Hoe deze pensioenspaarder 17.000 euro is misgelopen

PENSIOENSPAREN “De kracht van de samengestelde intrest moet je absoluut bewaken in je pensioensparen.” © Getty Images
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

België is een land van spaarders en pensioensparen is een van de populairste formules. Maar dat er een heel ruim aanbod van pensioenspaarproducten bestaat, naast de pensioenspaarfondsen bij de bank, is nauwelijks bekend. Een verkeerde keuze kan spaarders honderdduizenden euro’s aan rendement kosten.

Ondergetekende voelt zich bekocht. Ik ben onlangs te weten gekomen dat ik in de vijftien jaar dat ik aan individueel pensioensparen doe – ook wel bekend als de derde pensioenpijler – 17.000 euro aan rendement ben misgelopen. Er zijn twee formules om aan pensioensparen te doen: via een bank of via een verzekering. In het eerste geval belanden de maandelijkse of jaarlijkse bijdragen in een pensioenspaarfonds dat beheerd wordt door een bank. In het tweede geval stort je een premie in een verzekeringscontract.

Ik heb indertijd, zoals veel Belgen, gekozen voor een pensioenspaarfonds bij de bank. Volgens de cijfers van Assuralia en Beama, de koepelverenigingen van de Belgische verzekerings- en fondsensector, zat eind 2021 in ons land voor 25,5 miljard euro in pensioenspaarfondsen en voor 17 miljard euro in pensioenspaarverzekeringen. Elk jaar stortten de Belgen tussen 1,1 en 1,3 miljard euro in beide formules.

Ik heb nog het geluk dat ik in een van de beter presterende pensioenfondsen ben gestapt, het ARPE-fonds van Argenta. Dat zette de afgelopen tien jaar een gemiddeld jaarlijks rendement van 5,1 procent neer. Er zijn ook pensioenspaarfondsen die over dezelfde periode minder dan 2 procent per jaar hebben gehaald. Dan is 5,1 procent lang niet slecht.

Maar ik had mijn kapitaal ook via een pensioenspaarverzekering kunnen beleggen in een fonds en de afgelopen tien jaar een rendement van gemiddeld 12 procent per jaar kunnen halen. Zo biedt Athora met Profilife Pensioensparen tientallen fondsen aan, waarvan er enkele de afgelopen tien jaar meer dan 10 procent per jaar hebben opgeleverd. Als ik het verschil bereken tussen de 5 procent die ik heb gekregen, en de 12 procent die ik had kúnnen hebben, heb ik over de totale periode dat ik aan pensioensparen doe, zo’n 17.000 euro aan extra rendement misgelopen.

Te weinig bekend

“Mensen gaan zelden na of de rendementen op hun pensioensparen oké zijn in vergelijking met andere producten op de markt”, zegt John Romain, de oprichter van het financieeladvieskantoor Immotheker-Finotheker. Dat aanbod aan pensioenspaarproducten blijkt ook veel ruimer dan het twintigtal bankfondsen waar de meeste pensioenspaarders hun toevlucht toe nemen. “Er zijn 96 pensioenspaarproducten met een geschiedenis van minstens tien jaar op de markt”, zegt John Romain. “Het is nog te weinig bekend bij het grote publiek dat zo’n breed gamma bestaat. Dat moet meer bekendheid krijgen”, bevestigt Erik Weekers, de CEO van de Federatie voor Verzekeringsmakelaars (FVF).

Het is nog te weinig bekend bij het grote publiek dat zo’n breed gamma aan pensioenspaarproducten bestaat. Dat moet meer bekendheid krijgen’ Erik Weekers, Federatie voor Verzekeringsmakelaars

De beleggingsstrategieën en dus de prestaties van die 96 producten lopen enorm uiteen (over de verschillen tussen pensioenspaarproducten via een bank of via een verzekering gaat het volgende artikel). “Afhankelijk van het risico dat je bereid bent te nemen, lopen de jaarlijkse rendementen over de jongste tien jaar uiteen van -3,4 tot +12,8 procent per jaar”, zegt Romain. “Slechts 34 pensioenspaarproducten scoren beter dan het gemiddelde rendement van die groep, zo’n 60 zitten daaronder. Daarom is het zaak het rendement van je pensioensparen en je langetermijnsparen goed in de gaten te houden.”

17 miljard euro zat eind 2021 in Belgische pensioenspaarverzekeringen.

25,5 miljard euro zat eind 2021 in Belgische pensioenspaarfondsen.

Bereken je het verschil tussen een jaarlijks rendement van 5 en 12 procent over een periode van veertig jaar – de termijn waarover een doorsneepensioenspaarplan loopt – dan wordt de kloof nog groter. Iemand die op 25 jaar met pensioensparen begint en maandelijks 80 euro netto stort in een product dat gemiddeld 5 procent per jaar oplevert, zal op 65 jaar net geen 119.000 euro hebben vergaard. Met een gemiddeld jaarlijks rendement van 12 procent zou die eindsom na veertig jaar afklokken op 783.000 euro, of 664.000 euro meer.

“Over zulke lange looptijden wegen vooral hogere beginrendementen sterk. Dan kan 5 of 10 procent rendement een enorm verschil betekenen. Die kracht van de samengestelde intrest moet je absoluut zien te bewaken in je pensioensparen, om je geld voor jou te laten werken”, benadrukt John Romain.

Pensioensparen volgens de levenscyclus

Pensioensparen hoeft niet statisch te zijn. Spaarders hangen niet vast aan de formule waarvoor ze het eerst hebben gekozen. “Je pensioenspaarkapitaal zit vast tot je 60ste. Als je jong bent, moet je dus 100 procent in aandelen zitten. Over zo’n lange looptijd riskeer je daar niks mee”, stelt John Romain. Naarmate de pensioenleeftijd nadert, verandert het risico. “Als je 55 bent en je hebt je opgespaarde kapitaal binnenkort nodig, dan moet je je risico afbouwen en je kapitaal veiligstellen”, aldus Romain.

Verzekeringsformules zijn daarvoor beter geschikt dan bancaire pensioenfondsen. Iemand die dertig jaar via een tak 23-contract in een dynamisch aandelenfonds heeft belegd, kan dat bijvoorbeeld vanaf zijn 55ste omzetten in een tak21-contract met kapitaalbescherming en een minimale rendementsgarantie. Mensen die hun derde pijler via een pensioenfonds van een bank opbouwen, kunnen hun kapitaal hooguit overzetten naar een defensiever fonds, maar ze hebben geen enkele garantie dat dat niet in waarde kan afnemen. Je moet er wel aan denken, of het advies krijgen die overstap naar een veiligere formule op een bepaalde leeftijd te maken, benadrukt zowel John Romain als Erik Weekers.

Het is niet mogelijk over te schakelen van een bankfonds naar een verzekeringsformule of omgekeerd.

Van product wisselen

Spaarders kunnen van pensioenfonds wisselen en binnen de verzekeringsformule eenmaal per jaar overstappen van een tak21- naar een tak23-fonds of omgekeerd. Het is echter niet mogelijk over te schakelen van een bankfonds naar een verzekeringsformule of omgekeerd. “Wie een bankfonds heeft, kan de stortingen stopzetten, het fonds gewoon laten voortlopen en een nieuw plan bij een verzekeraar afsluiten”, stelt Erik Weekers. “Die wissel doe je het best aan het begin van een nieuw jaar, want je krijgt de fiscale aftrek slechts voor één contract per jaar.”

“Begin zo vroeg mogelijk met pensioensparen”, raadt Erik Weekers nog aan. “Het kapitalisatie-effect van de eerste stortingen is dan het grootst. En om zeker te zijn dat je het maximaal aftrekbare bedrag elk jaar haalt, kun je beter elke maand een klein bedrag storten dan te wachten tot het einde van het jaar, om het al dan niet in één keer te betalen. Dat heeft als bijkomend voordeel dat je eventuele koersschommelingen van je pensioenfonds of tak 23-fonds uitvlakt.”

Lees ook:

Lees hier morgen: Succesvol pensioensparen doet u zo 

Partner Content