“Vlaanderen moet meer geld investeren in onderzoek, we kunnen Europa kloppen”
Icos is een baby van voormalig rector André Oosterlinck en de KU Leuven. De onderneming fabriceert in Vlaanderen en China vernuftige inspectietoestellen voor de halfgeleiderverpakkingen. Gust Smeyers, chief technology officer en vice-president, is een van de pioniers. Hij dirigeert de drie onderzoekscentra van Icos. Haasrode pingpongt met München en Hongkong. Hightech is geen plek voor watjes.
frans.crols@trends.be
eXtra informatie op www.trends.be
Volgende aflevering: Marc Van Sande van Umicore. Een nog uitgebreidere versie van dit interview vindt op de website van Trends.
Op een zondag parmantig in de Porsche door het Pajottenland – het ontspant Gust Smeyers (51). Door de Mini’s van zijn zussen heeft hij van kindsbeen af de lust voor mechaniek en technologie. Ingenieur Smeyers is veelzijdig, in zijn vrije tijd ontwerpt hij huizen. Hij tekent de plannen, vult de ruimte, zoekt de nieuwste technologieën en rondt het dossier af met bevriende architecten. Icos boekt met 316 medewerkers 80 miljoen euro omzet en pompt 11 miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling.
“Ik heb van thuis geen traditie mee voor wetenschappen. Mijn vader was directeur bij het ministerie van Financiën en mijn moeder leidde de gemeenteschool van Oorbeek, een dorpje bij Tienen, waar iedereen iedereen kent,” vertelt Gust Smeyers. “In de lagere school had ik een experimenteerset voor scheikunde, maar na enkele steekvlammen in de kelder vloog die in de kast. Middelbare school liep ik in Tienen op het college en het werd Latijn-Wetenschappen, er was geen Latijn-Wiskunde. Natuurkunde en scheikunde boeiden me. ( lacht) Mijn oudere zussen reden in Britse autootjes en daar was veel aan te sleutelen ( nvdr – zie kader: Porsche of Mini?).”
“De leraar wiskunde en de leraar natuurkunde – jong en enthousiast en met veel talent om de technische proeven op te stellen – waren inspirerend,” weet Smeyers. “Mijn periode in het middelbaar onderwijs was de tijd van Nasa, de race naar de maan, Werner von Braun, de Spoetnik en Joeri Gagarin, de Russische astronaut. Ik knutselde met muziekinstallaties op feestjes om geld in het bakje te krijgen voor de parochiegemeenschap.”
Aan de universiteit
“Mijn hart klopte vroeg voor de wetenschappen,” memoreert Gust Smeyers. “De KU Leuven was vlakbij, ik ging wel vanaf het tweede jaar op kot, je leert omgaan met vrijheid, na de regeltjes van je scholierentijd ga je losser leven en jezelf organiseren. De start van burgerlijk ingenieur, de kandidatuurjaren, vond ik oninteressant. Vanaf het eerste technische jaar volgden de elektronica en de eerste introductie naar de automatisering, dat werd spannender. Roger Van Overstraeten, de latere grondlegger van Imec, doceerde de cursus Vastestoffysica en was net terug van de VS. Het vak was zeer theoretisch én boeiend, het liet vermoeden wat de elektronica als vernieuwing zou brengen. De pc bestond nog niet en Intel en Motorola brachten hun eerste vierbitprocessoren op de markt. Een stroomversnelling van de elektronica. Al studerend koos ik voor de automatisering, een combinatie van elektronica en regeltechniek, gericht op toepassingen en dat lokte mij sterker dan de basiselektronica.”
Het bedrijfsleven
“In het laatste jaar burgerlijk ingenieur zoek je een job en wil je snel aan de slag. Bedrijven dienden onderzoeksprojecten in bij het IWONL, de voorloper van het IWT. Ik heb toen een unieke kans gekregen als werknemer van een bedrijf onderzoek aan de universiteit te doen, een internship avant la lettre,” stipt Smeyers aan. “Ik werkte aan de universiteit en stond toch in een onderneming. Ik zocht naar de codering van datatransmissiesystemen over telefoonlijnen voor GET in Malle, een kmo in de tijdregistratie die diversifieerde naar toegangscontrole. Je kwam in contact met alle aspecten van de bedrijfsvoering en de stichter-CEO hield zich sterk bezig met de ontwikkeling van nieuwe producten. Ik codeerde de plaatsbepaling bij oproepen van noodmeldingssystemen en voor de eerste maal werden in de controlecentrales microprocessoren gebruikt voor de visualisering en de rapportering. We hebben ook gewerkt op het gebruik van de stem als sleutel voor de toegang tot beveiligde zones. De stem is nukkig en afhankelijk van bijvoorbeeld verkoudheden en zij verandert over de jaren, dus dat spoor lieten wij varen. GET verwezenlijkte de toegangscontrole van de Franse nucleaire site in La Hague met zijn 10.000 werknemers. Veiligheid en toezicht zijn daar ontzettend belangrijk. Ik vond het werk voor GET aantrekkelijk en koos stilaan voor een toekomst in de industrie.”
Parallel bekeek hij het onderzoek aan de universiteit: “Zo legde ik contacten met het beeldverwerkingsonderzoek van het Centrum voor de Menselijke Erfelijkheid van André Oosterlinck. Ik meende dat de algoritmen voor de signaalanalyse van de menselijke stem sterk overeenkwamen met die voor de beeldverwerking. Zo heb ik de beeldverwerking en de oprichting van Icos meegemaakt sinds 1982 en geraakte er steeds sterker in geïnteresseerd. De dynamische aanpak van het labo-Oosterlinck en de goede combinatie van onderzoek en toepassing vond ik daar. Icos was in mij geïnteresseerd door mijn ervaring in de industrie, want het bedrijf was een kind van de universiteit en bedrijfservaring was er amper. Ik ken het team dus van in een vroeg stadium. De visuele inspectie was een beloftevolle technologie, maar er waren jarenlang geen producten. Mijn eerste opdracht was te bekijken welke inspectiedomeinen we moesten kiezen. De beeldverwerking was een sterk tot de verbeelding sprekende nieuwe technologie en kon wedijveren met de hype over de robotten, die de wereld gingen omgooien. In werkelijkheid bestond er een diepe kloof tussen onze techniek en de productieprocessen, omdat de productielijnen niet gericht waren op de integratie van visiesystemen. Snel heeft Icos begrepen dat specialiseren een noodzaak was. Tot 1985 waren wij de ene dag bezig met platen staal, de andere met textiel, de derde met confituurpotten, de vierde met controles in de farmacie. Dat werd grondig tegen het licht gehouden en we besloten te kiezen voor een beperkt werkgebied. Gezien we van opleiding elektronici waren, werd dat de assemblage van halfgeleiders en elektronische componenten, uiteraard ondersteund door een marktstudie van de situatie in de VS, toen duidelijk de voorloper op dit gebied. Bij het vinden van de toepassingen heb ik meegewerkt aan de ontwikkeling van de algoritmen.”
Het verschil met Imec
“Spin-offs waren in de jaren tachtig ongebruikelijk, hoewel de mentaliteit aan het kantelen was,” zegt Smeyers. “Het was de periode van de DIRV, van de eerste edities van Flanders Technology International en het beginnende risicokapitaal met Advent en BeneVent. Leuven Research & Development, sterk geïnspireerd door de Amerikaanse universiteiten, stak de neus aan het raam. De technologie van de robotten en de visuele inspectie was booming.
In de periode dat Smeyers aan de slag was bij Esat van de KU Leuven, was Roger Van Overstraeten er de spilfiguur. Smeyers: “Het initiatief van professor Van Overstraeten leidde tot Imec. Tussen Icos en Imec heeft het steeds goed geboterd, hoewel we jarenlang met andere technieken bezig waren. In de beginjaren was Imec actief in de front-endprocessen, alles wat te maken heeft met de lithografie, met de techniek om transistoren in het silicium te etsen en het afwerken van de wafer. De toepassingen van Icos zijn vooral back-endprocessen, de fase van de verpakking, na het waferproces. Het was ondanks de wederzijds inspanningen en de persoonlijke contacten lange tijd niet vanzelfsprekend om gezamenlijke onderzoeksdomeinen te vinden. De jongste jaren is er een belangrijke kentering, de processen neigen naar elkaar, de verpakking en de miniaturisering van de IC’s duwt de back-end naar de front-end. Men begint verbindingen te leggen op de IC zelf en onze inspectietaken richten zich meer naar de activiteiten van Imec.”
Icos en het O&O-netwerk in Vlaanderen
“Ik heb mijn vermogen flink zien stijgen,” geeft Gust Smeyers toe. “In de beginjaren hebben we onze energie en onze centen mee geïnvesteerd in Icos. Door ons succes kregen de initiële aandelen en opties een belangrijke meerwaarde. Daar doe je het niet voor, maar het is een mooi cadeau. Verschillende pioniers van Icos zijn van mijn jaren in Leuven.”
“Qua netwerken werken we intenser dan ooit samen met belangrijke klanten, onze inspectietechnieken verkopen we aan de fabrieken van Intel, Samsung, STMicroelectronics, Sony, eigenlijk aan alle IC-fabrikanten,” legt Smeyers uit. “Icos bezoekt de klanten frequent, neemt deel aan hun technology review meetings, legt hun ontwikkelingsprogramma’s op de onze om de ontwikkelprogramma’s beter op elkaar af te stemmen. Bij het ontwikkelen van een bepaald proces ben je nu verplicht de machines, de inspectie, de meetapparatuur tegelijkertijd te ontwerpen om die processen te controleren, zij zijn onmisbaar.”
“Daarnaast heb je het O&O-netwerk in Vlaanderen,” merkt Smeyers op. “Icos bereikte recentelijk een doorbraak in de confocale meettechnieken en kan daardoor nieuwe producten introduceren. We werken ook samen met onderzoekscentra in de VS, Zwitserland, Duitsland en Nederland. Je moet een brede kijk hebben, maar toch nooit vergeten of wat we zoeken niet te vinden is naast de deur. Het IWT is een belangrijke partner voor Icos om bijvoorbeeld deels de ontwikkelingskosten te helpen dragen.”
“Van 1985 tot 1990 was de visuele inspectie voor het bestukken van stroomloopkringen het brood en de boter. Dat is ook gekend als surface mount technology, met meer elektronica op een beperkte oppervlakte en dat op een betrouwbare manier,” doceert Smeyers. “Die montage kon niet langer met mechanische middelen, daar was visuele positiebepaling en inspectie bij nodig. Icos zag dat vroeg in en ontwikkelde modules en diensten in die richting. Daarmee zijn we naar belangrijke machinebouwers gestapt en rond 1990 is een kring van OEM-leveranciers gegroeid rond Icos. De OEM-verhouding met Siemens in München was symbolisch. Siemens is marktleider in pick-and-place-machines en nog altijd een grote klant. Wij zijn de toeleverancier van een ingebouwd en onmisbaar onderdeel van hun machine. Die technologie had de machinebouwer niet in huis en ze was voor hem te gespecialiseerd om er een eigen team voor samen te stellen.”
Eind jaren tachtig richtte Icos zich op driedimensionale metingen. “Een nieuwigheid op technologisch gebied,” aldus Smeyers. “Icos is dan ook begonnen met het leveren van subsystemen, dus niet enkel een stuk hardware en software, maar een volledige meetmodule met optica en gebruikersinterface. Driedimensionale inspecties doe je niet met een enkele standaardcamera. Onze technologie is performanter vergeleken met de inspectie met de lasertechnologie, die bovendien duurder is. Een mijlpaal was 1993, toen we de eindgebruikersmarkt van inspectiemachines betraden.”
Waar staat Icos vandaag? “Ongeveer alle concurrenten van Icos waren bij de start Amerikanen, in dezelfde sector en in dezelfde toepassingen. Met de inspectiemachines waren we niet de eerste om in die markt te gaan, wel zijn onze toestellen betrouwbaarder en sneller. Dat liet ons toe om een speler te worden met een dominantie van 70 % vandaag. De zwaarste concurrentie is afgezwakt.”
Met dank aan de BlackBerry
“Ik geloof sterk dat de technologie de wereld kan verbeteren,” getuigt Gust Smeyers. “In Zuidoost-Azië werd het leven van de bewoners aangenamer. Die vooruitgang begon in Japan en Singapore, en is overgeslagen naar China. Het vinden van iets nieuws om daarmee je omgeving te verbeteren, is een passie. Ik vind niet dat je alles zelf moet ontdekken. Probeer een inspiratiebron voor de medewerkers te zijn. Praten, samen kiezen, ondersteunen is zeer belangrijk. Als ik elke dag één goede suggestie kan doorgeven aan een medewerker, ben ik een gelukkige mens,” glimlacht Smeyers.
“Ik klok vijftig uur of meer per week. Beschikbaar zijn is het essentiële en dat wordt vergemakkelijkt door de BlackBerry, een superwerktuig,” prijst Smeyers. “Je kijkt ernaar als je dat wilt, de informatie biedt zich aan. Als men in een van de afdelingen aan het werken is, ook tijdens het weekend, kan je dat volgen en inpikken. Icos moet rekening houden met de uurverschillen door zijn internationale structuur. In Hongkong branden de lichten soms later dan hier, als onze mensen naar ginder gaan, wordt er eveneens dag en nacht gewerkt, maar het gebeurt ook dat de lichten hier nog branden als men ginder de dag nadien weer aan de slag gaat. We kochten onze Chinese dochter voor de overname van Hongkong door China, maar zien geen enkele verslechtering in de toegankelijkheid en de communicatie.”
De volgende nieuwe technologie
“Vooral de technologie op de lange termijn moet ik in de gaten houden,” zegt Smeyers. “Dat heeft enerzijds te maken met de interne ontwikkelingen en anderzijds met de fusies en overnamen. We evolueren naar meer productlijnen, dus steeds dringt zich de vraag op: ontwikkelen we die zelf of kopen we een team, een bedrijf, een technologie? Mijn belangrijkste verantwoordelijkheid is het zoeken naar nieuwe toepassingen voor onze technologie of nieuwe technologie voor toepassingen die ons interesseren, in huis of via partners.”
“De technische onderhandelingen over de aankoop van de externe kennis is een van mijn belangrijke opdrachten. Is die technologie op het niveau dat zij beweert te halen? Hoe kan ze worden overgedragen?” licht Smeyers toe. “Met een totale overname heb je een vliegende start, maar soms kan dat niet, omdat de verkoper het team voor andere ontwikkelingen wil behouden. Een operatie die in de voorbije twee jaar veel van mijn tijd in beslag nam, was de overname van de waferinspectietechnologie van Siemens in München. Die kennis is, zonder de Duitse experts, verhuisd naar Haasrode.”
“In onderzoek en ontwikkeling werken zeventig mensen met diverse achtergronden en voor het basisonderzoek zowat 20 % van die equipe”, telt Smeyers. “Dit type van onderzoek noemen we bij Icos research & methods. R&M ontwikkelt technologieën tot prototypes en die worden overgedragen aan andere groepen die er een product van maken, terwijl ze de verdere ontwikkeling blijft opvolgen.”
Icos heeft drie onderzoekscentra: in Haasrode, München en Hongkong. Gust Smeyers: “München is net als Haasrode werkzaam in visietechnologie, in Hongkong wordt de mechaniek bestudeerd, dicht bij de plaatsen waar onze machines gebouwd worden en dat is in China. Hongkong verfijnt het behandelen en aanvoeren van componenten die nodig zijn voor de inspectiemachines. In de drie centra is het merendeel van de onderzoekers van lokale origine, alhoewel er Duitsers, Nederlanders, Indiërs en een Zweed aan de slag zijn in Haasrode. Voor wie goed is speelt de nationaliteit geen rol. Icos ging niet offshore naar bijvoorbeeld Bangalore, wij integreerden de Indiase medewerkers van bij het begin in België, omdat de wisselwerking tussen de onderzoekers essentieel is. Voor Microsoft en Oracle kan dat anders liggen, want hun ontwikkelingsgroepen zijn omvangrijker.”
Gezocht: ingenieurs en onderzoekers
“Praten over innovatie is op zichzelf oké, want we hebben een tekort aan ingenieurs en studenten in de technisch-wetenschappelijke richtingen,” vindt Smeyers. “Blijf dus maar wijzen op die tekorten. Maar het mag geen holle retoriek zijn, anders krijg je een indigestie. Lagere sociale lasten voor onderzoekers zijn oké. Maar de daling is wat beperkt en wat laat.”
De uitgangspunten van de bachelor-masterhervorming in de Europese Unie vindt Smeyers een positieve zaak: “Voortaan kan je een opleiding in Spanje vergelijken met een in Denemarken en dat vergemakkelijkt het vrije verkeer van onderzoekers in Europa. De tweede troef is een verhoging van de soepelheid en de afstemming van de opleiding op de omgeving. Er zijn meer mogelijkheden om de cursuspakketten in de ene of andere richting te sturen. Als je ingenieurs nodig hebt met bepaalde bekwaamheden en er is een tekort, dan kan je door een specifieke bijscholing, van bijvoorbeeld een bio-ingenieur, de vraag naar die specialisatie sneller opvullen. Je hoeft geen vijf jaar te wachten om een tekort op te vullen.”
“Onze kinderen zijn gefragmenteerd bezig met hun iPod, sms, Ketnet, sportclub en de aandachtsboog verslapt,” klaagt Smeyers. “Je moet natuurlijk geen honger lijden om aan goed onderzoek te doen. Tegelijk moet je bekennen dat grote schilders meesterwerken produceerden in erbarmelijke omstandigheden, ik denk aan Vincent van Gogh en Rik Wouters. Wij leven nu zeer comfortabel en dat kan de onderzoeksprikkel afstompen. Telkens als ik in Vlaanderen land na een reis naar Hongkong, valt het me op hoeveel ruimte hier nog is. Wij geloven ten onrechte dat we elkaar verpletteren. Ons sociaal systeem is zeer oké, met honderden vangnetten. De druk om het goed te doen, om te excelleren, is zwakker. Als je dat combineert met het grote aanbod en het belang van de vrije tijd, dan is het arbeidsklimaat hier minder stimulerend.”
In Trends van 11 mei verschijnt het volgende interview in de reeks: Marc Van Sande, CTO en executive vice-president van Umicore.
Reeks: chief technology officer
In de interviewreeks chief technology officer brengt Trendsdirecteur Frans Crols diepgravende portretten van Belgiës meest gerenommeerde technologen.
In deze vierde aflevering wikt en weegt Gust Smeyers, CTO van Icos, het wel en wee van onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen, België en elders. In Trends van 11 mei verschijnt het volgende interview in de reeks: Marc Van Sande, CTO en executive vice-president van Umicore.
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier