“Als we niet efficiënt zijn, spelen we onze rol niet”
De Belgische coöperatieve verzekeringsgroep P&V is vorig jaar in omvang verdubbeld, dankzij de overname van de ING-verzekeringstak. Nu is het alle hens aan dek om de integratie in goede banen te leiden. Topman Jacques Forest heeft daarom zijn pensioen nog een paar jaar uitgesteld, maar uitbollen is niet aan de orde.
Meer marktaandeel. Van vijf procent naar tien procent. Dat is de bedoeling. Tegen wanneer, en hoe? Jacques Forest (64), voorzitter van het directiecomité bij P&V, laat niet in zijn kaarten kijken. Bedachtzaam tuurt hij in de verte, naar de Brusselse skyline. “Ik voel dat de sector van de verzekeringen veel zal bewegen in de komende jaren”, klinkt het profetisch. “En dan moet je zorgen dat je zelf ook mee beweegt. Als we nog een beetje groter kunnen worden – tegen een goede prijs – dan zeg ik ja.”
Maar geen dolle avonturen, benadrukt Forest. Groei moet rendabel zijn, en moet bovendien passen in de filosofie en de strategie van zijn coöperatieve verzekeringsgroep. Andere verzekeraars en actieve investeringsbanken mogen het volgende noteren: P&V staat er, en eist een prominente plaats op op het radarscherm. Interessante aanbiedingen zijn van harte welkom.
Niet dat P&V wanhopig op zoek is naar een partner. 2007 was zelfs een jubeljaar. Een geconsolideerde premieomzet van 1,57 miljard euro, en een winst van 126,4 miljoen euro. Ten opzichte van 2006 betekent dat een stijging van het resultaat met 73 miljoen euro. Niet onbelangrijk: in 2007 werd P&V 100 jaar oud, en kon het de verzekeringstak van ING Insurance België inlijven. Het gaat om de verzekeringen die door makelaars verkocht worden.
Door de overname werd P&V de zesde verzekeringsgroep van België, en stootte het door tot de top drie van de makelaarsdistributie in ons land – na Fortis en AXA. Ook geografisch is de overname een goede zaak: P&V, dat vooral actief is in Wallonië en Brussel, kan nu ook Vlaanderen veroveren.
Verschillende bedrijfsculturen
Het spreekt voor zich dat de inlijving van de nieuwe activiteiten geen gemakkelijke zaak is. De operatie moet zijn afgerond tegen eind 2010, voorspelt Jacques Forest. Momenteel worden de informaticasystemen op elkaar afgestemd, en zaken als de boekhouding, HR en het financieel bestuur. De volgende stap is een eengemaakt productgamma.
En de grootste uitdaging van het integratieproces? “De verschillende bedrijfsculturen”, zegt Forest. “Een werkgroep heeft nagegaan hoe de werknemers van P&V, en die van ex-ING Insurance, hun maatschappij zien. Uit die analyse werden de gemeenschappelijke waarden gedestilleerd, en nu zoekt de werkgroep uit hoe we die kunnen implementeren.”
De vakbonden hebben vertrouwen in een voorspoedige afloop. “De onderhandelingen over de harmonisering van de loon- en arbeidsvoorwaarden zijn bezig”, vertelt Miranda Ulens, BBTK-secretaris en verantwoordelijk voor de sector financiën in Brussel-Halle-Vilvoorde. “De eerste voorstellen van de directie waren onaanvaardbaar – onder meer omdat er niks concreets op papier stond over werkgarantie – maar nu zitten we op de goede weg. P&V is niet beursgenoteerd, en dat is een groot voordeel. De maatschappij kan haar eigen koers varen, en heeft een traditie van gezond sociaal overleg. Natuurlijk zijn er ook frustraties en onzekerheid bij het personeel, temeer omdat de vorige overname bij P&V nog maar net was afgerond. Zoiets kun je nu eenmaal moeilijk vermijden, maar het pleit in het voordeel van P&V dat het respect voor de mensen op de werkvloer altijd groot is geweest. Al blijft het natuurlijk een bedrijf dat winst wil maken.”
Geëngageerd
Zo is er bijvoorbeeld de verzelfstandiging geweest van de eigen exclusieve agenten bij P&V. Een nogal liberaal ogende maatregel. Maar dan wel eentje die zorgt voor meer dynamiek en minder kosten, verzekert Jacques Forest. Efficiëntie is voor de topman uiterst belangrijk. Zorgt die efficiëntie op termijn niet voor een uitholling van de sociaal geëngageerde visie van P&V – te meer omdat een groot deel van het werk nu wordt uitbesteed aan makelaars?
Forest draait de kwestie om. “Ik vind het niet slecht dat onze humanistische dimensie op die manier ook bij de makelaars zal doordringen. Ons jaarverslag begint met de zin dat we een coöperatieve zijn, en dat we die waarden willen behouden. Dus waarom zouden we dan dat engagement verloochenen, en waarom zou het in tegenspraak zijn met de visie van de makelaars? In mijn ideologie is het belangrijk dat er in de economie voldoende plaats is voor coöperatieve maatschappijen. Dat is almaar minder het geval, helaas. Ze hebben nochtans een milderend effect. Maar dat wil dan ook zeggen dat coöperatieven zeer efficiënt moeten zijn. Snel op de bal spelen, geen dubbel werk, de kosten drukken, enzovoort. Als we niet efficiënt zijn, dan spelen we onze rol niet. Ook coöperatieven moeten hun economische verantwoordelijkheid nemen.”
Omdat de kredietcrisis als een dreigende donderwolk boven het hoofd van P&V hangt? In het eerste kwartaal van 2008 heeft de maatschappij voor ongeveer 40 miljoen euro minwaarden geboekt, maar de activa zijn liefst acht miljard euro waard. En bovendien heeft P&V niet in Amerikaanse rommelhypotheken geïnvesteerd. Maar de situatie op de financiële markten ís een pijnpunt, zegt Jacques Forest. Net als de klimmende inflatie. “Aan zulke dingen kan ik niks doen. Ik kan het alleen maar jammer vinden, wetende dat het op een dag wel weer beter zal gaan.”
Forest voegt er fijntjes glimlachend aan toe dat de economische context ook voordelen kan hebben. Voor de overnamehonger van P&V, om precies te zijn. “Als het wat slechter gaat met de sector, creëert dat misschien opportuniteiten. Als je op lange termijn redeneert tenminste. Alles is nu een beetje goedkoper dan in normale omstandigheden. Het nadeel van de kredietcrisis is natuurlijk dat het veel moeilijker wordt om een overname gefinancierd te krijgen. Geld bij elkaar krijgen, wordt een probleem. Maar P&V heeft een mooi overnamepalmares waarmee we financiers kunnen overtuigen.”
En nog een geruststelling voor het cliënteel: P&V is – momenteel – niet van plan om zijn premies te verhogen. De concurrentie tussen de verzekeraars blijft namelijk zeer hard, en dan is het niet slim om een grote marge op te bouwen op de rug van de consument. De klant staat voorop bij P&V. No matter what.
De vraag is of die strategie wel vol te houden valt, in het steeds concurren-tiëler wordende verzekeringslandschap. Directe verzekeraars – die niet met tussenpersonen werken, maar wel via het internet bijvoorbeeld – werpen zich hoe langer hoe meer op als prijsbrekers, om maar iets te noemen. Maar P&V dekt zich in door zelf ook direct te verzekeren – via de dochtermaatschappij Actel. “Niet iets waar we momenteel op focussen”, moet Jacques Forest bekennen. “Maar dat kan veranderen, mocht er plots een grote vraag opduiken naar die manier van distributie. P&V is daar opportunistisch in.”
Gelijkgestemden
Een lonende strategie blijkbaar, want op de Belgische verzekeringsmarkt is P&V een van de weinige spelers die nog niet door een grote multinationale verzekeraar werd overgenomen. Of dat zo zal blijven? Forest: “Ik heb de jongste tijd veel geleerd. Als je niet weet hoe de economische situatie zal evolueren, moet je opletten wat je zegt. Als er zich mogelijkheden aandienen om met een andere maatschappij samen te werken, dan moeten we dat bestuderen. Maar een concreet plan heb ik nog niet, nee.”
Voor de overname van een deel van de activiteiten van ING Insurance België heeft P&V een beroep gedaan op drie gelijkgestemde sectorgenoten. De Franse verzekeraars MAIF en Macif hielpen de overname te financieren, en telden elk 100 miljoen euro neer voor een minderheidsbelang. Ook het Italiaanse Unipol legde 150 miljoen euro op tafel, en nam een belang van 19 % in P&V-dochter Vivium.
Net als P&V zijn MAIF, Macif en Unipol lid van Euresa: een Europese structuur voor samenwerking en uitwisseling van ervaringen tussen coöperatieve of mutualistische verzekeringsmaatschappijen in België, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Griekenland, Denemarken, Zweden en Duitsland. In 1990 was P&V een van de stichtende leden van Euresa. De jarenlange samenwerking tussen P&V en IMA (Inter Mutuelles Assistance) is bijvoorbeeld een verdienste van het Europese netwerk. Jacques Forest sluit niet uit dat zijn maatschappij in de nabije toekomst een deelname in het kapitaal van IMA neemt.
En of Euresa ook de kweekvijver kan zijn voor een commerciële samenwerking tussen de leden? “Daarvoor zou er een eengemaakte verzekeringsmarkt moeten zijn in Europa”, zucht Forest. “Toen we met Euresa begonnen, hadden we zoiets voor ogen. Een eengemaakte markt, en samen verzekeringsproducten aanbieden. Ondertussen zijn we tot de conclusie gekomen dat zo’n scenario onmogelijk is. De regels zijn nu eenmaal totaal verschillend in alle Europese lidstaten. Om nog maar te zwijgen van de fiscaliteit die verweven is met verzekeringsproducten. En toch moet het mogelijk zijn om op Europese schaal samen te werken met de andere Euresamaatschappijen. Maar gemakkelijk is zoiets niet. Als je dingen samen doet, wil dat zeggen dat je een deel van je macht moet afstaan. En dat ligt moeilijk. Ook in coöperatieve maatschappijen.”
Jacques Forest heeft nog tijd tot in 2011, want dan gaat hij écht met pensioen. Om te genieten van zijn familie, zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen. Meer daarover wil hij niet kwijt. Geen persoonlijke vragen. En als Trends wil weten of Forest vooral een socialist is, of vooral een bedrijfsleider, dan zegt hij zeer poëtisch: ” Il y a beaucoup de chambres dans la maison du Seigneur.” Een socialist dus die gelooft in een vrije markt. (T)
Door Celine De Coster/Foto’s Photonews
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier