VERDIENEN TOPMANAGERS WEL GENOEG?
Staatssecretaris Bruno Tuybens heeft de weddes van de topmanagers in overheidsdienst gepubliceerd. Wat een rel. Je moet echt opletten wat je zegt en schrijft over topweddes. Mijn tweede column ooit voor Trends (28 maart 1996) handelde over de weddes van topmanagers. Was ik toen al stinkend jaloers op al dat geld? Geregeld word ik nog aan die jeugdzonde herinnerd.
In zijn boek Mijn verhaal bewijst Jo Lernout dat hij mijn tweede column ooit ook gezien heeft. Ik kom dus in zijn boek voor met de prachtige quote: “Het doet me nog altijd bijzonder veel pijn als sommige betweters L&H, en dan bedoelen ze Pol en ik, als voorbeeld nemen voor buitensporige weddes. Betweters als Mark Beulens (sic) van de Vlerickschool.”
Ja, Jo, waar zou ik dat ooit hebben geschreven? Ik heb nergens en nooit gesteld dat ondernemers te veel verdienen. De meeste ondernemers worden straatarm, enkele verdienen hun boterham en 0,0002 % wordt zeer rijk, zoals Bill Gates en (bijna) Jo & Pol. Dat is de essentie van de vrije markt en ondernemerschap. Wie (onverantwoord) grote risico’s neemt, wordt daar maatschappelijk soms, heel soms, in extreme mate voor vergoed. Maar meestal niet. Ik heb altijd grote vraagtekens geplaatst bij zeer hoge weddes van managers, niet bij het absurd lage – of heel soms absurd hoge – ondernemersloon.
In de smalle stoelen van Economy. Hoe belangrijk managers wel kunnen zijn, weet zelfs Jo Lernout ondertussen. “Boekhouding ging mijn verstand te boven,” schrijft hij (blz. 203). Als je een uiterst complex boekhoudkundig netwerk aanstuurt en je kent niets van boekhouding, tja, dat lijkt verdacht veel op schotels met veertig ingrediënten bereiden voor twaalf personen en geen verstand hebben van koken. Het is dan altijd mogelijk dat je bepaalde details mist en dan twee schrijffouten maakt in de naam van de man van wie je vermoedt dat hij bepaalde dingen zou geschreven hebben. Enkele miljarden missen in een boekhouding, dat kan enkel als je helemaal niet goed op het huishouden hebt gelet, je hoeft daar geen grote accountant voor te zijn, dacht ik.
Jo Lernout zelf gaat in zijn boek zelf flink tekeer tegen de hoge lonen van topmanagers. Tot afgrijzen van de auteur, verdiende de laatste manager van L&H 6 miljoen Belgische frank per maand, en horror, hij vloog in eerste klasse, terwijl in moeilijke tijden “Pol en ik altijd in de smalle stoelen van Economy zaten.” Nu mag je nog beweren “niets van boekhouding te kennen,” maar als ondernemer moet je toch wel je managers goed kiezen. Als je mollen, incompetenten of verraders in de CEO-stoel laat plaatsnemen, of mensen die al van bij de start niet door de beursanalisten worden vertrouwd (zoals blijkt uit Mijn verhaal), dan kan het misschien laat, maar eerder vroeg wel eens slecht aflopen. Het grootste raadsel is dat het allemaal nog zo lang geduurd heeft. Of ben ik nu weer betweterig?
Topmanagers zorgen voor zichzelf. Wat is er sinds 1996 veranderd rond de toplonen van managers? Niets. Wel zijn ze ondertussen bijzonder snel gestegen: toen bleek dat een Belgische topbankier zo’n 600.000 euro verdiende in 2001, werd dat waanzinnig hoog genoemd, maar wordt dat een normaal bedrag geacht voor een overheidsmanager. Topmanagers zorgen voor zichzelf. Waarom niet? In een vrije markt en een democratie mag iedereen voor zichzelf zorgen. Door het opbodsysteem gevoed door de publicatie van al die lonen, door de headhunters en bange raden van besturen, stijgen lonen van topmanagers lekker exponentieel. De markt ter zake is helemaal niet transparant. Bedrijven weten immers niet ‘wat ze kopen’. Charismatisch zijn, visie hebben, changemanager zijn en strategisch handelen en denken – niemand kan echt omschrijven wat dat betekent. Dus gelooft iedereen dat het ook bijna niet te vinden is, dus wordt het aanbod heel kunstmatig schaars gehouden. En stijgt de prijs…
Mij irriteren niet de hoge verdiensten van Helmut Lotti, topmanagers, Michael Schumacher en sommige ondernemers. Mij irriteert de belachelijke uitleg die gegeven wordt aan de hoge lonen van topmanagers. De echte uitleg is uiteraard: prijzen stijgen in weinig transparante markten, waar het aanbod kunstmatig schaars wordt gehouden en de vraag kunstmatig wordt opgefokt. Dat heeft allemaal weinig te maken met ‘verantwoordelijkheid’, laat staan met vele uren werken.
Topmanagers werken tot 50 à 100 % langer dan hun medewerkers. Maar kan je als overwerkt manager nog wel goed luisteren naar je markt en je medewerkers, kan je dan nog helder beslissen? En verantwoordt 50 % meer werken een loon dat twintig keer hoger ligt? Dat hoge loon heeft ook niets te maken met de enorme meerwaarden die topmanagers creëren voor hun bedrijf. Er is volgens de meeste studies niet eens een verband.
Het echte criterium zou natuurlijk moeten zijn: veronderstel dat we een andere topmanager in dienst hadden genomen, hoeveel minder waarde had hij voor het bedrijf gecreëerd? Als je daarop geen antwoord kan geven, hoe weet je dan wat de man ‘echt waard’ is?
Zopas lees ik in de krant dat de topman van BP 25.000 euro verdient. Per dag. Ik vraag me echt af wat zo’n man doet om die wedde te verantwoorden. Ik vrees dat ik het antwoord ken.
De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.
Reacties: marc.buelens@trends.be
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier