Wie woont wettelijk samen?

Wettelijk samenwonenden worden voortaan voor de toepassing van de personenbelasting met gehuwden gelijkgesteld. Maar wat wordt onder ‘wettelijk samenwonen’ verstaan?

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

werden tot nog toe op het gebied van de inkomstenbelastingen als alleenstaanden belast. De fiscus hield op geen enkele manier rekening met het feit dat zij burgerrechtelijk een bijzonder statuut hebben.

Met ingang van het aanslagjaar 2005 worden zij bij de inkomstenbelastingen volledig met gehuwden gelijkgesteld. Op het eerste gezicht heeft dat geen grote gevolgen. Vanaf het aanslagjaar 2005 wordt de personenbelasting ook voor gehuwden (bijna) volledig gedecumuleerd toegepast. Niet alleen de beroepsinkomsten, maar ook de onroerende, de roerende en de diverse inkomsten worden in principe volledig afzonderlijk – per echtgenoot – vastgesteld en aan de belasting onderworpen.

Voor wettelijk samenwonenden verandert er dus niet veel. Zij werden vroeger als alleenstaanden afzonderlijk belast. En zij worden nu, na hun gelijkstelling met gehuwden, in principe ook afzonderlijk belast.

VERLIES. Toch zijn er belangrijke verschilpunten. Door hun gelijkstelling met gehuwden krijgen zij nu ook toegang tot het stelsel van het huwelijksquotiënt. Dat stelsel is vooral voordelig als slechts één van beide partners een beroepsinkomen heeft. Een deel van het beroepsinkomen van de alleenverdiener wordt dan overgeheveld naar zijn partner, waar het volledig afzonderlijk wordt belast. Die overheveling heeft tot gevolg, dat het effect van de progressieve tarieven van de personenbelasting gemilderd wordt en dat ook het belastingvrije minimum twee keer van toepassing is.

Een ander voordeel van de gelijkstelling met gehuwden is dat beroepsverliezen van de ene samenwonende partner nu ook, zoals bij gehuwden, overgeheveld kunnen worden naar de andere partner, waar ze met belastbare inkomsten gecompenseerd kunnen worden.

WIE? In de praktijk blijkt nogal wat verwarring te bestaan over de vraag wie wettelijk samenwonende is. Het antwoord is nochtans eenvoudig. Het zijn die personen die verschenen zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand en daar, overeenkomstig de regels van het burgerlijk recht, een verklaring van wettelijk samenwonen hebben afgelegd.

De verwarring is allicht ontstaan omdat er tegenwoordig niet alleen op het gebied van de inkomstenbelasting een gelijkstelling met echtgenoten geldt, maar ook op het gebied van de schenkings- en successierechten. En omdat er op dat laatste gebied in de drie gewesten drie verschillende regelingen gelden.

WALLONIË. Het Waals gewest is het strengst. De gelijkstelling met gehuwden geldt hier slechts (voor de toepassing van de schenkings- en successierechten), als de verklaring van wettelijk samenwonen ten minste een jaar eerder werd afgelegd. Bovendien geldt de gelijkstelling niet als de verklaring werd afgelegd door twee broers en/of zussen; of door een oom en zijn neef of nicht, of door een tante en haar neef of nicht.

BRUSSEL. In het Brussels hoofdstedelijk gewest zijn ze milder. Daar geldt de gelijkstelling met gehuwden (voor de toepassing van de schenkings- en successierechten) zodra iemand een verklaring van wettelijk samenwonen heeft afgelegd. Een minimumtermijn is niet vereist. En er geldt ook geen uitsluiting voor bepaalde relaties.

VLAANDEREN. In het Vlaams gewest is de drempel het laagst. Daar geldt (voor de toepassing van de schenkings- en successierechten) niet alleen een gelijkstelling met gehuwden voor wie een verklaring van wettelijk samenwonen heeft afgelegd; maar ook voor wie zo geen verklaring heeft afgelegd, maar wel feitelijk met de schenker of erflater de jongste twaalf maanden onafgebroken heeft samengewoond en er een gemeenschappelijke huishouding mee heeft gevoerd. Ten aanzien van deze feitelijk samenwonenden is zelfs niet vereist, dat ze slechts met twee zijn. Wie bijvoorbeeld met drie vrienden feitelijk (gedurende minstens een jaar) samenwoont, kan in het Vlaams gewest aan elk van die vrienden schenken tegen de tarieven die op echtgenoten van toepassing zijn.

INKOMSTENBELASTING. Voor de toepassing van de inkomstenbelastingen is er maar één regel: de gelijkstelling met echtgenoten geldt slechts ten aanzien van twee personen die een verklaring van wettelijk samenwonen hebben afgelegd. Een minimumtermijn is niet vereist. En ook op het gebied van de aard van de relatie worden geen eisen gesteld. Maar als iemand bijvoorbeeld het huwelijksquotiënt wil genieten, moet hij wel geduld hebben. Het huwelijksquotiënt geldt slechts vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin de verklaring van wettelijk samenwonen werd afgelegd.

PLANNING. In de praktijk is de vraag al gerezen of het systeem van wettelijk samenwonen geen aanleiding zal geven tot een nieuwe vorm van tax-planning. Een verklaring van wettelijk samenwonen is bijzonder eenvoudig af te leggen en ook weer heel eenvoudig in te trekken. De formaliteiten zijn tot een absoluut minimum beperkt. Twee vrienden die samenwonen en waarvan er eentje een serieus verlies heeft geïncasseerd, kunnen dat verlies vanaf het daaropvolgende jaar fiscaal overhevelen door even bij de ambtenaar van de burgerlijke stand aan te kloppen en een verklaring van wettelijk samenwonen af te leggen. Of de wetgever die consequenties onder ogen heeft gezien, mag sterk betwijfeld worden.

Jan Van Dyck

ôEen eenvoudige verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand volstaat om als ‘wettelijk samenwonende’ te worden beschouwd.ô

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content