Wordt de euro een lire, of blijft hij een mark?

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

De euro heeft een steile duik achter de rug. De Griekse problemen hebben een deuk gemaakt in de goede reputatie van de Europese eenheidsmunt. Er is een algemene consensus dat een zwakke euro geen probleem is, maar een oplossing. Dat is om twee redenen fout. Een zwakke munt is nooit een sterkte geweest en de Duitsers zien een zwakke munt niet zitten.

Nouriel Roubini zegt wat vele anderen ook denken: de euro moet verder verzwakken. Dr. Doom voorspelt pariteit tegenover de Amerikaanse dollar, maar nu al proberen anderen hem voorbij te steken, kwestie van later de nieuwe Roubini te kunnen worden.

Een zwakke euro zou de oplossing zijn voor veel problemen, stellen die economen. Het zou de problemen van de Club Med-landen verlichten, de export van de eurozone ondersteunen, en een correctere weerspiegeling zijn van de zwakke Europese economie.

Het paard van Troje

Even terug naar de start van de euro. Geen enkel land zou zijn nationale munt hebben opgegeven om in een Griekse drachme te stappen. Iedereen wilde een beetje een Duitse mark worden. België en Frankrijk probeerden al jaren het zog van de Duitsers te houden. Nederland had een sterke munt, die met de Duitse kon wedijveren. Dus laat ons eerlijk zijn: de euro werd een Europese mark, met een centrale bank in Duitsland, Wim Dui(t)senberg als president en Otmar Issing als waakhond.

De landen convergeerden naar het niveau van de beste: de inflatie naar het niveau van de laagste, de groei werd opgekrikt, strenge budgettaire discipline werd de standaard.

De euro was het paard van Troje om noodzakelijke maar onpopulaire maatregelen door te voeren. De Europese eenheidsmunt kreeg een sterke credibiliteit, en won marktaandeel als reservemunt.

Te snelle uitbreiding

De te snelle uitbreiding van de eurozone is een foute politieke beslissing geweest. Blijkbaar is men nog niet tot dit inzicht gekomen, want in het midden van deze crisis werd ook Estland nog opgenomen. De euro staat vandaag op een kruispunt: vervagen de normen en kiezen we voor de ‘lire-aanpak’, of behouden we discipline en blijft de euro een mark? De euro heeft zich tot nu toe tegenover de Amerikaanse dollar zoals de Duitse mark gedragen, en het was een de facto sterke munt. Als we de Italiaanse aanpak kiezen (competitieve devaluatie, inflatie creëren, budgettaire ontsporing), dan wordt het een zwakke munt. Het is het verschil tussen 80 eurocent of 1,50 eurocent per dollar.

We weten echter dat een zwakke munt geen duurzame oplossing is voor structurele problemen. Devaluaties veroorzaken ook duurdere import van grondstoffen, hogere rente, en competitieve luiheid. Duitsland had een sterke munt én een sterke export. Er is geen enkele onderbouw voor de stelling dat een zwakke munt economische problemen oplost, integendeel.

Duitsland legt de lat hoger

En Duitsland is niet van plan zijn koers te wijzigen. Het heeft al die inspanningen niet gedaan om een lire te krijgen. Het heeft de afgelopen weken de lat hoger gelegd: lagere tekorten, betere concurrentiekracht. Hoe lang duurt het voor landen smeken om uit de euro te mogen stappen? Want denk niet dat iemand de Duitsers zal vragen om op te stappen.

Als de euro wil overleven, zal het volgens het Duitse recept moeten. Een duurzame munt kan niet misbruikt worden voor een politieke agenda, of om een gebrek aan noodzakelijke hervormingen te compenseren . Een zwakke munt is alleen een softdrug: ze geeft een tijdelijke roes die doet geloven dat de problemen verdwenen zijn.

DE AUTEUR IS CEO EN CHIEF ECONOMIST VAN ECONOPOLIS.

REACTIES ZIJN WELKOM OP trends@econopolis.be

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content