Verhuizen naar het buitenland doe je niet zomaar
Een ondernemer die zijn bedrijf naar het buitenland wil overbrengen, kan die operatie maar beter goed en discreet voorbereiden. Anders bestaat de kans dat hij zwaar moet betalen voor commerciële, sociaalrechtelijke of fiscale risico’s.
Veel Vlaamse ondernemers zijn het Belgische investeringsklimaat beu en overwegen een verhuizing naar het buitenland. Zij denken maar beter goed na voor ze die stap doen”, waarschuwt Kris De Schutter, advocaat bij Loyens & Loeff. “In een zo’n verhuizingsprocedure zitten heel wat juridische wolfijzers en schietgeweren.”
Soepele vereffeningsprocedure
De vereffening van een vennootschap en de overheveling van de activiteiten is een van de manieren om een bedrijf stop te zetten. “Die procedure werd versoepeld”, meldt vennootschapsjurist Steven Callens van Loyens & Loeff. Sinds vorig jaar is er bijvoorbeeld een wettelijke basis voor eendagsvereffeningen. Die zijn mogelijk als het bedrijf zijn schulden heeft afbetaald. In oktober 2014 stijgt de liquidatiebonus echter van 10 naar 25 procent. “Het lijkt wel of de regering bedrijfsleiders ertoe aanspoort hun bedrijf snel te liquideren”, stelt Callens.
De Europese Unie vergemakkelijkt verhuizingen binnen Europa. Het Europese Hof van Justitie benadrukte in het Vale-arrest van juli 2012 dat ondernemingen die hun zetel overbrengen naar een andere lidstaat het recht hebben de vennootschapsvorm om te zetten in een lokaal rechtsvehikel.
Callens adviseert ondernemingen op voorhand een commercieel-juridische risicoanalyse te doen over de landen waar ze zich willen vestigen. Bij een verhuizing naar een ander land gaan de contracten niet noodzakelijk mee over. “Meestal volstaat een eenvoudige brief om een contract de facto te laten overgaan naar de buitenlandse vennootschap, maar soms is een verhuizing voor de tegenpartij een signaal om een stevige heronderhandeling te starten”, weet hij. Een andere voorbereidende stap is de bestendiging van joint ventures via aandeelhoudersovereenkomsten. Ook houdt het verhuizende bedrijf het best de buitenlandse intellectuele-eigendomsrechten en de handhavingspraktijk onder de loep.
Binnen de Europese Unie is rechtszekerheid geen probleem, maar in exotische landen lopen buitenlandse bedrijven soms het risico dat ze na de blijde intrede worden afgeperst, geboycot of belaagd, zeker als ze succesvol zijn. Daarom moet de bedrijfsleiding nagaan of het land waar ze zich wenst te vestigen beschermingsmaatregelen biedt met een investeringsverdrag. Als een land met België zo’n verdrag heeft afgesloten, kan het worden verplicht geschillen over een oneerlijke behandeling of een onteigening van Belgische investeerders te regelen via een onafhankelijke internationale arbitrage. België heeft al 77 bilaterale investeringsverdragen gesloten, onder meer met Rusland, India en China. Dat met Brazilië is nog niet in werking.
Tweemaal langs de kassa
Kris De Schutter is als specialist arbeids- en socialezekerheidsrecht regelmatig betrokken bij een bedrijfssluiting. “Sluitingen kwamen de voorbije maanden soms duurder uit, omdat de vakbonden met het arrest van het Grondwettelijk Hof in de hand argumenteerden dat de opzeggingsvergoeding van de arbeiders gelijkgesteld moest worden met die van de bedienden”, aldus de advocaat. “De bedienden zwegen dan, maar bij de volgende onderhandelingsronde betoogden de bediendevakbonden dan weer dat hun leden recht hadden op een hogere vergoeding dan de arbeiders.”
De wet-Renault legt voor een sluiting een strikte procedure op. Die wordt beteugeld door strafsancties. “Dat is erg moeilijk uit te leggen aan potentiële investeerders”, zegt De Schutter. “Een onderneming mag door die wet niet bekendmaken dat ze wil sluiten. Eerst moet ze een akkoord met de vakbonden over de vertrekpremies onderhandelen. Die discretie botst soms met de andere voorbereidingen die een onderneming bij een sluiting moet nemen.”
Discrete fiscale deal
Over de fiscale maatregelen bij een sluiting en verhuizing naar het buitenland kunnen bijvoorbeeld op voorhand afspraken worden gemaakt met de rulingcommissie. “Die is de discretie zelve”, stelt fiscaliste Natalie Reypens vast. “Een ruling duurt meestal vier maanden.”
Volgens het Wetboek van Inkomstenbelasting kan een overdracht van een bedrijf naar het buitenland worden gekwalificeerd als een ‘abnormaal voordeel’, dat bij de winst van de vennootschap moet worden gevoegd en zo wordt belast. “Wie zijn bedrijf verkoopt, moet ook belasting betalen op de winst bij die operatie”, vervolgt Reypens. “Als de activiteiten van een Belgische poot van een internationale groep worden ondergebracht bij een zusterbedrijf, verdwijnen eventueel potentiële winsten. Daarom wordt het vertrek van een bedrijf soms fiscaal gelijkgesteld met de verkoop aan een derde partij. Daarover sluit je het beste een akkoord met de fiscus. Hetzelfde geldt voor de kosten die met een herstructurering gepaard gaan, zoals ontslagvergoedingen. Een onderneming weet beter op voorhand hoe die fiscaal behandeld zullen worden. Zonder een ruling kan de groep tot vijf jaar later een bijkomende aanslag krijgen.”
Reypens wijst erop dat de Cel Verrekenprijzen van het ministerie van Financiën dit jaar verdubbelt tot twintig controleurs. “De fiscus beseft dat er geld verdiend kan worden met de vele herstructureringen”, zegt Reypens. “Het aantal controles neemt dan ook gevoelig toe. Fiscaal gezien is een verhuizing naar het buitenland geen eenvoudige zaak. Er zitten heel wat remmen op zo’n operatie. De rekening moet kloppen.”
“Een ondernemer met de intentie te vertrekken, bereidt dat dus het beste goed voor”, besluit De Schutter. “Zodra alle kosten in kaart zijn gebracht, blijkt blijven soms een betere optie dan vertrekken. Zijn adviseurs kunnen hem dan eventueel tegenhouden die stap te nemen. En laten we eerlijk zijn, zo slecht is het hier nu ook weer niet.”
HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER
“De fiscus beseft dat er geld verdiend kan worden met de vele herstructureringen” Natalie Reypens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier