Vrouwelijk leiderschap

Een tijd geleden werd ik gevraagd door Isabella Lenarduzzi, de oprichtster van JUMP, om voor haar team een dag rond engagement en leiderschap te animeren. Ik was onder de indruk van de passie waarmee dat team — allemaal vrouwen — ijvert om vrouwen en vrouwelijke leiders de plaats te geven die ze verdienen in de (zaken)maatschappij. Ik was verbaasd dat dat nog zo’n enorme opdracht blijkt. Vanuit mijn humanistische ingesteldheid en ervaring met effectief leiderschap ging ik ervan uit dat het einde van de tunnel al bijna in zicht was. Niet dus. Ik heb die dag geleerd dat we er nog lang niet zijn, ook al is er al een hele weg afgelegd.

Toen Erika Van Tielen onlangs in een opiniestuk in De Morgen schreef “We werken ons kapot en willen meer dan geld in ruil. Feedback van bovenaf, bijvoorbeeld”, ontstond er een interessante stroom reacties. Een ervan vind ik ronduit schokkend. Ik citeer: “Wanneer gaat men nu eens beseffen dat dit probleem (burn-out, nvdr.) gewoon het resultaat is van de emancipatie? Vrouwen hebben tegenwoordig veel te veel macht, en bazen worden almaar grotere doetjes en vervrouwelijken om mee te kunnen met die belachelijke emancipatie. De problemen zijn er gekomen met de emancipatie van de vrouw en kijk, nu zijn ze er als eersten bij om te komen klagen. Ik ken trouwens ook alleen maar vrouwen met dat burn-outsyndroom, praktisch geen mannen. Vrouwen zijn niet gemaakt voor carrière!” Het gaat mijn verstand en tolerantievermogen te boven dat nog zulke dingen worden gezegd.

“De westerse vrouw zal de wereld redden”, zei de dalai lama ooit. Ik interpreteer dat als een oproep om vrouwen de plaats te geven die hun toekomt in organisaties, de zakenwereld en bij uitbreiding de maatschappij. Hun vrouwelijke kwaliteiten leveren een belangrijke bijdrage aan de wereldwijde sociale en economische cohesie. Vrouwen verschuiven de vaak te enge focus op competentie, winst en kortetermijndoelen — allemaal mannelijke eigenschappen — naar samenwerking, meerwaardecreatie, intermenselijkheid.

Toen Michèle Sioen onlangs werd verkozen als eerste vrouw aan het hoofd van het Verbond van Belgische Ondernemingen, vloeide de inkt rijkelijk om uit te leggen dat ze geen excuus-truus is, maar dat het VBO — met slechts zes vrouwen in zijn vijftigkoppige directiecomité — een punt wilde maken.

Bij Bekaert vond Paul Buysse geen enkele Belg capabel genoeg om het bedrijf vanaf mei 2014 te leiden. En al helemaal geen enkele Belgische. Wat een 20ste-eeuwse manier van redeneren! Zou het Bekaert, juist door zijn internationale, hoogtechnologische en complexe karakter, niet ten goede komen een topvrouw aan te trekken die leiding kan geven vanuit een andere invalshoek: verbindend, verruimend en vernieuwend? Zou het ons land en zijn efficiëntie niet ten goede komen mochten er meer vrouwelijke leiders aan het hoofd van federale overheidsdiensten en -bedrijven staan? Ik ben er zeker van.

Er zijn voorbeelden zat van vrouwen die leidinggeven en erin slagen hun persoonlijke, sociale en zakelijke leven te combineren, en vooral om als vrouw een andere impact te creëren dan hun mannelijke collega’s. Sommigen doen dat zelfs op wereldniveau. In de bedrijfswereld doen onder anderen Michèle Sioen, An Verhulst, Marleen Vaesen, Saskia Van Uffelen, Sophie Dutordoir, Martine Reynaers en Isabelle Santens dat. In de politiek hebben we Monica De Coninck, Maggie De Block, Miet Smet, Inge Vervotte, Laurette Onkelinx, Annemie Neyts en Marianne Thyssen. In de media en cultuur Martine Tanghe, Anne Teresa De Keersmaeker, Sandra De Preter, Béatrice Delvaux. En de lijst is gelukkig nog veel langer.

Vrouwelijke waarden als gerichtheid op harmonie en verbondenheid, delen, oog hebben voor mensen en de omgeving, duurzaamheid en zelfs geluk op de werkplek, hebben een bewezen positieve impact op samenwerking, op performantie en op resultaten. Niets softs dus, en meetbaar bovendien. Daarom is ervoor zorgen dat ook voldoende vrouwen een essentiële rol kunnen spelen in de verschillende geledingen van de maatschappij volgens mij niet alleen een recht van de vrouw, maar des te meer een bewijs van een slimme samenleving en een volwassen geworden mindset voor een wereld in vooruitgang.

De auteur is oprichter van de Global Inspiration & Noble Purpose Institute.

OLIVIER ONGHENA ‘T HOOFT

Ervoor zorgen dat voldoende vrouwen een essentiële rol kunnen spelen, is niet alleen een recht van de vrouw, maar des te meer een bewijs van een slimme samenleving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content