Barolo & Barbaresco. Het Boergondische Italië

De Italiaanse wijnen zijn al even gevarieerd als deze van onze zuiderburen. De belangrijkste streken kennen dezelfde bekendheid als Bordeaux en Bourgogne, al heten ze hier Toscana, Piemonte en Veneto.

HARRY DE SCHEPPER

Italië is nog steeds de grootste wijnproducent ter wereld, maar sinds kort niet meer de grootste wijnkonsument. Italianen drinken steeds minder wijn, nog slechts 55 liter per capita, tegenover meer dan 83 liter tien jaar geleden. Maar ze drinken nu wel betere wijn. Dit fenomeen wordt trouwens overal en tevens ook in andere branches waargenomen. Denken we maar aan ons eigen bierverbruik dat voortdurend vermindert, waar tegenover staat dat het verbruik van edele bieren stijgt.

Italië heeft wijnkundig zeker zoveel te bieden als Frankrijk, maar onze referentie blijft tot nader order de Franse wijn. Zo wordt Toscane meestal met Bordeaux vergeleken en Piemonte met Bourgogne, al is zo’n vergelijking nooit erg opportuun. Wel zijn er gelijklopende benaderingen wat de grondstof van de wijn aangaat. In Bordeaux en Toscane is de wijn een assemblage van verschillende druivesoorten en kan men de grilligheden van de natuur door een precieze menging bijsturen. In Piemonte, evenals de Bourgogne met de Pinot noir, worden de beste wijnen uitsluitend met één enkele druif gemaakt, de Nebbiolo. De natuur heeft een duidelijkere invloed op de jaarlijkse kwaliteit.

De Nebbiolo

is vrij uniek in het Italiaanse wijnlandschap. De druif vraagt een specifieke omgeving om te gedijen, zodat we ze meer zuidelijk nauwelijks aantreffen. Nebbiolowijnen kunnen variëren van licht en fruitig tot grootse, krachtige en rijk gestoffeerde topwijnen. Deze voor Italië zeer typische en inheemse druif wordt vooral in het noorden, in heuvelrijke gebieden, aangeplant. Er zijn meerdere subvariëteiten waarvan de belangrijkste de Michet- en de Lampiaversies zijn. In de koelere zones geven ze de beste wijnen. De koelte vertraagt immers het rijpingsproces, wat de vorming van het aroma in de pel van de druif sterk bevordert. Het rijpen situeert zich laat op het jaar, wanneer de valleien van de Tanarorivier in een hardnekkige nevel gehuld zijn. Nevel en mist heet in het Italiaans nebbia en dit zou een etymologische verklaring zijn voor de naam Nebbiolo. De druif heeft een dikke pel, waardoor ze een hoge weerstand biedt aan de vochtigheid en tegelijkertijd wijnen geeft met een hoge koncentratie aan kleur en tannines.

De beste zone

bevindt zich in de omgeving van de stad Alba, op hellingen naar de Tanarorivier. De erkende Barbaresco-zone is een klein gebied ten noorden van de stad Alba. Het omvat 500 ha wijnland die in drie verschillende dorpjes gesitueerd zijn : Barbaresco, Neive en Treiso. De zones die met andere druivelaars aangeplant zijn, brengen bijvoorbeeld Barbera d’Alba of Dolcetto d’Alba voort. Zo produceert elke Barbaresco-wijnboer ook een aantal andere wijnen en kan hij een gamma van verschillende wijnen aanbieden. Het zijn allemaal monocépagewijnen, dus wijnen van een en dezelfde wijnstok gemaakt. Het reliëf is hier ietwat minder diep uitgesneden en de hellingen minder steil dan in Barolo. Er zijn dan ook minder uitgesproken verschillen tussen de wijnen van de verschillende dorpen. De wijnen moeten een minimum van 12,5 procent alcohol volume bevatten en vooraleer te verhandelen moeten ze minimum twee jaar oud zijn, waarvan minimum één jaar in eikehouten vaten. Riserva moeten dan weer meer dan vier jaar oud zijn vooraleer ze verkocht mogen worden.

De Barolo

genieten van een reputatie de beste wijnen van de Piemonte te zijn en misschien wel van geheel Italië. Ze behaalden samen met de Barbaresco als eerste de zo begeerde DOCG-titel, de hoogste erkenning van herkomstbenaming in de Italiaanse wijnwereld. Het gebied ligt ten zuiden van de stad Alba en omvat 1200 ha, die verdeeld liggen over de gemeenten Barolo, Castiglione Falletto, Serralunga d’Alba, Monforte d’Alba, Novello, La Morra Verduno, Grinzane Cavour, Diano d’Alba, Cherasco en Roddi. Een redelijk verspreide produktiezone, die in twee valleien verdeeld wordt : de Barolo-vallei en de Serralunga-vallei.

De eerste zone brengt meer finessevolle wijnen voort, terwijl die uit de andere vallei meer uitgesproken en rijker aan tannine zijn. Alleen de hellingen van beide zones komen in aanmerking. Het gehele gebied vertoont dan ook een dieper uitgesneden reliëf, waardoor de Barolowijnen doorgaans krachtiger zijn dan de Barbaresco’s. Men laat ze ook langer op vat vooraleer te bottelen. De wet schrijft voor dat de wijnen minimum 3 jaar oud moeten zijn, waarvan minimum een lagering van 2 jaar in eikehouten vaten.

Het zijn de topwijnen van de Piemonte. Hoewel velen, meestal de groothandelaars die hun eigen belang verdedigen, van oordeel zijn dat de ideale Barolo een samenstelling is van Barolo’s uit verschillende dorpen, stelt men meer en meer vast dat wijnboeren hun wijnen onvermengd van elke wijngaard afzonderlijk voorstellen. De naam van de wijngaard of cru, te vergelijken met het Franse lieu-dit, wordt dan ook vaak op het etiket vermeld.

De beroemdste wijnbouwer

in de Piemonte is Angelo Gaja, een Barbaresco-producent met een wereldomvattende bekendheid. Met zijn Sorì Tildìn, Sorì San Lorenzo en Costa Russi torent hij boven al zijn Barbaresco kollega’s uit als de beste wijnmaker. Hij tilde zijn bedrijf op het internationale voorplan met een uitzonderlijke kwaliteit, die hij bekwam dankzij een modernere aanpak in het wijnmaken. Tevens ligt het resoluut uitschakelen van elk element dat de kwaliteit zou kunnen belagen, aan de basis van zijn sukses. Er moeten dan ook offers gebracht worden en dat vertaalt zich dan weer in hogere prijzen.

Gaja verklaart : “In Piemonte zijn de wijnen monocépagewijnen. We hebben hier niet de mogelijkheid, zoals dat wel het geval is in Toscane, te assembleren. Dus moeten we de kwaliteit zoeken in lagere rendementen en met een betere uitrusting wijn maken. Een van onze belangrijkste problemen is het late rijpen van de Nebbiolo, soms pas in de tweede week van oktober. De temperatuur is dan reeds behoorlijk laag en de gisting start dan ook niet onmiddellijk. Zonder de nodige technische ingrepen van bekwame oenologen loopt men gevaar voor oxydatie en andere negatieve evoluties. Een van de grote verbeteringen is de ontwikkeling van de techniek waarbij men de druivemost opwarmt zonder de kwaliteit van de druiven in gevaar te brengen. Ook wordt het gebruik van het houten vat of barrique beter begrepen. Het belangrijkste hierbij is de toevoer van zuurstof tijdens het verouderen, maar weinigen waren zich hiervan bewust en lieten de wijnen onnodig lang op het hout verouderen zodat ze aftakelden. “

Tot voor kort

produceerden de wijnboeren bijna uitsluitend druiven die ze aan de lokale groothandel verkochten. Meer en meer produceren de wijnboeren nu ook zelf hun wijn naar het voorbeeld van Angelo Gaja. “We zijn geëvolueerd naar een struktuur die men in Bourgogne aantreft. De kleinere maar goede bedrijven brengen nu zelf wijn voort, waardoor de gemiddelde kwaliteit bij de groothandel wat afneemt en uiteraard ook vermindert. Vroeger zei men dat de beste Barolo of Barbaresco assemblages waren van wijnen uit verschillende dorpen, maar met de huidige evolutie bewijst de nieuwe generatie de grote diversiteit van de twee DOCG-gebieden en komen de kenmerken van elke aparte wijngaard beter aan bod. “

En Angelo Gaja bleef niet bij de pakken zitten. Sinds acht jaar is een droom een wijngaard in de Barolo te bezitten, gerealizeerd. De wijngaard van het domein Marenca-Rivette ligt nabij het dorpje Serralunga d’Alba, in het oosten van het DOCG-gebied en de wijn wordt als Barolo Sperss (Piemontees voor ‘nostalgie’) op de markt gebracht. Met zijn Darmagi, een zuivere Cabernet-Sauvignon wijn, en zijn Chardonnay Gaja & Rey Gaja heeft hij zich ook met sukses op de markt van de Italiaanse toptafelwijnen gewaagd. Darmagi is het Piemontees voor ‘spijtig’. Telkens hij voorbij de wijngaard kwam, die beplant is met Cabernet-Sauvignon, gebruikte Angelo’s vader deze term omdat hij het spijtig vond dat deze wijngaard niet voor Barbaresco gebruikt werd.

Angelo Gaja, de koning van de Barbaresco : “Kwaliteit zoeken in lagere rendementen”.

Het dorp Barbaresco, omgeven door de Nebbiolowijngaarden. Piemonte produceert uitsluitend monocépagewijnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content