De beste en slechtste pensioenspaarfondsen in 2023
De pensioenspaarfondsen wonnen gemiddeld 6,4 procent in 2023. Het beste fonds steeg bijna drie keer zoveel in waarde als het slechtste fonds.
Voor het individuele pensioensparen met fiscaal voordeel zijn er twee formules, sparen met een gemengd fonds of sparen met een levensverzekering. Voor 2024 kunt u wellicht tot 1.020 euro sparen met een belastingvermindering van 30 procent en tot 1.310 euro storten met een belastingvermindering van 25 procent. De voorbije jaren werden deze sommen niet geïndexeerd, om budgettaire redenen, maar de afgesproken bevriezing van de fiscale plafonds liep tot 2023.
De overgrote meerderheid van de pensioenspaarders met een levensverzekering kiest voor een tak 21-levensverzekering. Dat is jammer, want pensioensparen is per definitie iets dat u voor de lange termijn doet en de geschiedenis leert dat aandelen het meest opbrengen op de lange termijn. Met een tak23-levensverzekering kunnen pensioenspaarders voor een onderliggend fonds kiezen dat voor 100 procent uit aandelen bestaat.
Maximaal 75 procent in aandelen
De pensioenspaarfondsen kunnen niet voluit de kaart van aandelen trekken. Tak23-pensioenspaarverzekeringen zijn een vrij recent en nog relatief onbekend product, waar de wetgever (nog) geen beleggingsregels voor opgesteld heeft. De oudste pensioenspaarfondsen bestaan al sinds februari 1987 en zij kregen van bij de start een strak keurslijf van de wetgever. Daardoor kunnen zij maximaal 75 procent van de middelen van de pensioenspaarders in aandelen investeren. Zij kunnen ook niet voor 100 procent obligaties gaan. Pensioenspaarfondsen zijn steevast gemengde fondsen, met een portie aandelen en een portie obligaties. De redenering van de wetgever was allicht dat de stabiliteit van obligaties de volatiliteit van aandelen elkaar enigszins zouden compenseren.
Pensioenspaarfondsen mogen ook geen te groot wisselkoersrisico nemen en moeten een deel van hun investeringen reserveren voor smallcaps of kleinere aandelen. Die laatste regels zijn uitlopers van een oude verplichting om een deel van de middelen in de Belgische economie te investeren. Sinds het vrij verkeer van kapitaal in Europa is zo'n vorm van protectionisme niet meer toegestaan aan de lidstaten van de Europese Unie.
Bij de primus onder de pensioenspaarfondsen van 2023, Hermes Pensioenfonds, waren Belgische aandelen - van de holding Ackermans tot de chipmaker X-Fab - volgens het halfjaarrapport goed voor meer dan 10 procent van de portefeuille. Belgische aandelen wegen zwaarder dan Amerikaanse aandelen in het fonds, terwijl het gewicht van de Amerikaanse economie in de wereld uiteraard veel zwaarder is dan het gewicht van de Belgische. De pensioenspaarfondsen hebben traditioneel een patriottistisch kantje, al is het gewicht van België niet bij elk fonds even hoog als bij Hermes Pensioenfonds.
6 procent per jaar sinds 1987
Hermes Pensioenfonds won het afgelopen jaar bijna 10 procent, terwijl de beursgraadmeter MSCI World 18 procent erbij schreef. Die vergelijking houdt weinig steek, want pensioenspaarfondsen zijn geen zuivere aandelenfondsen. Bovendien zijn er bij elk beleggingsfonds ook limieten - om veiligheidsredenen - om te voorkomen dat één enkel aandeel te zwaar gaat wegen in de portefeuille (maximaal 10%) en de grootste vijf posities samen nooit meer dan 40 procent van het fonds uitmaken. Daardoor kunnen fondsen in sommige jaren de beursindexen helemaal niet bijbenen en kloppen ze in andere jaren de indexen met gemak.
Daarnaast is het rendement op één jaar niet zo belangrijk voor pensioenspaarders als het rendement over de lange termijn. En dan bedoelen we de heel lange termijn: dertig of veertig jaar. Wie sinds de start van Hermes Pensioenfonds op 10 februari 1987 deelbewijzen bezit, heeft een gemiddeld jaarlijks rendement van 6,3 procent op zak. Anders gezegd: 1.000 euro gestort in 1987 is nu 9.121,42 euro waard. Dat is het bewezen trackrecord van Hermes Pensioenfonds. Wat de toekomst brengt, weet niemand. Het loont om in het laatste periodieke verslag te duiken en het historisch rendement op te snorren.
Overigens hebben de pensioenspaarders met deelbewijzen van BNP Paribas B Pension Sustainable Balanced Classic - de achterblijver dit jaar - ook 6,1 procent gemiddeld per jaar behaald sinds 1987. De minder sterke prestaties van dit fonds over de afgelopen jaren worden gecorrigeerd door sterke prestaties in de daaraan voorafgaande jaren. Om maar te zeggen: pensioenspaarders staren zich best niet blind op één jaar en misschien zelfs niet op de laatste vijf jaar.
We hebben voor de overzichtelijkheid de kopieën van de BNP Paribas B Pension-fondsen niet weerhouden in de bovenstaande tabel. Ook bij AXA, bpost, Crelan, Fintro en Nagelmackers worden deze fondsen (soms onder een andere naam) verdeeld. Het gaat in wezen om dezelfde fondsen, die op dezelfde manier beheerd worden.
Bovenaan in de tabel vindt u vaker dynamische fondsen terug, die meer in aandelen investeren en minder in obligaties. Onderaan staan vooral defensieve fondsen, die meer in obligaties beleggen. Doorgaans kunt u zonder kosten overstappen van het dynamische naar het defensieve fonds van dezelfde bank bij het naderen van de pensioenleeftijd - en dus ook het moment waarop u uw kapitaal kunt opnemen - om uw winsten enigszins veilig te stellen voor een beurscrash. Het is normaal dat dynamische pensioenspaarfondsen beter presteren in de betere beursjaren dan de defensieve fondsen.
Stort in januari of spreid stortingen doorheen het jaar, omdat er weleens een januari-effect speelt op de beurzen. Sommige beleggers zetten hun nieuwjaarscenten meteen aan het werk, wat aandelen een duw in de rug geeft. Er zijn nog redenen om in januari te storten. De fiscus gaat bij pensioenspaarfondsen uit van een fictief rendement van 4,75 procent elk jaar om de eindbelasting van 8 procent op het kapitaal te berekenen. Bij de sterke beursjaren is dus een deel van het rendement belastingvrij. In de slechte beursjaren betalen pensioenspaarders belasting op een rendement dat ze niet hebben gehaald. Wie pas in december stort, haalt dat fictief rendement van de fiscus al zeker niet. Historische berekeningen leren dat de jaarlijkse belastingverminderingen de pensioenspaarders meer opleveren dan de eindbelasting weer afpakt. Lees hier meer over de voordelen van storten in januari. Er is maar één jaar dat u beter niet stort in januari en zelfs niet gespreid doorheen het jaar en dat is het jaar waarin u 60 wordt. Op uw verjaardag wordt de eindbelasting ingehouden en daarna kunt u nog vier jaar belastingvrij doorsparen.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier