BERLIJN

Het grote voordeel van het kleine vliegveld Tempelhof is dat je landt in Berlijn zelf. Het vreemde is echter dat je dat nauwelijks kunt geloven omdat je vanuit de lucht een immens bosgebied op je af ziet komen, waartussen na een tijdje ook huizen en een lijnenspel van straten opdoemen. Het lijkt wel om een buitengebied te gaan, niet om Duitslands meest prestigieuze stad met 4,5 miljoen inwoners en een oppervlakte van 30 op 40 km.

Die eerste indruk blijft bestaan ook als je uitgebreid op verkenning gaat in de verschillende wijken. Slechts bitter weinig straten zijn boomloos gebleven, in het centrum zelf strekt zich een compleet bos uit – Tiergarten -, want 200 ha. kun je bezwaarlijk een park noemen. Dat heeft ook zo zijn gevolgen. De eerste ochtend in ons hotel, in de Bayreutherstrasse vlakbij de drukke Kurfürstendamm, werden we gewekt door het gekras van kraaien. Dat betekent meteen een bizar ontwaken, met een gevoel van complete geografische verwarring. Je verwacht dergelijke geluiden niet in een wereldstad.

En als je verder aan het vergelijken gaat met de immense ochtend- en avondspitsen in eigen steden als Brussel en Antwerpen komt er een tweede gevoel van verbazing over je. Natuurlijk is het er ook wel even aanschuiven op de piekuren, maar dat gewriemel is gauw voorbij en heeft weinig gemeens met de waanzinnige toestanden bij ons. Dat is – cynisch gezegd – allicht een voordeel als je stad tot een ruïne wordt gebombardeerd, zoals met Berlijn gebeurde in de tweede wereldoorlog. Dan kun je meteen van nul herbeginnen met een op de toekomst gerichte ruimtelijke ordening. Maar dat is slechts een gedeeltelijke verklaring. Belangrijk is vooral een degelijk georganiseerd openbaar vervoer dat ervoor gezorgd heeft dat voor de auto geen echt dominante rol is weggelegd. Berlijners verplaatsen zich vooral via de ondergrondse U-Bahn, die al sinds 1902 functioneert, of via de bovengrondse S-Bahn. En wie geen gebruik maakt van de metro kan ook de autobus nemen.

Wie kennis

wil maken met de stad doet er goed aan op Bus 100 te stappen. Zij rijdt heel frequent tussen het Bahnhof Zoologischer Garten, vlakbij de Kurfürstendamm en de indrukwekkende Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche, en de Alexanderplatz, tot voor kort het centrum van Oost-Berlijn en tevens een ode aan de monumentale socialistische architectuur. De rit duurt ongeveer een uur en op dit traject liggen de meeste bezienswaardigheden. Voor de prijs van één busticket krijg je niet alleen veel te zien, maar zo’n rit stimuleert ook je oriëntatievermogen. Lijn 100 verschillende keren nemen is nog het best. Met een goede handleiding kun je dan geregeld afstappen en verder op tocht gaan. Het blijft nog altijd zo dat je een stad best leert kennen met het openbaar vervoer, en verder te voet.

Vlakbij de Brandenburger Tor, Berlijns meest bezochte monument waarlangs tot een kleine tien jaar geleden de muur tussen Oost en West liep, rijst nu een woud op van kranen en bouwsteigers, met als centrum de befaamde Potsdamer Platz. Even verder ligt het gebouw van de Rijksdag dat in 1995 door Christo werd ingepakt met een zilverig glanzende folio en waarin nu ingrijpende aanpassingswerken worden uitgevoerd. Dat is nodig omdat de Rijksdag in september 1999 opnieuw de zetel wordt van het Duitse parlement en het historische Reichstagsgebäude daarmee zijn oude status en glorie terugkrijgt.

Die parlementaire overstap van Bonn naar Berlijn heeft ook tot gevolg dat de ongeveer 600 parlementsleden ruimte krijgen voor kantoren en logement terwijl westelijk daarvan, langs de kronkelende Spree, gewerkt wordt aan de prestigieuze residentie van de toekomstige kanselier Gerhard Schröder of misschien toch nog Helmut Kohl.

Ook de privé-sector

beleeft triomfantelijke tijden met de Potsdamer Platz als centrum, een reusachtig bouwterrein van anderhalve op één kilometer en zonder twijfel de grootste bouwwerf van Europa. Eminente architecten, zoals de Italiaan Renzo Piano, laten hier hypermoderne en gedurfde constructies uitvoeren voor appartementsgebouwen, hotels, internationale concerns, kantoren, winkels en culturele instellingen. Er wordt koortsachtig en tegen een hoog tempo gewerkt. Als deze realisatie af is, beleeft de Potsdamer Platz en omgeving een architecturale wereldpremière die ook toeristisch een oppertroef wordt. Wie wil weten hoe dit nieuwe hart van Berlijn er zal uitzien, kan terecht in een drie verdiepingen hoog, roodgekleurd gebouw, de Info-Box.

Precies die bouwactiviteiten roepen momenteel ook negatieve reacties op. Nogal wat mensen beweren dat je best komt kijken als alles af is, en dat het zeker het moment niet is voor een city-trip. Dat is onzin. Ook zonder al die nieuwbouw is Berlijn een intrigerende stad, een ware ontdekking voor wie er nooit eerder was en heel anders dan toeristisch meer bezochte steden als Londen en Parijs. Je hebt er het gevoel, naast vele zwaar beladen historische herinneringen, een stap vooruit in de tijd te zetten. In Berlijn lijkt de 21ste eeuw al volop aanwezig te zijn.

Al die nieuwbouw, met zijn sociale implicaties, roept echter ook weerstanden op. Dat zegt ons Hanja Van Dijck, een jonge Vlaamse vrouw die zich 8 jaar geleden in Berlijn is komen vestigen.

“Er is al geruime tijd een discussie aan de gang over een punt dat erg gevoelig ligt”, zegt ze. “U moet weten dat, in aantal mensen uitgedrukt, Berlijn de derde grootste Turkse stad ter wereld is. De Turken hebben op sommige wijken hun eigen stempel gedrukt. Over het algemeen is er geen gevoel van vijandschap tussen Turken en Berlijners, maar het blijven wel gescheiden gemeenschappen. Eén van de vaste gewoonten van de Turken is dat zij tijdens de weekeinds in massa gaan barbecuen in de reusachtige groenstrook van Tiergarten. Zelfs wie tijdens de weekends in of nabij Tiergarten de ogen sluit kan zich niet vergissen. Overal hangt de typische brand- en braadgeur van kookstelletjes waarrond duizenden Turkse gezinnen plaats nemen tijdens hun wekelijkse uitstapje. Met de komst van de regering uit Bonn was er lang sprake van dat het gedaan moest zijn met het weekeind-grillen. Dat voornemen veroorzaakte echter zoveel commotie dat het ernaar uitziet dat de Turken toch mogen blijven. Dit voorval is echter typisch voor wat Berlijn volgens sommigen te wachten staat: een karakterverandering door de komst van talrijke Bonner-mensen.”

“Ook de bouwrage roept kritiek op. Niet alleen wordt er nogal wat gebouwd langs de oevers van de Spree, waardoor sommige wandelpaden afgesloten zijn, maar bovendien is er de vrees dat de nieuwe winkel- en wooncentra, o.m. de Potsdamer Platz, zo duur en exclusief worden dat gewone mensen er in feite uitgesloten zijn.”

“Een andere dualiteit, die nog altijd bestaat al zijn de officiële grenzen weggevallen, is de kloof tussen Oost en West. Op zicht is er geen verschil meer, maar de mentaliteit blijft verschillend. Over het algemeen zijn de West-Berlijners nog steeds een stuk rijker ook. Opvallend is verder dat Berlijn uitbreidt en zijn grenzen dus verlegt in de richting van de schitterende groene omgeving van de stad. Het neveneffect daarvan is dat er vrij veel leegstand is in de binnenstad en de huur- en aankoopprijzen een dalende trend vertonen.”

Een handleiding

is noodzakelijk voor een bezoek. Daarin alle tips opvolgen is van het goede te veel. Hieronder onze selectie van wat echt moet.

* Een wandeling vanaf de Brandenburger Tor over Unter den Linten, de vernieuwde Champs Elysées van Berlijn. Daar rechts de Friedrichstrasse in met schitterende winkels en verbluffende architecturale hoogstandjes zoals het Audi-gebouw en het Quartier 206 (in nr. 71). Aan het einde van de Friedrichstrasse kom je aan de beroemde gewezen grensovergang Checkpoint Charlie, vrijwel verdwenen door de nieuwbouw. Wat blijft, is het wat rommelige museum Haus am Checkpoint Charlie (inkom 8 DM). Enkele honderden meter naar rechts is nog een stuk Muur als historische herinnering overeind gebleven, langs de Niederkirchnerstrasse en uitgevend op de Wilhelmstrasse.

Langs de Friedrichstrasse, maar aan de andere kant van Unter den Linden vind je op de hoek van de Oranienburgerstrasse het cultuurcentrum Tacheles, gehuisvest in de oorlogsruïne van een winkelcentrum met vijf verdiepingen. De meest vreemde vormen van alternatieve kunstbeleving gedijen er welig. Waar, even verderop, de Friedrichstrasse Chausséestrasse wordt, ligt links het stemmige Dorotheen Friedhof, met o.m. de uiterst sobere grafsteen van Bertolt Brecht.

* De 3,5 km. lange Kurfürstendamm als mondaine boulevard. Prachtige huizen en interieurs zie je o.m. in de op enkele honderden meter van de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche gelegen Fasanenstrasse, een zijstraat van de Kurfürstendamm. In de Fasanenstrasse ligt het pakkende Käthe-Kollwitz Museum.

* Kaufhaus des Westens, in de Tauentzienstrasse nabij de Kurfürstendamm. In dit 60.000 m² grote en zes verdiepingen tellende warenhuis is letterlijk alles te verkrijgen. Meest bekend is de zesde verdieping waar zowat alle lekkernijen uit alle continenten te pronk en te koop staan. Alles uitzonderlijk vers en van eerste kwaliteit. Vis, vlees, wild, kaas, thee, wijn, brood – wat je maar wil. Kopen en meenemen, of ter plaatse proeven en degusteren. Het is zoals de klant het wil.

Berlin is eigenlijk niet eine maar meerdere Reise wert.

TEKST: JOHAN STAES / FOTO’S: GLOBAL PICTURES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content