Vredelievende Belgen

Jean-Pierre De Bandt

Op 08/08/08 precies om 08.08 uur opent onze landgenoot Jacques Rogge de Olympische Spelen van Beijing. Aan miljarden aardbewoners zal de vredesbode een heilwens toesturen. Nog nooit in de wereldgeschiedenis zal deze pax vobiscum zoveel mensen bereiken. Je mag immers niet vergeten dat de Spelen niet plaatsvonden in 1916, 1940 en 1944. En als Jacques Rogge de vredeswens zal uitspreken, zal dat in de wereldopinie meer gezag en gehalte hebben dan wanneer Napoleon III verklaarde: “L’empire, c’est la paix”, zoals vóór en na hem duizenden wereldleiders dezelfde leugen in een of andere vorm verkondigden.

Jacques Rogge staat in een rij met veel andere landgenoten. Niet minder dan vijf Belgen ontvingen de Nobelprijs voor de Vrede. Dat ongewoon groot aantal Nobelprijswinnaars plaatst België veruit als wereldrecordhouder, rekening houdend natuurlijk met het aantal inwoners en vierkante kilometers grondgebied.

De Nobelprijs voor de Vrede werd opgericht door Alfred Nobel als één van de vijf Nobelprijzen die elk jaar sinds 1901 worden uitgereikt. Uitzondering was de Eerste Wereldoorlog, toen maar één Vredesprijs werd uitgeroepen: in 1913 voor het Internationale Rode Kruis.

Het Instituut voor Internationaal Recht, opgericht in Gent in 1873, kreeg in 1904 de Nobelprijs voor de Vrede. Na de bloedige Frans-Duitse oorlog van 1870-71 werd het Instituut in 1873 opgericht door de gerenommeerde Gentse jurist Gustave Rolin-Jacquemyns. Het is nog altijd gevestigd in België, blijft zeer actief en groepeert een maximum van 132 leden, de absolute wereldtop van academici in internationaal recht.

De tweede Nobelprijswinnaar voor de Vrede was August Beernaert. August Beernaert werd geboren in Oostende op 26 juli 1829, was minister van Staat, tien jaar eerste minister (1884-1894) en kamervoorzitter van 1895 tot 1900. Hij overleed in Luzern op 6 oktober 1912. Beernaert was een van de grote pacifisten van zijn tijd. Hij zette zich in voor de afschaffing van de slavernij en bleef de uitbuiting van Congo hekelen, wat hem in onmin bracht met koning Leopold II.

De derde Belgische Nobelprijs voor de Vrede werd toegekend aan de te weinig bekende landgenoot, Henri La Fontaine. Hij kreeg de prijs in 1913. Geboren in Brussel op 22 april 1854, werd hij in 1877 advocaat bij het hof van beroep. Als lid van de Belgische Werkliedenpartij werd hij in 1895 verkozen tot senator en was hij van 1919 tot 1932 ondervoorzitter van de Senaat.

Tussen 1907 en 1943 was hij voorzitter van het Bureau International de la Paix. In 1919 was hij lid van de Belgische delegatie op de Vredesconferentie van Parijs en het jaar nadien vertegenwoordigde hij België op de eerste algemene vergadering van de Volkerenbond.

De vierde Nobelprijs voor de Vrede werd uitgereikt in 1958 aan de Belgische dominicaan, pater Pire. Pater Pire, geboren in Dinant op 10 februari 1910, was bekend voor zijn inzet voor vluchtelingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Hij is de oprichter van de welbekende Vredeseilanden, ook nog Europadorpen genoemd.

Als lid van de Intergovernmental Panel on Climate Change, dat in 2007 de prijs in ontvangst nam samen met Al Gore Jr., is onze landgenoot Jean-Pascal van Ypersele de vijfde met de Nobelprijs voor Vrede gelauwerde Belg.

Alles samen niet zo slecht voor ons kleine landje. En vandaag nog profileert een aantal mensen zich internationaal rond het brede thema ‘vrede’. Denk maar aan Serge Brammertz, de nieuw aangestelde procureur bij het Internationaal Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, of zuster Jeanne Devos, die zich in India blijft engageren voor de minderbedeelden, of professor Peter Piot als hoofd van het aidsprogramma van de Verenigde Naties (UNaids).

Je kan je de vraag stellen of dit uitzonderlijk hoge quorum van internationaal eerbetoon aan vredesduiven ergens geborgen ligt in de genen van onze landgenoten of dat het op louter toeval berust.

Communautaire spanningen zijn bij ons zo oud als het bestaan van de Belgische staat. Ze gingen gepaard met veel en intens verbaal geweld, blind fanatisme en boosaardige onverdraagzaamheid, maar nooit, godzijdank, met gewelddaden en burgeroorlog. Wie de kaart van Europa eens gadeslaat, en stilstaat bij de breuklijn die Europa verdeelt tussen de Latijnse en de Germaanse subcultuur en taal, moet wel op basis van objectieve gegevens beseffen dat België en Luxemburg de enige regio’s zijn waar de samenleving tussen de twee taalgemeenschappen door de jaren heen ‘vredig’ verloopt. Als je de lijn volgt van De Panne naar Trieste, dan valt onmiddellijk op dat die taalgrens overal aanleiding heeft gegeven tot gruwelijke oorlogen: tussen Frankrijk en Duitsland, de Sonderbundoorlog in 1847 in Zwitserland, de moeilijke oprichting in 1978 van het nieuwe Franstalige kanton Jura in Zwitserland, de Alte Adigio-rellen tussen de Duitstalige en de Italiaanse gemeenschap in Italië.

Het is wel stof tot nadenken. (T)

DE AUTEUR IS JURIST.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content