Zeeën van verwachting
Het tij keert voor de oceanen. Voor het eerst lijkt iedereen overtuigd van hun belang voor het leven op aarde. Dat resulteert in verregaande voorstellen.
De technologie om vis uit de zee te halen, gaat nog altijd met rasse schreden vooruit. Dat geldt helaas ook voor de nevenschade, in de vorm van uitgeputte visvoorraden en vernielde ecosystemen. En dat is iets waar ook de mensen van wakker moeten liggen. Het komende jaar wordt gedenkwaardig: bondgenootschappen van politici, milieuactivisten en zelfs de visserijsector doen voorstellen die voor het eerst de kans bieden dat de aftakeling wordt gekeerd.
De visvangst op zee bereikte in 1996 een piek met 86,4 miljoen ton, maar is sindsdien afgegleden tot 78,9 miljoen ton in 2011. De achteruitgang was nog groter geweest, mochten de vissersvloten niet voortdurend verder en dieper op zoek gegaan zijn naar nieuwe voorraden. Door de meedogenloze jacht op vis is het deel van de visvoorraden die overbevist worden of uitgeput zijn, gestegen van 10 procent in 1974 tot 30 procent vandaag.
Vis op het bord brengen, gaat gepaard met verspilling en vernieling op grote schaal. Elke dag wordt 40.000 vierkante kilometer zeebedding afgeschraapt door bodemtrawls, die dode zones nalaten die decennia nodig hebben om zich te herstellen. Andere technieken zijn niet altijd beter. In zijn boek Ocean of Life beschrijft Callum Roberts van de universiteit van York de nevenschade die aangericht wordt door de beuglijnen (die verkocht worden als zeevriendelijker dan netten) die voor de kust van Costa Rica gebruikt worden om op goudmakreel te vissen. Om amper 211 goudmakrelen te vangen voor de Amerikaanse markt, richtten de beuglijnen een slachting aan. 468 waranaschildpadden, 20 bedreigde groene zeeschildpadden, 408 violette pijlstaartroggen, 413 zijdehaaien, 68 Pacifische zeilvissen en nog een heleboel andere soorten moesten eraan geloven.
Viskwekerijen bieden evenmin een oplossing. Zalmkwekerijen pompen evenveel stikstof in de Schotse zeeën als het onbehandelde afvalwater van een stad met 3,2 miljoen inwoners. Garnaalvijvers pompen meer afvalwater in de Oost- en Zuid-Chinese Zee dan de industrie.
Goed nieuws is dan weer het enorme herstellingsvermogen van de ecosystemen in de oceaan. Als ze de kans krijgen, veren de visvoorraden weer op. In 2014 neemt de druk toe om diepzeebodemtrawls te verbieden. Volgend jaar worden ook heel wat initiatieven genomen voor de inrichting van zeereservaten. Aan land wordt 12 procent van de aarde op een of andere manier beschermd. Op zee is dat minder dan 1 procent. Dat percentage gaat evenwel snel toenemen omdat de interesse voor de bescherming van de oceanen groeit bij het grote publiek en voortdurend nieuwe reservaten worden afgebakend. Die zijn enorm heilzaam als ze plekken beschermen waar vissen samenkomen, paaien of hun jongen grootbrengen. In 2014 neemt Groot-Brittannië het grootste zeereservaat ter wereld in een wet op: 320.000 vierkante mijl rond het minuscule Pitcairn in de Stille Zuidzee (bevolking: 55 zielen). Andere reservaten in volle zee rond Antarctica volgen.
Pompen of verzuipen
De internationale samenwerking over de oceanen wordt gehinderd door povere reglementering en beheer. Het VN-zeerechtverdrag, dat intussen dertig jaar oud is, schiep orde uit juridische chaos. Maar het ontbreekt de regionale visserijbeheerders aan macht om een en ander af te dwingen op volle zee, en landen zijn vaak te zwak of te weinig geneigd om toezicht uit te oefenen op hun eigen wateren. Daar kan de technologie te hulp schieten, bijvoorbeeld door vissersboten te verplichten toestellen aan boord te nemen die tonen waar ze zich bevinden. Een ander idee is barcodes aan te brengen op de vis zodra hij gevangen is, zodat de klanten in de winkel weten waar hij vandaan komt.
Dat is echter onvoldoende. In de eerste plaats garandeert een gezonde vispopulatie nog geen gezond ecosysteem, maar het zeerechtverdrag zegt niets over biodiversiteit. Onder de conventie en de resem agentschappen die het voortgebracht heeft (om de scheepvaart, diepzeemijnbouw, het leggen van kabels en nog veel meer te regelen) is consensus heer en meester.
Er staat heel wat op het spel. Honderden miljoenen mensen, vooral in Afrika en Azië, zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van de zee. Ondertussen, zegt Lynne Zieitlin Hale van de Amerikaanse ngo Nature Conservancy, wordt het belang van de zee voor het milieu veel beter begrepen. Bijvoorbeeld voor de klimaatregeling, het hergebruik van zuurstof en de absorptie van koolstofdioxide.
De Global Ocean Commission, die David Miliband onder haar leden telt, doet in het volgende jaar verregaande voorstellen, met de bedoeling de verschillen tussen rijke en arme landen te overbruggen. Maar als ze even de kans krijgen, doen de oceanen zelf wel het zware werk om zichzelf weer gezond te maken.
De auteur is redacteur Azië van The Economist
DOMINIC ZIEGLER
Aan land wordt 12 procent van de aarde beschermd. Op zee is dat minder dan 1 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier