We zijn meer dan een bank voor de land- en tuinbouw”
Het Landbouwkrediet is niet meer wat het was. Sinds het Franse Crédit Agricole in 2003 in het kapitaal stapte, laat de bank haar groene imago wat terzijde, hoe onwaarschijnlijk dat ook klinkt. Het Landbouwkrediet nam twee jaar geleden Europabank over, vorig jaar nog Keytrade Bank en kijkt uit naar nog andere prooien. Die moeten van het Landbouwkrediet een volwaardige bank maken. Voor iedereen.
Zijn naam liegt er niet om. Het Landbouwkrediet is de bank van de land- en tuinbouwers. Maar de bank probeert de jongste jaren hardnekkig van dat imago af te raken en ook een ander publiek aan te spreken. Van het platteland trekt de bank nu naar de steden. Precies daarom nam het Landbouwkrediet in 2004 Europabank over, dat voet aan wal heeft in de grote Belgische steden. En vorig jaar kwam daar nog eens Keytrade Bank bij. Deze internetbank opent voor het Landbouwkrediet de deuren naar een jonger en hipper publiek.
“Het Landbouwkrediet is in 1937 gestart als een parastatale instelling en mocht toen alleen landbouwkredieten en kasbons aan de man brengen. Er was ons zelfs een contingent voor kasbons opgelegd, dus op was op. Door de coöperatieve landbouwkassen op te richten in de jaren zestig, konden we ons productaanbod uitbreiden. Daar ben ik nog altijd trots op. Weinig mensen geloofden in ons, maar ik meen dat we na de privatisering de enige voormalige parastatale instelling zijn gebleken die rendabel op eigen voeten kon staan,” vertelt Luc Versele, de directievoorzitter van het Landbouwkrediet. “We zijn gestart met een kapitaal van 15 miljoen euro en beschikken nu over een eigen vermogen van ongeveer 350 miljoen euro.”
Vandaag is het Landbouwkrediet nog maar voor 50 procent in handen van de coöperatieve kassen. De overige 50 procent kocht de Franse bankgroep Crédit Agricole in 2003. Eveneens een landbouwspecialist van oorsprong. “Land- en tuinbouw zal altijd belangrijk blijven voor het Landbouwkrediet. Dat spreekt voor zich. Maar het belang van land- en tuinbouw daalt jaar na jaar, omdat onze activiteiten in andere sectoren toenemen. Alleen in 2005 kregen we er 20.000 andere klanten bij,” meldt Luc Versele. Ter verduidelijking: het Landbouwkrediet telt vandaag ongeveer 400.000 klanten. De overname van Europabank leverde 70.000 nieuwe klanten op en met Keytrade Bank kwamen daar nog eens 50.000 klanten bij.
Land- en tuinbouw koesteren
Terwijl tien jaar geleden het Landbouwkrediet nog ruim 60 procent van zijn kredieten gaf aan de land- en tuinbouw, is dat nu minder dan 40 procent. Op het totale aantal klanten vertegenwoordigt de land- en tuinbouwsector maar 10 procent meer.
Luc Versele: “Niettemin koesteren we de land- en tuinbouwsector. Het is onze basis én de hoofdreden waarom we autonoom kunnen blijven.” Het aantal landbouwers neemt al enkele jaren af in ons land, iets waar het Landbouwkrediet noodgedwongen rekening mee moet houden. De dalende trend zal zich volgens Luc Versele nog een paar jaar voortzetten. “Maar de kapitaalbehoeften zijn bijzonder groot in de sector en worden zelfs steeds groter. De ontleende bedragen zijn dan ook steeds hoger. Wat een goede zaak is voor de bank.”
De grootste concurrent van het Landbouwkrediet was altijd Cera, een Boerenbondbastion. Ook sinds Cera is opgenomen in KBC, blijft het de grootste speler in de land- en tuinbouwsector, met een marktaandeel van meer dan 50 procent. Dat is opmerkelijk, want KBC liet de merknaam Cera volledig vallen, terwijl het Landbouwkrediet vasthoudt aan zijn roots. Blijkbaar doet dat er weinig toe voor de land- en tuinbouwers.
“Het Landbouwkrediet wint wel marktaandeel, maar we zeggen dat niet te veel in de media, omdat we toch een stuk kleiner zijn dan de vier grootbanken. Ik heb daarom geen zin om stoere uitspraken te doen en te zeggen dat we de mooiste en de beste zijn. Ik vind dat we goed werken en stap voor stap vooruitgaan. Zelfs al zijn we maar coleider of tweede op de markt,” zegt Luc Versele.
Heeft het Landbouwkrediet al gedacht aan een naamsverandering? Vooral nu het met Europabank en Keytrade Bank een breder publiek probeert te veroveren? Luc Versele: “Het is een discussie die vaak terugkomt. Moeten we de naam behouden of niet? De naam behouden heeft als nadeel dat veel mensen ons zien als alleen de bank voor land- en tuinbouw. Dat kan een rem zetten op onze ontwikkeling. Maar daartegenover hebben we een stevige aandeelhouder, een echte wereldspeler, en die heet Crédit Agricole. Dus de vraag rijst eigenlijk niet. Zo simpel is dat.”
En wat met de pas overgenomen Europabank en Keytrade Bank, worden die binnenkort gewoon Landbouwkrediet? Luc Versele: “Die behouden op korte termijn hun naam. Omdat ze staan voor specifieke activiteiten, waar ze een dominante plaats in hebben veroverd. Europabank is een specialist in consumentenkredieten. Wie al veel leningen heeft lopen en er geen meer krijgt van zijn bank, kan meestal nog terecht bij Europabank. Keytrade Bank mikt als internetbank duidelijk op een andere niche.”
Versele ontkent dat het Landbouwkrediet zich met de consumentenkredieten van Europabank op glad ijs begeeft. Hij legt uit dat voor die risicovolle leningen stevige waarborgen worden gevraagd en ook een hogere rente wordt aangerekend. Waardoor die kredieten bijzonder rendabel zijn.
Keytrade Bank
De integratie van Keytrade Bank, dat er vorig jaar pas bijkwam, verloopt volgens Versele vlot. Net zoals eerder al de integratie van Europabank zonder zorgen kon gebeuren.
“We hebben ervoor gekozen de identiteit van de twee banken te behouden, waardoor de klanten weinig van de overnames merken. Er worden wel al producten uitgewisseld. Zo verkopen de zelfstandige agenten van het Landbouwkrediet bijvoorbeeld kredieten van Europabank. Met daar dan ook duidelijk het logo van Europabank op. De klant ziet daar geen graten in.”
In de achterliggende administratieve diensten zoekt de groep Landbouwkrediet ook naar samenwerking. Zo steken de drie banken de koppen bijeen om zich voor te bereiden op de strengere solvabiliteitsnormen van Basel II en de IFRS-boekhoudregels.
Luc Versele wijst erop dat de overnames van Europabank en Keytrade Bank niet tot ontslagen hebben geleid. En ook niet tot het sluiten van bankkantoren, wat bij de meeste andere bankenfusies wel het geval is. Het Landbouwkrediet beschikt vandaag over 243 zelfstandige agentschappen en Europabank heeft 31 kantoren. De medewerkers daar zijn in vaste loondienst. Plannen om ook die kantoren zelfstandig te maken, om zo de kosten te beperken, zijn er niet.
“Europabank heeft een te specifiek metier. De kredietaanvragen verlopen gecentraliseerd, wat voor zelfstandigen minder evident te regelen zou zijn,” legt hij uit. Evenmin is er volgens Luc Versele sprake van concurrentie tussen de kantoren van het Landbouwkrediet en van Europabank. “Ze hebben andere activiteiten. Trouwens, stel dat wij nog een andere bank overnemen, dan zullen we erover waken dat het probleem beheersbaar blijft. Het kan niet de bedoeling zijn om kantoren te gaan sluiten.”
De CEO heeft een standaardantwoord wanneer Trends hem vraagt of hij nog overnames op til heeft staan: “We bekijken alle opportuniteiten, maar mooie kansen zijn in de financiële sector schaars.” Vindt hij de kapitaalverhoging van de spaarbank Argenta, dat nood heeft aan investeerders, dan geen mooie kans? Verschillende financiële spelers staan nochtans te popelen om Argenta binnen te halen. “Zoals ik al zei, ik sluit niets uit. Temeer omdat onze aandeelhouders, evengoed de kassen als Crédit Agricole, nog bereid zijn om de middelen op tafel te leggen.” Hij is niettemin realistisch: “Ik meet het Landbouwkrediet niet aan de grootbanken. Dat is een ander kaliber. En eigenlijk ook niet aan Argenta en Axa Bank, die om de vijfde plaats op de markt vechten. Ook die zijn te groot voor ons. We moeten bescheiden blijven, wat niet wil zeggen dat we geen ambitie hebben. We willen marktaandeel winnen bij de particulieren en ondernemingen, maar ik heb geen duidelijk doel van ‘ik wil binnen vijf jaar zover staan’. Intern kunnen we nog groeien, maar ik ben niet naïef, de andere banken zullen ook nog groeien. Willen we de omvang van een Argenta of een Axa Bank evenaren, dan hebben we acquisities nodig.”
Crédit Agricole nam in 2003 een deelname van 50 procent in het Belgische Landbouwkrediet. De vraag is wat een grote Franse bankgroep zoals Crédit Agricole in België ziet. Het antwoord van Luc Versele is verrassend eenvoudig: “Onze Franse aandeelhouders zijn hoofdzakelijk twee regionale kassen. Crédit Agricole Nord de France en Crédit Agricole Nord-Est. Die kunnen niet meer uitbreiden naar het zuiden, want daar zijn andere regionale kassen aan de slag. Dus zijn ze noordwaarts gegaan en zijn ze hier op ons gebotst. Maar niettemin, ze vinden België een belangrijke markt en willen hier uitgroeien tot een belangrijke speler.”
“Kantoren zullen moeten presteren”
Behalve overnames mikt de groep het Landbouwkrediet – eigenlijk spreekt het voor zich – ook op interne groei. Slechts 20 procent van de kantoren staat vandaag in voor 80 procent van de omzet van het Landbouwkrediet. De beroemde 20/80-regel. De bank wil dan ook dringend werk maken van meer rendabele kantoren.
“De kantoren moeten professioneler worden: meer producten en een betere service,” zo omschrijft Luc Versele zijn plannen. Het komt erop neer dat het Landbouwkrediet een minimumproductie zal opleggen aan de minder goed presterende kantoren. Een kantoor dat zijn cijfers niet haalt, zal worden bedankt of vervangen.
“We willen ook geografisch beter aanwezig zijn en denken aan een dertigtal extra kantoren, vooral in de regio’s Antwerpen, Limburg, en ook wat in Wallonië,” zegt Luc Versele nog.
Het Landbouwkrediet startte vorig jaar met het plaatsen van selfbanks in zijn kantoren en gaat daar nu mee verder. Tegen eind dit jaar zal een zeventigtal bankkantoren uitgerust zijn. Doel is dat op termijn de helft van de kantoren over een selfbank beschikt. Het Landbouwkrediet vraagt aan de zelfstandige agenten om mee de kosten van de automaten te dragen. “Ze winnen erbij,” zegt Luc Versele. “Geldopnames, overschrijvingen en doorlopende opdrachten kunnen op die manier elektronisch gebeuren, waardoor de bankbediende meer tijd heeft voor andere zaken. Dat komt de rentabiliteit van de kantoren ten goede.”
Het volledige netwerk uitrusten met selfbanks zit er niet meteen in. Dergelijke operatie is een te zware investering voor het Landbouwkrediet. “We zijn vaak maar de tweede of de derde bank voor onze klanten. Het is dus niet nodig van overal aanwezig te zijn. De mensen die bij ons aankloppen, bijvoorbeeld voor een woonkrediet, zijn al klant bij een andere bank. Mensen shoppen nu rond. We hopen natuurlijk meer mensen te kunnen aantrekken als eerste klanten. Dat is een van onze beleidslijnen.”
Saar Sinnaeve
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier