Welkom onder voorbehoud

Duitsland is geen immigratieland. Duitse politici hanteren die stelling al tientallen jaren, ondanks toenemend bewijs van het tegendeel. Sinds 1955 zijn ongeveer dertig miljoen immigranten naar Duitsland gekomen. Velen zijn teruggekeerd, maar het land herbergt nog altijd het grootste aantal buitenlanders in Europa: in totaal meer dan zeven miljoen, meer dan 9% van de bevolking. Dat totaal bevat ongeveer twee miljoen mensen uit EU-landen (die automatisch recht op toelating hebben). Maar de drie miljoen etnische Duitse immigranten uit de voormalige Sovjet-Unie, die met open armen werden ontvangen hoewel velen geen Duits spraken toen ze aankwamen, zijn níét meegerekend.

2002 zou het jaar kunnen zijn waarin Duitsland officieel toegeeft dat het toch een immigratieland is geworden. Niet omdat het medelijden heeft met buitenlanders die willen binnenkomen, maar omdat het zich heeft gerealiseerd dat er behoefte is aan een groot aantal extra arbeiders waar de thuismarkt niet in kan voorzien. In juli 2001 rapporteerde een onafhankelijke commissie dat het land problemen had om vacatures in te vullen, en dat rond 2010 álle sectoren last zouden hebben van een acuut tekort aan arbeidskrachten. Bovendien zal de huidige bevolking van Duitsland van 82 miljoen, als de huidige demografische ontwikkelingen doorgaan, tegen die tijd tot minder dan 60 miljoen dalen. Meer dan de helft van de volwassenen zal over acht jaar de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, en er zullen veel te weinig werknemers zijn om voor al die pensioenen te betalen.

Volgens de commissie zou een oplossing zijn om een groot aantal goed opgeleide immigranten van buiten de Europese Unie toe te laten. Kanselier Gerhard Schröder zette in 2000 een eerste stap in die richting, toen hij een ‘groenekaartenregeling’ lanceerde om 20.000 ICT-specialisten per jaar uit landen als India toe te laten. De regeling kreeg veel tegenstand. Nu stelt de commissie veel grotere aantallen voor _ om te beginnen 50.000 per jaar maar later meer _ en zegt dat velen zich permanent in Duitsland zouden moeten kunnen vestigen.

Otto Schilly, de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, bereidt momenteel een wetgeving voor die het mogelijk moet maken om het immigratiebeleid vanaf 2002 te liberaliseren. Hij zal problemen ondervinden om steun van andere partijen te krijgen. De groenen, de coalitiepartners van zijn SPD, vinden de plannen bij lange na niet ver genoeg gaan; de (conservatieve) christen-democratische oppositie vindt dat ze veel te ver gaan. Maar zelfs de christen-democraten realiseren zich dat er iets is veranderd. Wanneer hun politici tegenwoordig die achterhaalde stelling bezigen, doen ze dit met een subtiele aanpassing: Duitsland is geen klassiek immigratieland.

‘Laat hem binnen. Hij zou van pas kunnen komen.’

B.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content