“Vroeger hing ik het beest uit, nu ga ik op café”

Samson is een tooghanger geworden. Of toch Danny Verbiest, die tot 2005 zijn stem aan de pluchen hond leende en mee het entertainmentbedrijf Studio 100 oprichtte. Verbiest is een van de drijvende krachten achter het Brusselse café ‘Het Goudblommeke in Papier’. “Sinds ik niet meer bij Studio 100 werk, krijg ik meer schouderklopjes.”

Wie een afspraak wil met Danny Verbiest (63), krijgt al snel zijn voormalige assistente en echtgenote Helga aan de lijn. Het is zo gegroeid en het is zo gebleven. “Ach, dan weet ze meteen waar ik uithang. Zei ik haar vroeger dat ik het beest ging uithangen, vond ze dat allemaal goed. Zeg ik haar vandaag dat ik ga werken, verwijt ze me dat ik op café ga”, grapt Verbiest. De medeoprichter van Studio 100 was in het verleden vooral bekend als de stem van de pluchen hond Samson – nog steeds een van de succesproducten van het entertainmentbedrijf – vandaag is hij voorzitter van de coöperatieve vennootschap achter het Brusselse café Het Goudblommeke in Papier.

Maar eens een verteller, altijd een verteller. Alleen de verhalen zijn veranderd. Ze gaan nu over Geert Van Bruaene, de stichter van het café en vriend van menig kunstenaar, over striptekenaar en voormalige vaste klant Hergé, die naar het schijnt in Het Goudblommeke in Papier de inspiratie vond voor zijn kapitein Haddock, over de Brusselse culinaire specialiteit pottekaas, die op de vernieuwde menukaart staat. En ze onthouden, is ook niet langer zo simpel als vroeger. “Heb ik je al verteld over hoe de kunststroming Cobra hier in het café ontstond? Hoe we zelf onze huiswijn gingen proeven? Ja? Dat heet dan mentale vermoeidheid. Anderen noemen het alzheimer”, lacht Verbiest in het café, dat even goed het decor van de nieuwste Studio 100-productie had kunnen zijn. En zeggen dat hij eigenlijk niet eens van cafés houdt. Het zijn volgens hem plaatsen waar je op elkaar moet wachten en waar de conversaties vaak blijven hangen bij het weer. Voor eenzaamheid ook en die emotie wil hij absoluut niet in zijn buurt.

Of hij dan niet eenzaam was nadat hij in 2005 afscheid nam van de kindermenigte toen hij zijn Studio 100-aandelen verkocht aan medeoprichters Gert Verhulst en Hans Bourlon, de Managers van het Jaar? “Het is zeer eigenaardig, maar sinds ik ben gestopt met mijn werk voor Studio 100 krijg ik er meer schouderklopjes voor. Zolang je op televisie komt, ben je een beetje een halfgod. Nu ben ik opnieuw een gewoon mens en waarschijnlijk gemakkelijker te benaderen.”

Verbiest had ook weinig tijd om eenzaam te zijn. Onmiddellijk na zijn vertrek bij Studio 100 trok hij op aanraden van zijn goede vriend, de Chinese ambassadeur in België, naar Azië. Om te ontdekken waarom de Chinese animatiefilms niet aansloegen in het westen. Te weinig happy endings, luidde het verdict. Het was geen reden om Verbiest en echtgenote aan de Belgische keukentafel te binden, want het duo opende het reisbureau Porta Mundi, en reisde daarvoor de wereld rond om reispakketten op maat samen te stellen. “Dat was niet mijn meest succesvolle onderneming”, geeft Verbiest nu toe. “Het was zoals bij een apotheker. Pillen of reizen maken is leuk, maar zodra de pakketten klaar zijn, word je eerder een kruidenier. Dat was niets voor mij. We hebben het bedrijf verkocht zodra we er een goede prijs voor kregen. Opgeruimd staat netjes.”

Maar daarna stoppen met ondernemen, ho maar. Het nieuwe productiebedrijfje voor animatiefilms van Verbiest, Comm. V. Porta Media, werkt nu al even aan een nieuwe tekenfilmserie, Yalka. “We hebben even pech. Alles was klaar en zou in Korea worden geanimeerd, maar ze beschikken daar blijkbaar nog niet over de programma’s waarin we alles hebben klaargemaakt.” We, dat zijn Verbiest en Karel Ribbens, de man die Meneer Proper wereldwijd verdeelt en de helft van Porta Media bezit. Ze werken samen met het Duitse productiehuis ’58 3-D’, dat de figuur Meneer Proper animeert voor reclames, maar dat ook werkt voor Nintendo en Disney. Het – financiële – aandeel van de drie partijen in Yalka is eerlijk in drie verdeeld. Verbiest: “Je kunt zeggen dat ik stom heb gehandeld, want dat ik een groter aandeel verdien omdat ik zoveel ervaring heb, omdat ik naam heb gemaakt. Als ik mijn boterham zou moeten verdienen met dit project zou ik daar misschien op staan. Ik doe nu liever dingen met mensen waar ik graag mee samenwerk, al is het voor een minimum aan winst. Een abonnement bij een voetbalclub kopen, zou me ook geld kosten en daar zou ik niet zo van genieten.”

Geen wonder dus dat er ondertussen al drie jaar lang aan Yalka wordt gewerkt en Verbiest al veel langer met het idee rondliep. Ze hebben bij Studio 100 blijkbaar niet alle naïviteit uit hem geklopt, want de opgelopen vertraging is ook het gevolg van Verbiests keuze om voor de uitwerking van zijn idee eerst in zee te gaan met een aantal jonge kunstenaars, die hun ontwerpen bij nader inzien liever niet aanpasten nadat hij er zijn commentaar op gaf. “Ik vond het gewoon leuk om een nieuwe wereld te ontdekken, om los te komen van wat ik tot dan toe had gedaan bij Studio 100”, verklaart Verbiest. “Het zou wel lukken omdat ik ervaring had in wat je kinderen best aanbiedt, dacht ik. Ik veronderstelde ook dat werken met pro-fessionelen kapitalen zou kosten. Het is uiteindelijk toch goedkoper door de tijd die je uitspaart.”

De boekhouder van Verbiest volgde het allemaal op, maar bleef die avond in 2007 niet langer om nog iets te drinken. Hij had nog een afspraak met enkele jongens die het handelsfonds van het failliete café ‘Het Goudblommeke in Papier’ hadden gekocht. Verbiest werd bij het horen van zijn boekhouders uitleg eensklaps bijna veertig jaar teruggesmeten, naar zijn jaren als leraar in een Brusselse school, lang voor hij in 1981 een mediafiguur werd toen hij voor BRT het kinderprogramma Kameleon ging maken. Zijn favoriete lunchplaats had niet langer de nodige vergunningen en dus geen inkomsten, en moest dringend opgeknapt worden, maar ondervond heel wat tegenkanting. Verbiest zette zijn schouders en centen mee onder het project en de oprichting van een coöperatieve vennootschap bleek de manier om het nodige geld, 1000 euro per aandeel, op te halen. De opbrengst wordt dit jaar uitgekeerd in, euh, natura, zeg maar. Alle aandeelhouders van Het Goudblommeke in Papier krijgen drie procent van hun inzet in drankbonnen. “Die mensen moeten daar geen belastingen op betalen en ons kost het maar een derde van de verkoopprijs. Waar vind je dat nog”, verdedigt Verbiest de aanpak bij een heet glas Earl Grey. “Ik volg als voorzitter van de coöperatieve alle dossiers op. Ik ken door mijn verleden heel wat mensen en dat was van nut om de problemen hier op te lossen. Veel van wat ik leerde bij Plopsaland kan ik vandaag gebruiken. Bij mijn opdracht om voor Planckendael het nieuwe olifantenhok te ontwerpen en bij mijn werk in de horeca. Er heerst in deze sector toch een andere manier van denken.”

DANNY VERBIEST (COMM. V. PORTA MEDIA). “Jajajaja. Zij hebben ook een aandeel, wat ik bijzonder tof vind. Na teambuildings in Brussel met enkele afdelingen zijn ze hier ook al komen eten om naar mijn verhaal te luisteren. Studio 100 heeft me trouwens ook geholpen aan de contactgegevens van journalisten toen ik hier een eerste persconferentie hield.”

Hebt u dan nooit het gevoel dat u het bedrijf te vroeg heeft verlaten?

VERBIEST. “Neen. Toen ik nog die hond was, deed ik dat heel graag. Nu ik het niet meer doe, ben ik niet ongelukkig. Ik merkte al even voor mijn uitstap dat mijn gehalte van gelukkig zijn bij Studio 100 bergaf ging en ik wilde niet op mijn buik eindigen. Wat ik wilde doen, wist ik nog niet, maar ik wist dat het tijd was voor iets anders. Bij zo’n keuze moet je geen anderen betrekken. De man of vrouw die je in de spiegel ziet, is de enige die over die beslissing kan oordelen. Mensen die hun hele leven in dezelfde branche blijven, zijn dat aan het einde zo kotsbeu dat ze zich naar hun pensioen slepen. Om dan in een groot gat te vallen, want hun baan bleek het enige wat ze hadden. Ik had de beslissing om wat anders te gaan doen dus al even genomen voor ik effectief uit het bedrijf stapte. Gert (Verhulst, medeoprichter van Studio 100) had me gevraagd om hun wat tijd te gunnen om mijn vertrek voor te bereiden.”

Gert Verhulst en Hans Bourlon zijn ondertussen Managers van het Jaar. U werd door de buitenwereld vaak uitsluitend als Samson gezien. Was dat een correcte interpretatie van de takenverdeling?

VERBIEST. “Als we een balansbespreking hadden, was ik de enige die alles van het begin tot het einde had gevolgd, hoor. Ik vond dat ik me daar tegenover het bedrijf en tegenover mezelf op dat moment moest voor interesseren, al is het niet iets dat ik nog graag zou doen. Daarom ga ik ook niet in op de vragen die ik krijg om extern bestuurder te worden bij ondernemingen. Meestal wees de taakverdeling bij Studio 100 zichzelf wel uit op basis van wat je graag deed. Voor Samson schreef ik meer dan 500 scenario’s, die van Plop schreef Gert bijna allemaal.”

U haalt twee reeksen aan waarvoor u, net zoals voor Big & Betsy en Wizzy & Woppy, nog altijd royalty’s voor krijgt. Kunt u van die bedragen leven?

VERBIEST. “Ik wou dat het waar was. ( lacht) Dat is natuurlijk niet zo. Voor de muziekverkoop kreeg ik bijvoorbeeld vorig jaar amper 428 euro. Eerlijk is eerlijk, voor de scenario’s word ik wel beter betaald, maar ik schep er zeker geen miljoenen mee. Mensen denken ook nog steeds dat ik voor mijn aandelen van Studio 100 bedragen heb gekregen, waar ik nog geen twintigste van heb gezien.”

15 miljoen euro is een vaak genoemd bedrag.

VERBIEST. “Het was een pak minder.”

Studio 100 verkocht ondertussen uw aandelen aan Fortis Private Equity en kon mede daardoor sterk groeien.

VERBIEST. “Een goede zaak waar ik echt geen problemen mee heb. Ik voel absoluut geen jaloezie nu Studio 100 daardoor een wereldbedrijf is geworden. Alle respect voor mijn ex-collega’s, zeker omdat ik nog rechten bezit op enkele producten. Dat ze maar heel goed werken bij Studio 100. Ik zou me er waarschijnlijk toch niet meer thuis voelen, maar dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Je kunt een inwoner van Groenland toch ook niet vragen hoe hij zich zou voelen als hij een pygmee was?”

Wordt u vaak gevraagd om als investeerder in projecten in te stappen?

VERBIEST. “Amai. Zelfs toen er nog geen bankencrisis was, kwamen mensen al veel te vaak aankloppen met een paar blaadjes nietszeggende lectuur over zogezegd schitterende projecten. Hun voorstellen gingen van het produceren van mallen voor koekjes tot het openen van restaurants. Ideeën waarvan je daarna, meestal te laat, merkt dat ze in elkaar geflanst zijn om op een goedkope manier aan je centen te komen. Ik vind het echt jammer dat mensen zo redeneren. Wanneer ik vroeger in de buurt van Plopsaland ging tanken, vroeg de pomphouder ook al of ik hem geen gratis tickets kon bezorgen. Ik beloofde hem een abonnement in ruil voor een jaar gratis tanken, maar dat was blijkbaar niet zijn vraag.

“Van sommige mensen die met projecten kwamen aandraven, dacht ik dat het vrienden waren, maar achteraf bleek dat ze gewoon wat van mijn geld wilden afromen. Dat is heel dramatisch afgelopen. Het is bovendien zeer onaangenaam dat ik nu een gecrispeerd gevoel krijg bij iedereen die mij benadert. Er bestaan geen parameters om te controleren of iemand het goed met je meent. Daar kom je maar na een verloop van tijd achter. Soms ben ik bang om de boot te lang af te houden en hem daardoor te missen, maar je kunt ook niet zomaar met twee voeten tegelijkertijd mee in zee gaan. Geloof me, ik heb al natte voeten gehad. ( Stilte)”

Hebt u ook geld verloren door de financiële crisis?

VERBIEST. “Geld verliezen, doe je pas op het moment dat je je aandelen omzet in cash. Dat deed ik nog niet, dus neen, ik heb nog geen geld verloren. Ik heb tijd.”

Op welke beslissingen uit uw carrière blikt u wel met veel trots terug?

VERBIEST. “Ons grote geluk, ook toen we later Studio 100 oprichtten en alle rechten in handen hadden, was dat we nooit vaste medewerkers van de VRT zijn geweest. Hans (Bourlon, medeoprichter van Studio 100), Gert en ik waren er cowboys. We kwamen met Samson, een product waar niemand bij de openbare omroep op zat te wachten. Alle regels van de toenmalige BRTN hebben we daarvoor overtreden. We maakten programma’s zonder de goedkeuring van de raad van bestuur, maar ze waren succesvol en konden dus niet worden afgeschaft. Wanneer we tijdens de herfstvakantie bijvoorbeeld een oproep deden om tekeningen op te sturen, hadden we honderd prijzen voorzien. Er kwamen meer dan 60.000 tekeningen aan. Daar was niet iedereen even gelukkig mee. Zeker niet toen we even later een actie deden waarbij het antwoord op een prijsvraag moest worden doorgebeld. We slaagden erin om de zone 02 gedurende twee uur volledig plat te leggen. Dat was niet mijn beste dag, maar ik ben er wel erg trots op. Na een tijd wilde de productie-eenheid ‘dat gedoe’ niet langer ondersteunen. ‘De tijd van Tante Terry en Kraakje is al lang voorbij’, schreven ze. Daar stonden we dan. Als Gert, Hans en ik toen alles wat we bezaten, hadden verkocht, konden we amper 3,5 afleveringen van Samson inblikken. We hebben dat werkelijk onderzocht, maar de uitzendingen kostten een pak meer dan ik had verwacht. Ik ben daarop echt uit mijn krammen geschoten en zelf geld gaan zoeken. De toenmalige ASLK wilde ons sponsoren om hun Kangeroerekening te promoten. Als dat niet was gelukt, had Samson vandaag niet meer bestaan.”

Hoe kijkt u vandaag naar de VRT?

VERBIEST. “Niet iedereen zal het met me eens zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat de VRT op weg was om zeer goede zenders te ontwikkelen toen Tony Mary er nog de lakens mocht uitdelen als gedelegeerd bestuurder. De vele mensen die kritiek hebben op zijn doortocht zijn ofwel politiek gelieerd ofwel kortzichtig. Als Mary winst maakt door een film eerst op de betaalzender Prime te laten uitzenden voor die daardoor goedkoper op een zender van VRT werd getoond, vind ik dat prachtig. Daar heeft de vrije markt hem op gepakt. Ik vraag me af of zijn ontslag inderdaad te maken had met zijn manier van werken dan wel of zijn verplichte vertrek politiek was ingegeven. Ik gok op dat laatste, want een nieuwe politiek bij de VRT? Laat me niet lachen. Zoals er in de gerechtshoven ook niet aan politiek wordt gedaan zeker?

“Zodra het Mary-effect in werking trad, waren er programma’s naar ieders smaak en stegen de kijkcijfers. Nu zijn effect voorbij is, gaan de kijkcijfers opnieuw naar beneden. De VRT moet dringend aan zelf-reflectie doen, want ze boeren achteruit. Ik vind het niet nodig om programma’s te maken waar maar vier mensen naar kijken. Stuur die mensen dan een dvd toe. Dat is een stuk goedkoper en je verveelt er geen andere mensen mee. Televisie blijft een massamedium hé. Wat niet wil zeggen dat je niet moet proberen om goede programma’s te maken. Welke dat zijn? Die waar voldoende mensen zich goed bij voelen.”

Hoe goed bent u vertrouwd met het politieke leven?

VERBIEST. “Ik heb nooit een lidkaart van een partij gehad, maar ik ken wel wat politici en politiek interesseert me geweldig. Mensen bepalen uiteindelijk via politiek hoe hun cultuur evolueert. Als ons land dan zolang verlamd is door een politieke crisis vind ik dat heel erg, maar ik neem het de politici iets minder kwalijk dan vroeger, toen ik jeugdiger en onstuimiger was. Als ik het loon van een minister bijvoorbeeld vergelijk met het loon van een CEO, dan valt dat van de politicus zeer pover uit. Een minister heeft bovendien geen loonsgarantie. Valt de regering, dan zitten de politici van de ene op de andere dag zonder werk en op een gouden handdruk moeten ze niet rekenen. Terwijl ze wel hard moeten werken: bij elke verkiezing de markten afschuimen om handen te schudden en pinten te trakteren. Maar waar ik het vooral moeilijk mee zou hebben, is het sluiten van compromissen. Een idee heeft meestal alleen maar waarde in zijn totaliteit. Je kunt een boom moeilijk omzagen als je het snoer en het blad van de zaag haalt. Ik begrijp daarom zeer goed dat politici in sommige gevallen machteloos staan, al ontbreekt het hun soms ook gewoon aan moed.”

Was u vroeger dan zo temperamentvol?

VERBIEST. “Ja hoor, ik was een barricadespringer. Ik heb ondertussen gemerkt dat het geen zin heeft. Je verovert tegenwoordig niets meer met de stormram. Met de zachte hand en een beetje kordaatheid bereik je veel meer. Als je mensen uitdaagt, wapenen ze zich net beter. Dan krijg je een gevecht waar niemand beter van wordt, want dan verschiet je al je kracht voor verkeerde zaken. Dat besefte ik tijdens vergaderingen bij Studio 100 nog niet altijd. Als een idee waar ik zolang op had gewerkt, werd afgeschoten, leek me dat gewoon oneerlijk. Let op, ik kan me nog steeds kwaad maken hoor. Wat is de waarde van zaken nog als je je er niet meer over kunt opwinden?”

Herkent u zichzelf in uw drie dochters?

VERBIEST. “Mijn oudste dochter is bio-ingenieur, iets wat ik als jongere ook wilde worden. Mijn tweede dochter is bachelor in de Nederlandse en Engelse literatuur en zij wil graag schrijfster worden. De jongste gaat in september naar de kleuterschool. Zij is een enorme komediante. Ik heb geen idee van wie ze dat heeft. Dat zal wel van haar moeder zijn.”

Door Sjoukje Smedts – Fotografie Jelle Vermeersch

“Jaloers? Ik heb nog rechten op een aantal producten, dat ze dus maar heel goed werken bij Studio 100″”Wat is de waarde van zaken nog als je je er niet meer over kunt opwinden?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content