Waarom ECB-voorzitter Lagarde de bui al ziet hangen
“Europa moet straks jaarlijks 1.000 miljard euro investeren in de energietransitie, in defensie en in de digitalisering van de economie. Wie gaat dat betalen?”, onderstreept Christine Lagarde de enorme uitdaging waarvoor Europa staat. De voorzitter van de Europese Centrale Bank stelt de vraag omdat ze de bui voelt hangen.
Lagarde stelt vast dat de meeste Europese lidstaten onvoldoende budgettaire ruimte hebben om die noden te financieren. Ze stelt ook vast dat ook de Europese private kapitaalmarkten deze opdracht nog niet aankunnen. Er is in Europa weliswaar genoeg privaat kapitaal beschikbaar, maar een groot deel daarvan vloeit naar de VS, in plaats van Europese bedrijven te financieren. Als noch de overheden, noch de kapitaalmarkten de klus kunnen klaren, dan blijft de ECB over als derde grote financier van al die investeringsbehoeften.
Lees verder onder het videofragment
De politieke druk op de ECB kan daarom de volgende jaren groot worden om de bank te worden die talloze maatschappelijke behoeften financiert, omdat de politici geen moeilijke budgettaire keuzes durven te maken. In dat scenario komt de onafhankelijkheid van de centrale bank in het gedrang, terwijl die onafhankelijkheid een must is om de prijsstabiliteit te bewaken. “In Europa hebben we al een situatie van een zwakke fiscale dominantie”, zei Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank vorige week. Dat betekent dat de noden van de overheden beginnen te primeren op het mandaat van de ECB om voor prijsstabiliteit te zorgen. De politiek dreigt dus nadrukkelijk op de deur van ECB te kloppen met een lege hoed en een lang wensenlijstje in de hand. Maar Lagarde zegt duidelijk in het interview: “We kunnen helpen, maar enkel binnen ons mandaat. En dat is het mandaat van een centrale bank. We doen niet aan rechtstreekse financiering.”
Om de druk weg te nemen en te voorkomen dat de onafhankelijkheid van de ECB op een hellend vlak komt, pleit Lagarde voor de creatie van een eengemaakte Europese kapitaalmarkt. Door de versnippering in nationale deelmarkten is de Europese kapitaalmarkt nog altijd onvoldoende diep en liquide om grote projecten of grote kapitaaloperaties te financieren. “Grote start-ups kunnen beginnen in Europa, maar om een tweede of derde kapitaalronde tot een goed einde te brengen, moeten ze dat geld elders zien te vinden. Dat zou niet mogen”, zegt Lagarde, die pleit voor een “kantiaanse verschuiving” in het beleid. Dat betekent dat beleidsmakers beter vertrekken van het algemene Europese belang, in plaats van het nationale belang als uitgangspunt te nemen. Geen enkel land, en zeker een sterker euroland met veel spaargeld, geeft echter graag de controle over dat kapitaal uit handen.
Inflatie
Over de strijd tegen de inflatie is Lagarde duidelijk. De inflatie is in het eurogebied meer dan verwacht gedaald de voorbije maanden, maar zegt Lagarde: “We zijn er nog niet.” Wie een eerste beleidsrenteverlaging verwacht in maart is er wellicht aan voor de moeite. De goedereninflatie is onder controle, maar in de dienstensector heeft zich een vrij hardnekkige inflatie genesteld, aangevuurd door lonen die in het eurogebied nog altijd met 4 tot 5 procent stijgen. Om die beperkte prijsloonspiraal uit de economie te krijgen, is nog een tijdje een mild restrictief geldbeleid nodig. Lagarde benadrukt ook dat de ECB voldoende vertrouwen moet hebben dat de inflatie niet opnieuw zal opveren en dus verankerd zal blijven rond 2 procent. Tussen de lijnen valt te lezen dat dit vertrouwen er vandaag nog niet is, ook omdat de ECB de voorbije jaren op het verkeerde been is gezet door onverwachte schokken.
Bekijk hieronder het integrale interview met Christine Lagarde
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier