Vlaamse scène aan de Seine

Terwijl Alcatel het hightechbedrijf Newbridge koopt, meldt concurrent Lucent dat het zijn slome dochters verkoopt. Zet ook Alcatel binnenkort de kabels in de etalage? Martin De Prycker versterkt de Belgische invloed in de top van Alcatel. Hij is de productkampioen van internet. Wat Systeem 12 ooit betekende, worden vandaag ADSL, VDSL en ATM. Julien De Wilde tekent in Parijs de nieuwe marketing uit. Jo Cornu adviseert de baas, Serge Tchuruk. Drie Vlaamse ondernemers aan de Seine.

Parijs (Frankrijk).

A lcatel werpt een dubbelhartige blik op zijn Belgen; enerzijds zijn het gewaardeerde medewerkers, anderzijds zijn ze burger van ce pays, landgenoten van Manneke Pis waar de rechtgeaarde Fransman de neus voor ophaalt.

Dat beroert niet het nuchtere gemoed van Julien De Wilde (56), de nieuwe executive vice-president marketing en business development. Sedert de herfst van 1999 werkt hij in de chique rue de la Boétie naast Serge Tchuruk, chief executive officer (CEO). Daar frequenteert hij Jo Cornu (55), vanaf 1995 chief operating officer (COO) van de telecomactiviteiten en sedert augustus 1999, nadat hij zijn taak overdroeg aan de Amerikaan Krish Prabhu, consultant van Serge Tchuruk. Martin De Prycker (44) is de jongste parisien van Alcatel Bell, de Belgische dochter. Einde februari werd hij chief technology officer van Alcatel, een oude taak van Cornu. De Prycker is de kampioen van de Carrier Data Division in Kontich, het internetbedrijf van Alcatel. “De snelstgroeiende divisie van Alcatel,” glimlacht De Prycker. “Vandaag halen we 1 miljard dollar omzet, in 1995 bestonden we niet.” Hij legde mee de basis van de overname van Newbridge op 23 februari 2000 en verdeelt voortaan zijn uren tussen Parijs, Kontich en Kanata (Canada). In 1994 beschouwde Alcatel, zoals andere telecomfabrikanten, internet als speelgoed.

Serge Tchuruk wil doortastend internationaliseren, zegt De Wilde: “Hij weet dat zijn directe medewerkers een afspiegeling dienen te zijn van die keuze. Er zijn drie Franse groepen die zich aan de Angelsaksische stijl aanpassen: Total, Axa en Alcatel. Zij begrijpen dat het geld voor de verdere ontwikkeling van de internationale aandeelhouders zal komen en dat daarom de Franse bedrijfscultuur om moet.” De top-25 van Alcatel Telecom telt negen nationaliteiten. Op de eerste lijn staan Tchuruk, financieel directeur Jean-Pierre Halbron en COO Krish Prabhu, dan volgen Julien De Wilde, Martin De Prycker, Jo Cornu. De Wilde: “Tchuruk is een teamspeler, gaat er niet van uit dat hij het allemaal weet, luistert bedachtzaam en is niet impulsief.” Zijn voorganger Pierre Suard was veel minder communicatief en gedroeg zich als een typische Franse industriekoning. “We moeten waarmaken wat we vertellen, worden beter gevolgd door de financiële analisten en publiceren vandaag een kwartaaloverzicht en kwartaalresultaten,” signaleert De Wilde. “Wat we zeker niet meer willen zijn, is een operator, dat was de visie van Pierre Suard. Alcatel wil een netwerk bouwen, opstarten en eventueel onderhouden en staat nergens in contact met de eindgebruiker. De hoofdopdracht is een integrator zijn. Dat kunnen we al overal in Europa verwezenlijken, maar de uitdaging is om dat overal ter wereld aan te kunnen. De bestaande klanten helpen we van stem naar data. Belgacom en France Télécom halen nog 85% tot 90% van hun inkomsten uit stem. De nieuwe klanten zitten meteen met het Internet Protocol en data.”

Alcatel zal geen nichespeler zijn, beklemtoont De Wilde: ” Cisco opereerde in een nis en groeit naar global solutions. Het was bijvoorbeeld afwezig in mobiele telefonie en transmissie. Onze geografische spreiding is: de helft Europa, 20% VS, 10% Azië en 17% de rest van de wereld. Lucent heeft een marktaandeel van 10% in Europa en is dus zeer Amerikaans.”

De prioriteiten van De Wilde zijn: “Onze website moet de beste van de wereld zijn, dat is hij nu niet; ons klantenaccountmanagement staat niet aan de top in de hele wereld; we moeten meer pro-actief aan marketing doen, we hebben schitterende verhalen te vertellen, maar missen de Amerikaanse flair om ze tijdig te brengen. Bijvoorbeeld in Polen bij Formus bouwen we een IP-datanetwerk, wie weet het? Onze fixed wireless is het beste product ter wereld, wie weet het?”

Wat vindt de nieuwe chief technology officer van Lucents beslissing om de traag groeiende afdelingen (bedrijfstelefooncentrales, bekabeling voor bedrijven en LAN-netwerken) – 34.000 medewerkers en 8 miljard dollar omzet – af te splitsen? De drie groeien tussen 4% à 8%, de rest van Lucent met 20%. Voor wanneer een dergelijke operatie bij Alcatel?

Zelfs Serge Tchuruk zucht af en toe dat hij de kabeldivisie kwijt wil. De Prycker: “De ontvlechting van Lucent is typisch voor de snelle evolutie van de branche. Een afsplitsing hoeft niet nadelig te zijn. Alcatel Bell verkocht in 1998 Colfontaine aan Micron, een producent van microchips. Die fabriek draait vandaag beter dan ooit.”

Het gebouw

van de Carrier Data Division in Kontich, 350 medewerkers, is overvol. Kersvers aangeworven ingenieurs zitten opeengepakt in de lokalen waar aan de toekomst van Alcatel wordt gewerkt. Achter de rookkleurige ramen worden toestellen ontwikkeld die de telefoon nieuwe mogelijkheden geven. Ze veroveren Azië en de Verenigde Staten, terwijl Europa, met onder meer Belgacom, op een afstandje volgt. De nieuwe technologie, die particulieren en kleine bedrijven tegen zeer hoge snelheden en met een permanente verbinding toegang geeft tot internet, heet ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line). De voor de particulieren bestemde modem lijkt op een kleine groene rog, met twee lampjes in plaats van ogen. Mirakel: de telefoonlijn van de abonnee moet niet door optische vezel worden vervangen… klassieke koperdraad volstaat, zodat men het bestaande netwerk kan blijven gebruiken. In 1999 verkocht Alcatel voor 15 miljard ADSL-materieel, in 2000 zou dat 26 miljard frank worden. In 1996 bedroeg de omzet nul frank… De Wilde: “Er zitten nog ADSL-verhalen in de pijplijn van Alcatel. Wij hebben 30.000 patenten en er komen er dagelijks drie bij. Een Alcatel Venture Fund om te jagen op start-ups is gesticht in de VS.”

Het succesverhaal van ADSL begon met een beslissing, in oktober 1996, van vier Amerikaanse telefoonoperators: Pacific Bell, Bellsouth, SBC en Ameritech (de aandeelhouder van Belgacom). “Ze keken rond bij alle grote leveranciers, zoals Lucent en Ascend, maar uiteindelijk kozen ze voor het concept en de standaard van Alcatel,” vertelt De Prycker.

Toch was één en ander slecht begonnen. Toen ADSL in 1994 in de Belgische laboratoria van Alcatel werd ontwikkeld, had het bedrijf geen plannen om het systeem te gebruiken voor de levering van snelle internettoegang. De audiovisuele markt leek veel aantrekkelijker. Net als de concurrenten die belangstelling hadden voor ADSL, verkocht Alcatel de techniek door de operators een nieuw product te beloven: televisie op verzoek langs de telefoonlijn. Het was een moeilijke periode voor De Prycker, chef van het netwerkonderzoek. Er bestond geen markt voor zijn futuristische ADSL-technologie.

Parijs hertimmerde

echter de concernstrategie. Pierre Suard werd achtervolgd door processen en moest aftreden. In 1995 trad Serge Tchuruk aan, de dynamische topman van Total. De nieuwe baas hield grote schoonmaak en oriënteerde Alcatel – dan een conglomeraat met 190.000 werknemers – naar de telecommunicatie. Het nieuwe beleid speelde in het voordeel van Alcatel Bell. Internet werd een prioriteit, met ADSL als paradepaardje. De Wilde: “De symbolische ommekeer van de bureaucratische groepscultuur was de vorming, in 1996, van een task force – een virtueel ADSL-bedrijf – onder Martins leiding. De Fransen werken nu volgens ons businessmodel in Marcoussin, een Optica Virtual Valley. Ook de Spanjaarden ontwikkelen de wireless access op een intrapreneurial wijze.”

Alcatel werd snel de leider op de ADSL-markt met een aandeel van rond 50%, voor het (verlieslatende) Israëlische Orckit. De Prycker: “ADSL werd bij Alcatel vanaf het vierde kwartaal in 1999 rendabel.”

De Carrier Data Division interesseert zich niet alleen meer voor de internettoegang voor abonnees, maar ook voor het datatransport dat het hart vormt van het net. Alcatel stichtte in België een tweede virtueel bedrijf, voor VDSL, een nog sneller procédé dan ADSL dat het mogelijk maakt om bijvoorbeeld over de gewone telefoonlijn vier televisieprogramma’s tegelijk te verzenden.

Alcatel is

niet de enige reus die zich met datatransport bezighoudt. Cisco, de grote concurrent, fascineert en verontrust Tchuruk. Cisco produceert routers, systemen voor datatransport. Toen de nieuwkomer in 1986 zijn eerste systeem verkocht, was Alcatel een machtig internationaal conglomeraat dat de voorpagina’s van de zakenbladen haalde. Vandaag zijn de rollen omgekeerd. Cisco heeft nu een beurskapitaal dat het tienvoudige beloopt van dat van Alcatel. Toch zijn de omzet en het personeel van Cisco kleiner dan die van Alcatel. De markt en de aandeelhouders beschouwen de data, de informaticanetten en het internet als de ware bronnen van de groei. Hoe meer Alcatel verandert in een dataspecialist, hoe beter het in de markt ligt.

frans crols robert van apeldoorn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content