de heldere stem van Jean-Claude Trichet te dempen. Toch klinken zijn uitspraken luid en duidelijk: alleen budgettaire rechtlijnigheid en monetaire stabiliteit kunnen ons uit de crisis halen.

JEAN-CLAUDE TRICHET. “Ik denk niet dat de euro gered moet worden, gewoon omdat hij nooit bedreigd werd. De euro heeft sinds zijn ontstaan zijn deugdelijkheid bewezen en hij biedt al vijf jaar opmerkelijk weerstand aan de zwaarste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Verwonderlijk is dat niet. De euro is een munt die uitgegeven wordt door de centrale bank van een economisch geheel dat betere economische fundamentals vertoont dan de meeste andere grote ontwikkelde landen. Of we het nu hebben over het extern evenwicht, het begrotingstekort of de schuldenlast, de eurozone zit in haar geheel in een gunstiger positie dan de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk, en als het over de toestand van de begroting gaat, staat ze er steviger voor dan Japan.

“Het draait vooral om de geloofwaardigheid van een aantal Europese overheden en de financiële en economische instabiliteit die daaruit voortvloeit. Als de landen in moeilijkheden de nodige hervormingen doorvoeren en hun belofte nakomen om orde op zaken te stellen in hun begrotingsrekeningen, dan kan de ECB met een grote kans op succes uitzonderlijke, onconventionele maatregelen nemen.”

De ECB gaat nu wel een hele stap verder door een programma voor onbeperkte inkoop van overheidsobligaties aan te kondigen.

TRICHET. “Sinds het begin van de crisis heeft de ECB, steunend op zo helder mogelijke analyses, blijk gegeven van haar actie- en reactievermogen. De ECB is de eerste centrale bank ter wereld die al van bij de uitbraak van de crisis op 9 augustus 2007 onconventionele maatregelen nam. De voorbije vijf jaar heeft ze twee standaardregels verlaten. Door de commerciële banken onbeperkt liquide middelen te bezorgen tegen een vaste rente. En door op de secundaire markt overheidsobligaties op te kopen. Dat zijn beslissingen van mei 2010 en augustus 2011. Europa moet de rest van de wereld, en dus zijn schuldeisers, dringend aantonen dat het het zeer ernstig meent met de financiële en economische stabiliteit.

“Het succes van het jongste plan van de ECB hangt af van een combinatie van drie maatregelen. De verbintenis van de landen in moeilijkheden om hun openbare financiën weer op de rechte weg te brengen. De naleving van de belofte van de andere landen van de eurozone om hen te hulp te komen. En de verbintenis van de ECB om staatsobligaties in te kopen op voorwaarde dat de beloften van de regeringen wel degelijk worden nagekomen.”

Alle grote centrale banken hebben onconventionele maatregelen genomen. Hebben die acties hun balansen niet aangetast? Dat zegt Jens Weidmann, de gouverneur van de Bundesbank, in bedekte termen.

TRICHET. “Alle centrale banken van de geïndustrialiseerde landen hebben zich verbonden tot een zeer substantiële verhoging van hun balanstotaal. Sinds het midden van 2007 is de balans van de ECB toegenomen tot zowat 11 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de eurozone. In de Verenigde Staten ligt de toename van de balans van de Federal Reserve waarschijnlijk dicht in de buurt van 12 procent, in het Verenigd Koninkrijk is dat nog iets meer. Die cijfers tonen aan dat alle ontwikkelde landen te maken hebben met een probleem van financiële bemiddeling dat in normale omstandigheden niet voorkomt. De centrale banken moeten dus zelf een omvangrijke bemiddelingsopdracht vervullen. Uiteraard hebben de centrale banken risico’s genomen. Daarom moeten ze nu ook uiterst waakzaam zijn.”

U benadrukt het weerstandsvermogen van de euro tegen de crisis en toch merken we bij de bevolking een zekere teleurstelling. Hoe verklaart u die paradox?

TRICHET. “Er zitten zeventien landen in de eurozone. Geen enkele regering, geen enkele publieke opinie vindt in meerderheid dat een uitstap uit de euro een goed idee is. Ik denk dat je het eerder moet hebben over twijfels over de eenheidsstrategie die door de Europeanen gevolgd wordt. Maar is dat niet normaal? In de eerste plaats heeft de crisis alle economische en financiële strategieën in de meeste geavanceerde landen op de helling gezet. Dezelfde discussie over de economische strategie duikt ook op in de VS en Japan.

“Het Europese project heeft ons bijna 70 jaar vrede, voorspoed en het formidabele historische succes van de eenmaking van Europa opgeleverd. De nieuwe generatie beschouwt die verwezenlijkingen als normaal en beseft niet dat de opbouw van Europa een doorslaggevende rol gespeeld heeft. Het is dan ook normaal dat er twijfel rijst in de publieke opinie.”

Behoort de Europese voorspoed tot het verleden?

TRICHET. “Helemaal niet. Sommige landen gaven blijk van een opmerkelijk weerstandsvermogen tegen de crisis. Dat zijn de landen die op voorhand al aanzienlijke economische en budgettaire aanpassingen doorvoerden. Duitsland slaagt erin om in volle crisis arbeidsplaatsen te scheppen. Vertrekkend van de moeilijke toestand die volgde op de hereniging, wist het vanaf 1999 zijn concurrentiekracht te herstellen en zijn openbare financiën in evenwicht te brengen. Die dubbele inspanning werpt vruchten af. Ook Zweden, dat na de crisis van de jaren negentig zijn evenwicht teruggevonden heeft, doorstaat de crisis goed door een aanzienlijke daling van zijn openbare bestedingen in verhouding tot zijn bbp. Ook Canada geeft om dezelfde redenen blijk van een grote standvastigheid.”

Maar die landen zijn nog voor de crisis aan hun economisch zelfonderzoek begonnen en hun inspanning heeft tijd gekost. Moet in volle crisis de bezuinigingsplanning niet versoepeld worden?

TRICHET. “De budgettaire toestand van elk land hangt af van zijn eigen huishoudens, ondernemingen en nationale en internationale spaarders en beleggers. De geloofwaardigheid van een land en het vertrouwen dat het geniet, zijn noodzakelijke voorwaarden voor groei en jobcreatie. Voor landen die er niet meer in geloven, is het van essentieel belang om snel dat vertrouwen te herwinnen dankzij een geloofwaardige aanpassing. Ze hebben er geen belang bij om de moeilijke maatregelen nog langer uit te stellen.”

U hebt het over budgettaire convergentie, maar in de eurozone maken we eerder een economische divergentie mee.

TRICHET. “De eurozone bevindt zich in dezelfde symmetrische toestand als in de beginjaren van de euro: Noord-Europa is welvarender dan Zuid-Europa. Het fundamentele probleem is het gebrek aan economisch bestuur, de niet-naleving van het stabiliteits- en groeipact in 2003-’04 onder impuls van Frankrijk en Duitsland en het ontbreken van toezicht op de indicatoren van de concurrentiekracht in de landen.”

Uit gemakzucht?

TRICHET. “Ongetwijfeld. De demagogie haalt het vaak van de taal van de waarheid. En de term ‘convergentie’ wordt soms verkeerd begrepen. Hij betekent niet ‘zeer snel dezelfde levensstandaard bereiken in de landen’. Om dat te bereiken volstaat het niet toe te treden tot de euro. De convergentie van de levensstandaard kan alleen tot stand komen door de snelle toename van het productiviteitsniveau in de landen die met een achterstand kampen, kwestie van de levensstandaard te verhogen zonder de concurrentiekracht aan te tasten en werkloosheid te creëren.”

FRANCK DEDIEU EN BÉATRICE MATHIEU (L’EXPANSION)

“De eurozone zit in haar geheel in een gunstiger positie dan de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk”

“Het fundamentele probleem is het gebrek aan economisch bestuur, de niet-naleving van het stabiliteits- en groeipact in 2003-’04 onder impuls van Frankrijk en Duitsland”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content