“Vlot bankkrediet leidde tot misbruiken en diamantcarrousels”
Z owel de diamantairs als het gerecht zijn uiterst discreet over de huiszoekingen vorige week in de Antwerpse diamantwijk. Had het parket nieuwe elementen in de affaire-Monstrey? Weinigen geloven van wel. In oktober 2005 bleek de verzendingsfirma een draaischijf te zijn voor legaal ingevoerde diamant die fictief uitgevoerd werd (koeriers werden met gruis en vervalste documenten op pad gestuurd).
Waarom kwamen de huiszoekingen er dan? Volgens sommigen gaat het om een wraakactie van het parket, dat de fiscale regularisatie voor diamantbedrijven van afgelopen zomer niet verteerd heeft en het signaal geeft zijn gang te zullen gaan (insiders fluisteren dat de VLD aan invloed inboette na de verkiezingsnederlaag van 8 oktober). Tegen eind 2006 kunnen diamantvoorraden uit het verleden geherwaardeerd worden. De maatregel kwam er om de financiële situatie van diamantfirma’s op het thuisfront te verbeteren. Zo verhogen ze hun kredietwaardigheid, kunnen ze schuldposities aanzuiveren en 2007 beginnen met een propere lei.
Anderen situeren de Monstreyzaak tegen de brede achtergrond van normvervaging in de sector en onvolledige controlestructuren bij de diamantbanken. “De bankiers willen de kredietkraan strenger hanteren, maar ze hebben de huidige hoge bankschulden in de sector zelf mee in de hand gewerkt,” luidt het. De traditionele vertrouwensbanden tussen bankiers en diamantairs hebben plaatsgemaakt voor een mentaliteit waarbij kredieten vlot werden toegekend. Als ze maar bedoeld waren voor expansieplannen in het kader van de door De Beers in 2000 gelanceerde Supplier of Choice-strategie (SoC) die diamantbedrijven aanporde tot verticale integratie en downstreamactiviteiten (ontwikkeling van diamantjuwelen). “Bankiers financierden gretig marketingplannen,” zeggen diamantairs.
Vooral Indiase firma’s werden bijzonder actief, kochten eerst de oude voorraden ruwe diamant op van De Beers, en begonnen enthousiast verticaal te integreren en filialen uit te bouwen. Daarvoor is geld nodig. “Opkopers van ruw presenteerden facturen bij de bank en kregen zonder veel vragen kredietlijnen op basis van projecties. Als ze zich maar inpasten in de nieuwe diamant- en juwelenhandel – conform de SoC,” zeggen informanten. Verticale integratie leidt tot langere pijplijnen (van de mijn tot de juwelierszaak). Het aantal diamantbedrijven daalt en doorlooptijden in de handel worden langer, de bankiers volgden met langere kredietlijnen.
Tegen die achtergrond van soepele kredietverlening werden via de verzendingsfirma Monstrey meer dan eens dezelfde diamantpartijen herin- en uitgevoerd. En er zouden transacties gefinancierd zijn op basis van fictieve diamantaankopen. Bovendien is niet duidelijk of de projecties waarvoor banken kredietlijnen openden, ook gevolgd werden door daadwerkelijke handelstransacties. Er is sprake van geld dat vloeide naar vastgoed, zowel in Antwerpen als in het Indiase Surat, of dat aangewend werd voor diversificaties buiten de diamantbranche.
De verhoopte meerverkoop van diamantjuwelen is er, na zes jaar, nog altijd niet en het ziet er niet naar uit dat die ommekeer er vlug komt. Hogere goudprijzen zijn de spelbreker. Toen duidelijk werd dat potentiële kopers van diamantjuwelen liever kiezen voor goud, begonnen de bankiers ongerust te worden. Intussen stijgen ook de interesten, wegen de hoge bankschulden zwaarder en zitten heel wat diamantbedrijven met duurdere kostenstructuren. Nogal wat diamantfirma’s wereldwijd en in Antwerpen (vooral Indiase) zitten in nauwe schoentjes.
In de Antwerpse diamantwijk wordt gehoopt dat deze crisis, “na de hype rond Supplier of Choice“, de sector opnieuw met de voeten op de grond zet: back to basics.
E.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier