BRAND WAS NIEUWE START. Met vlag en wimpel

Op 7 maart ’93 legde een hevige brand het Nijvelse bedrijf Fidra nagenoeg volledig in de as. Een gedroomde aanleiding om te delokalizeren ? Neen hoor, de vlaggen- en parasolproducent herrees sterker dan ooit. Kompetitief zijn

in de Belgische textielsektor kan nog.

De zon priemt weer door de wolken. De zomer komt eraan. Mooie vrouwen, jonge dandy’s, keuvelende huismoeders, gezapige ambtenaren, uitblazende zakenlui zetten zich op de talloze caféterrassen onder de parasols van Fidra.

Fidra leeft van de seizoenen, want ook zijn tweede produkt vlaggen heeft zijn piekmomenten : feestdagen allerhande. Zelf leeft het Nijvelse bedrijf onder buitenlandse vlag sinds 1989, toen het Nederlandse Faber Holding, wereldleider in de vlaggenproduktie, Fidra overnam van de familie Lachenal. Kort daarna huurde Faber Holding een headhunter in om een interimmanager te zoeken voor Fidra : het werd de nu 62-jarige Eduard Verhavert. Hij moest het bedrijf leiden in afwachting dat Mark Faber, de oudste van drie zonen van stichter Arnoud Faber en jurist van de universiteit van Leiden, dat zelf zou kunnen doen. Mark Faber (30j.) is inmiddels benoemd tot gedelegeerd bestuurder. Zegt Verhavert : “Eigenlijk draagt Mark nu de volle verantwoordelijkheid. Bij de familie Faber vond ik, zij het op kleinere schaal, dezelfde sfeer terug van een familiebedrijf dat vooruit wil, zoals bij mijn vorige werkgever Mars. “

EEN NIEUWE START.

Gedelegeerd bestuurder Eduard Verhavert heeft een indrukwekkende staat van dienst (zie kader blz. 52). Maar toen op de avond van 7 maart ’93 een brand het bedrijf volledig in de as legde, moest hij toch even alle hens aan dek roepen.

Balans van die ramp : géén enkele klant verloren, een solide basis voor de bedrijfskontinuïteit werd gelegd, en de nieuwe aktiviteiten, voor de brand gestart, werden verder ontwikkeld. Hoe speelde de leiding van Fidra dat klaar ? Dank zij een reddingsplan dat de dag na de katastrofe door de direktie werd uitgedacht. Verhavert : “Onmiddellijk na de ramp hebben we via de pers het bericht verspreid dat we wel afgebrand maar niet uitgeteld waren. We zouden alle orders uitvoeren. Gelukkig konden wij voor de vlaggenproduktie rekenen op de steun van ons moederbedrijf Faber Holding in Amsterdam. “

Mark Faber : “Je moet na een brand op de eerste plaats het hoofd koel houden. Wij hebben onze 54 onzekere werknemers verteld dat er “eventueel een probleempje zou kunnen rijzen”. We hebben hen echter onmiddellijk gerustgesteld door onze plannen te ontvouwen. “

Verhavert bleef koel-zakelijk : “Paniek is uit den boze. Eerst moet je een team samenstellen, met voor ieder een duidelijke verantwoordelijkheid. We hadden één obsessie : de klanten mochten er niets van merken. Vertrouwen geven aan onzekere werknemers en via hen aan ongeruste klanten is essentieel. De eerste klap hebben we vrij goed opgevangen. Wat het moederhuis niet aankon, bestelden we bij konkurrenten. Die boden spontaan hun hulp aan. Hun positieve opstelling heeft ons verrast, ook al gaven ze ons geen gunstprijsjes. We waren overigens verzekerd tegen winstverlies. Gelukkig waren onze administratie en computerbestanden gespaard gebleven en kregen we dus vlug zicht op de lopende orders. ” Solidariteit tussen konkurrenten, kan dat ? Mark Faber klaart dit op : “Het vlaggenwereldje is een klein onderonsje : in Nederland vind je twee fabrikanten, in België ook (nvdr naast Fidra is er Wollux in Moeskroen, aldaar verwend met circa 70 miljoen frank overheidssteun), in Duitsland vier, in Frankrijk en in Spanje telkens één. Rijst er ergens een probleem, dan wordt daar vlug over gepraat. “

Verhavert stelt zich weer commercieel op : “Onze klanten verder bedienen, daar ging het om. Zeer snel hebben we bepaalde produkties terug opgestart. Het voorschot van 15 miljoen frank, dat de verzekering ons ter voorkoming van meer verlies heeft uitbetaald 15 dagen na de katastrofe, heeft ons hierbij geholpen. Een maandje later stond er een prefabgebouw, naaimachines werden besteld en er kwam een robot waarmee de pilootlijn voor parasolproduktie meteen opnieuw kon draaien. We wilden ook onze kwalitatief betere arbeiders niet kwijt, door hen aan de slag te houden. ” Faber : “Die robot werd twee weken te laat geleverd. Nog een geluk, of die was ook in de vlammen opgegaan. Parasols zijn voor ons een nieuw produkt. Je kunt ze drukken als vlaggen, maar de konfektie ervan gebeurde altijd buitenshuis. Wil je konkurrerend zijn, dan moet je dat in eigen huis doen. Met die idee zijn we hier begonnen. Toen beslist werd dat ook het afwerken van vlaggen moest worden gerobotizeerd, kwam de idee op om de vlaggen die in Nederland gemaakt werden ook ginder af te werken. Wij vreesden hier toen voor een onvermijdelijke tewerkstellingsafbouw. Met 50 mensen maakten we toen in Nijvel 300 tot 400 vlaggen per dag, met de automaat in Nederland met vijf mensen 3000 tot 5000 vlaggen. “

GOEDKOPER.

Vader Faber nam echter een gelukkige beslissing, dixit Verhavert. Hij zette zijn ervaren stiksters en naaisters in die parasolafdeling. Want in België parasols goedkoper produceren dan in een lage-lonenland, hoe doe je dat ? Met bekwaam personeel en de noodzakelijke investeringen in robotizering en automatizering. Nu gaan er in Nijvel per dag gemiddeld 1700 parasols de deur uit. Verhavert : “Verhuizen we of niet, dat is een doodnormale vraag na een brand van een textielbedrijf. We moesten eerst het moederhuis ervan overtuigen dat we mits de noodzakelijke investeringen in automatizering in België goedkoper konden produceren dan in het buitenland. We hadden immers reeds ervaring opgedaan in Marokko en in Ierland. Dat nooit meer. ” Faber verduidelijkt : “Lage lonen zijn het enige wat die landen te bieden hebben. Vanwege de afstand moet je grote containers vol parasols laten komen, waarvan je niet weet of ze wel deugen. Hier kunnen wij snel inspelen op de wensen van onze klanten en hebben we vat op de kwaliteit. ” Verhavert : “De robotizering bracht hier een molen op gang : onze tewerkstelling is niet alleen gehandhaafd, maar gestegen, van 52 vorig jaar naar 62 nu. Onze nettowinst steeg met 25 % in vergelijking met vorig boekjaar, dat wij, ondanks alles, met voldoende winst afsloten. Wij hebben een bijna onhaalbare weddingschap gewonnen : produktie waarborgen tegen prijzen lager dan deze van de landen met “lage” loonkosten en dan nog met meer personeel. Ook dat is in België nog mogelijk. “

BDB

EDUARD VERHAVERT EN MARK FABER (FIDRA) “Wij produceren hier goedkoper dan in een lage-lonenland. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content