Vuile lucht te koop
Vanaf 2005 kunnen bedrijven in Europa een handeltje opzetten in… broeikasgassen.
Als Europa zich aan zijn beloften houdt, moet de uitstoot van schadelijke gassen tussen 2008 en 2012 worden teruggebracht naar een niveau dat 8% lager ligt dan in 1990. Een knap voornemen, maar of het ook realiseerbaar is, lijkt twijfelachtig. Als we gewoon verder doen zoals we bezig zijn, zal de effectieve uitstoot tegen 2008 met 6% zijn toegenomen, en moeten we dus samen een inspanning leveren van 14%.
Om alsnog de normen te halen, wil de Europese Commissie een handel in emissierechten opzetten. Ze publiceerde daarover een groenboek, waarop u nog tot 15 september kunt reageren(e-mail: ENV-CLIMATE@cec.eu.int). Twee maanden later wil de Commissie, tijdens de Conferentie van Den Haag, concreet uitgewerkte voorstellen aan de partners voorleggen en in 2002 zou het Kyoto Protocol door alle lidstaten en de Europese Unie moeten geratificeerd zijn en in werking treden.
De toestand ziet er vandaag nochtans weinig rooskleurig uit. Alleen Duitsland (dankzij de saneringspolitiek in het voormalige Oost-Duitsland) en Groot-Brittannië (door de omschakeling van kolen- naar gascentrales) slaagden er het voorbije decennium in om beter te presteren dan hetgeen was afgesproken. Met België en Italië gaat het de verkeerde kant op, terwijl Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland beginnen te beseffen dat de last niet zomaar door de andere lidstaten zal worden overgenomen ( burden sharing).
Middelen.
Er bestaan nochtans heel wat middelen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken of te verminderen. Europa pleitte in het verleden al voor de invoering van een energiebelasting, maar de lidstaten konden hierover geen akkoord bereiken, onder meer omwille van de vrees voor het effect op de inflatie. De prijsstijging van de ruwe olie heeft inmiddels al het effect bereikt dat men met de belasting nastreefde. Vrijwillige sectorovereenkomsten zijn een ander middel. Het akkoord tussen de Commissie en de Europese, Japanse en Koreaanse autoconstructeurs om de CO2-uitstoot te beperken tot 120g/km tegen 2008 is hiervan het bekendste voorbeeld. Aangezien het hier gaat om een vermindering per voertuig, hangt de totale winst voor het broeikaseffect af van de groei van het voertuigenpark en de vervanging van meer vervuilende door propere auto’s.
Groenboek.
Binnen het directoraat-generaal Milieu heeft de afdeling Klimaatverandering, geleid door de Vlaming Jos Delbeke, nu in een groenboek voorstellen geformuleerd om een handel in emissierechten te starten vanaf 2005. Het principe is eenvoudig, de uitvoering ervan erg complex.
Het principe. De overheid legt per sector een maximaal emissieniveau vast inzake broeikasgassen. Die liggen in lijn met de objectieven van het Kyoto Protocol. Wie onder de norm blijft, kan dat verschil verkopen aan een bedrijf dat de norm niet kan halen en er technisch of financieel baat bij heeft de emissiebonus van andere ondernemingen te kopen. De prijs wordt grotendeels bepaald door de investeringskost om de uitstoot te verlagen tot het gewenste niveau: voor een ton CO2 wordt die prijs – afhankelijk van de bedrijvigheid – geraamd tussen 5 en 58 euro. Eens de handel op gang is, moet er een win-winscenario ontstaan waarbij de winst voor het milieu van bij de aanvang is vastgelegd.
De uitvoering. Hoewel er zes broeikasgassen zijn, die liefst allemaal en tegelijkertijd worden aangepakt, stelt de Commissie voor om te beginnen met koolstofdioxide (CO2). Dit gas is verantwoordelijk voor zowat 80% van de emissies in Europa. Omdat er een nagenoeg oneindig aantal CO2-bronnen bestaan, wil Europa zich concentreren op de zes sectoren die verantwoordelijk zijn voor 45% van de uitstoot: productie van elektriciteit en warmte (30%), ijzer en staal, raffinaderijen, chemische industrie, glas en bouwmaterialen, papier en druk. Onduidelijk totnogtoe is wie zal kunnen ‘deelnemen’ aan de handel: alle ondernemingen of alleen de grote?
Veiling of toekenning.
De emissierechten (bijvoorbeeld x-aantal ton CO2) zouden ofwel worden geveild, ofwel rechtstreeks worden toegekend op basis van de uitstoot in het verleden ( grandfathering). In het veilingsysteem spelen de regels van vraag en aanbod volop, maar wordt er weinig of geen rekening gehouden met de inspanning die door bedrijven al voordien werden geleverd. Voorlopig laat de Commissie haar voorkeur blijken voor het veilingstelsel, vooral omdat het eenvoudiger is en geen ruimte laat voor interpretatie. Bij het andere systeem zal men immers in elk van de lidstaten de inspanningen uit het verleden van de individuele bedrijven moeten beoordelen en belonen. Maar hoe zal dat gebeuren?
Pan-Europees.
De handel in emissierechten is een zaak van de lidstaten, maar de Commissie toont aan dat een pan-Europese aanpak grote voordelen biedt, en niet alleen bij het vastleggen van de emissienormen. In totaal zou het halen van de Kyoto-norm de Europese Unie zo’n 9 miljard euro per jaar kosten. Als men alleen al de energieproducenten zou toelaten op pan-Europees vlak emissierechten te verhandelen, zou die factuur al 2 miljard euro lager liggen. En indien alle sectoren meedoen, kunnen we zelfs een derde besparen.
Maar zover zijn we nog lang niet. Daarvoor zijn er nog te veel open vragen. De eerste concrete resultaten mogen we wellicht verwachten tegen midden november.
Huib Crauwels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier