WALIBI OP FLEVOLAND. Geen belgenmop, wèl belgenpret
Walibi, dat dit jaar zijn twintigste verjaardag viert, kocht twee jaar geleden het failliete Flevoland. De gedurfde katoliek-protestantse, Waals-Hollandse kombinatie lijkt vruchten af te werpen : de Nederlandse dochter groeit en bloeit.
Locatie : Biddinghuizen.
“Dat vind ik ook wel kicken, dat dingetje daar, ” keuvelt een blonde jongeman terwijl hij met zijn vrienden door het zonovergoten pretpark wandelt en wijst naar een bocht in de kolkende rivier El Rio Grande, een wildwaterbaan met ronde vlotten. We zijn midden in Nederland, op het ingepolderde Flevoland, waar de Walibi Groep in mei 1994 Walibi Flevo heeft geopend. Wat buitenland betreft, was Walibi in Frankrijk al aardig thuis met drie grote attraktieparken daar ; Flevo was voor de jongens uit Waver de negende uitbreiding, maar de eerste in Nederland, de eerste in noordelijke richting ook.
Walibi Flevo heeft de ambitie om na De Efteling het grootste attraktiepark van Nederland te worden. Het bezoekersaantal in 1994 bedroeg 400.000, voor 1995 is de prognose dat dat op zal lopen tot boven de 700.000. De Efteling ontvangt jaarlijks ongeveer 2,5 miljoen bezoekers. Attraktiepark Duinrel in Wassenaar staat momenteel op de tweede plaats, met ruim een miljoen bezoekers in 1994.
Walibi verwacht dat zijn Nederlandse pretpark over drie jaar de investeringskosten, inclusief overnamekosten, ten belope van 70 miljoen gulden (1,3 miljard frank) waarvan 80 % gefinancierd door Walibi NV en 20 % geleend bij de ING Bank zal hebben terugverdiend. De troeven van Walibi Flevo zijn volgens managing director Hans van Driem de gunstige lokatie nabij de Randstad, het feit dat Walibi Flevo het meest moderne pretpark van Nederland is en de “Belgische hospitality”.
PAF PAF PAF.
“De Belgisch-Nederlandse kombinatie moet uniek worden, ” zegt van Driem. “Gelet op de beide kulturen is het logischer dat een pretpark uit België komt dan uit Nederland. Wij zijn te veel op z’n Hollands opgefokt. Belgen, met name de Walen, zijn bon-vivants. ” De pretparkdirekteur peinst even en stelt het dan zo : “De staalstruktuur is Nederlands, de finishing touch Belgisch. Wij zijn heel efficiënt : paf paf paf een park neerzetten. Sfeeropbouw kan beter door Belgische kollega’s gedaan worden. De taal is al zachter en gemoedelijker. Daarom is het goed dat Rudi (nvdr de Belg Rudi De Clercq) hoofd operations is, want hij werkt met degenen met wie de bezoekers te maken hebben en moet aardig zijn. “
“Terwijl in België veel tijd wordt gestoken in het oplossen van problemen, hebben Nederlanders een nuchtere manier van problemen aanpakken. Dat is één van de zaken die ik hier heb opgestoken. Een Belg vat een probleem diplomatisch aan, een Nederlander is recht door zee, ” zegt De Clercq.
Dat Nederlanders er geen doekjes om winden als zij iets op hun lever hebben, ervaart De Clercq ook in de omgang met werknemers. Hij was operationeel hoofd van het Walibipark Bellewaerde, bij Ieper, toen de Walibi Groep begin 1992 het failliete Flevohof overnam. Het Flevohof had voor het komende seizoen al afspraken met derden gemaakt die nagekomen dienden te worden en Rudi De Clercq kreeg de taak dat jaar de exploitatie van Flevohof voort te zetten. “Ik moest me aanpassen, ” vertelt hij. “Nederlanders zijn mondiger dan Belgen. Ik werd ermee gekonfronteerd dat de werknemers niet klakkeloos iets aannemen. Je moet uitleggen waarom je bepaalde dingen van ze wil, terwijl in België werknemers zonder meer doen wat hen gevraagd wordt. Vlamingen zijn in tegenstelling tot Nederlanders heel erg op zichzelf gericht, ingetogen. Het zijn harde werkers op een stille manier. “
En de Walen ? “Zij zijn levensgenieters. Vlamingen zijn ondernemender dan Walen. Zij voelen ook iets sneller nieuwe trends aan, denk ik. En Brusselaars zijn kosmopolieten. Walibi is opgericht door een Brusselaar. Eddy Meeùs had al behoorlijk wat van de wereld gezien vóór hij in Waver met Walibi begon. ” Dat gebeurde overigens precies twintig jaar geleden. Walibi staat dit jaar in het teken van het jubileum. (zie kader)
INNOVATIE.
In 1993 bleef het park dicht en voltrok zich binnen de omheining een metamorfoze. Flevohof, in 1971 geopend, was een agrarische tentoonstelling. Het parklandschap werd niet zoals nu gekenmerkt door grote stalen mekanieken, maar door gemoedelijke huisjes met rieten daken. De sfeer was er landelijk, met attrakties als een paardenstal, een kaaspaviljoen, een graanschuur, tuinbouwkassen en een kinderdorpje. In tegenstelling tot de bezoekersaantallen, die achteruit liepen van 700.000 in 1971 tot 125.000 in 1991, veranderde er weinig aan Flevohof als zodanig. Hans van Driem verklaart daaruit het doodbloeden van het eens zo suksesvolle familiepark. “Er werd niet geïnnoveerd. “
Walibi stampte er een ultramodern familie-attraktiepark uit de grond, met 28 attrakties op een terrein van dertig hektare. Dit jaar is het pretpark al uitgebreid. Als eerste in Europa bootst Walibi Flevo een Amerikaanse filmset na in een openluchtteater, kompleet met spectaculaire special effects en stunts.
Veel aandacht is besteed aan de entourage. Het park is opgesmukt met tot in de puntjes verzorgde weelderige bloemenperken en exotische planten. Opvallend aan dit Walibi-pretpark zijn de lieflijke gebouwtjes met rieten daken die je her en der tegenkomt en de kinderboerderij ; de herinnering aan Flevohof blijft levend.
Het gehele domein van Walibi Flevo omvat 104 hektare. Het evenemententerrein is zo groot dat het ruimte biedt voor uitbreiding. “We hebben plannen om verblijfsakkommodaties aan te leggen, ” vertelt direkteur Van Driem. “Er komt in ieder geval een camping en we overwegen om ook een bungalowpark uit te bouwen. Een tweede plan betreft een zwembad c.q. uitgaanscentrum wij denken aan een akkommodatie in de stijl van Aqualibi in Waver. “
Naast het familie-attraktiepark en het evenemententerrein heeft Walibi Flevo als derde unit een horecacentrum, dat een kongres- en bowlingcentrum omvat.
POLITIEKE MASSAGE.
In mei 1993 werd Hans van Driem benoemd tot direkteur van Walibi Flevo. “Ik denk dat de Walibi Groep het liefst een Nederlander als direkteur van Walibi Flevo had, ” zegt hij. “Een faillissement (nvdr Walibi nam de Flevohof over nadat die failliet was gegaan) brengt immers problemen met zich mee. Neem bijvoorbeeld de champignonkwekers die op de Flevohof werkzaam waren. Die stelden voorwaarden voor hun vertrek. We kregen te maken met vakbondseisen. Het was kortom één jaar lang een warboel wat betreft diverse zaken. Mijn eerste opdracht was om die warboel te ontrafelen tot afzonderlijke problemen en die systematisch op te lossen. Door de verschillende wetgeving in België en Nederland is het handiger als een Nerderlander zich daarmee bezighoudt. Voor Walibi was het dus een kwestie van efficiëntie. Bovendien heb ik het voordeel ervaring te hebben in een internationale onderneming. “
“Ik heb de indruk dat de meeste mensen in Europese ondernemingen zich niet bewust zijn van de verscheidenheid aan omgangsvormen, ” aldus de direkteur van Walibi Flevo. “Zo vind ik het wel eens een fout van de Hollanders om tussen de middag een broodje kaas en een glas melk aan te bieden als de Belgische direktie op bezoek komt. Een Belg eet warm en drinkt bier of wijn tijdens het middaguur. Mijn handelwijze is nu om me als gastheer te gedragen en me aan te passen aan de Belgische gewoonte als de Walibi-direkteur op visite komt. Anders wek je spanningen op die niet hoeven. Op het gebied van kommuniceren geldt dat ook. Ik verwacht wel hetzelfde terug. Als ik in België kom, wil ik een broodje ei en een glas melk. “
Misschien zijn verschillen tussen beide landen als geheel het scherpst te zien in de politiek. Van Driem : “Een gesprek met de overheid heeft in België een andere inhoud dan in Nederland. In de Belgische betekenis kan er nog wat gemasseerd worden. Daarom is het zaak persoonlijke relaties met politici te onderhouden. Het netwerk met burgemeester er schepenen is belangrijk. “
“In Nederland dat moest ik ook uitleggen aan de Belgen doet een burgemeester gewoon zijn werk. ” Nog vindt Van Driem dit zo gewoon dat hij verbaasd de wenkbrauwen optrekt bij de herinnering aan de reaktie van zijn Belgische kollega’s. “Toen de burgemeester hier vorig jaar langs kwam, vertrok hij meteen weer toen de zaken geregeld waren. Je had de Belgen moeten zien. ‘Maar… Hoe… We moeten hem toch iets aanbieden ? We laten hem toch niet zomaar gaan ? ‘ Ze waren helemaal in de war. “
“Vooral in de politiek zie je hoe diplomatisch Belgen zijn, ” zegt De Clercq. “Alles gaat via duizenden omweggetjes. “
“De wetgeving is hier scherper, ” gaat de direkteur verder. “Dat gaat soms heel ver. Zo schrijft de wet voor dat een puddingbroodje een temperatuur moet hebben van zes graden celcius. Sta je op het punt een klant een puddingbroodje van acht graden te serveren en er komt juist een overheidskontroleur dat broodje inspekteren, dan krijg je een boete. Terwijl men in België niet moeilijk doet over een paar graden temperatuurverschil. “
“Dat viel me het sterkst op toen ik hier kwam, ontzettend, ” haakt De Clercq in. “Ik had het beeld dat Nederland een vrij land was. Dat is natuurlijk ook zo, maar er zijn strenge regels en dat had ik niet verwacht. “
TAALGELIJKHEID.
Hans van Driem mag door de wol geverfd zijn in de Europese markt, toch rees er één specifiek probleem bij het werken in de Walibi Groep : de taal. Van Driem : “De Franse taal is wel eens een handicap. Als een Fransman op een internationale meeting goed losbarst, dan kan ik hem niet meer verstaan. Daarom hebben wij verzocht als voertaal het Engels te nemen. Nu is de taal voor alle partners even moeilijk, waardoor ieder gelijke kansen heeft. “
ELLEN FRUGTE
MANAGING DIRECTOR HANS VAN DRIEM EN HOOFD PARK OPERATIONS RUDI DE CLERCQ (FLEVOPARK)In een rustiek prieeltje, één van de overblijfselen van Flevohof die sterk kontrasteren met de nieuwe attrakties.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier