Veranderen, veranderen en nog eens veranderen

Al zes jaar heeft Johnny Thijs maar één taak: veranderen. De metamorfose van De Post is gigantisch, maar Thijs is nog niet klaar voor de volledige liberalisering in 2011. Op het programma staat nog meer veranderen. De politiek en de vakbond kijken op Thijs’ vingers.

Laten we starten met een tip. Koop nog voor het einde van het jaar een pak postzegels (type nummer 1), want op 1 januari verhoogt de prijs voor het versturen van een gewone brief van 0,54 naar 0,59 euro. Een verhoging met 9,2 procent. Daar kunnen maar weinig ondernemingen van dromen. De Post heeft dan ook het voordeel dat ze voor een groot deel in een monopolie leeft.

“We worden zwaar geraakt door de inflatie”, zegt Johnny Thijs, gedelegeerd bestuurder van De Post. “Zowel voor het vervoer (De Post heeft 10.000 voertuigen) als voor de lonen. Ik denk niet dat we misbruik maken van ons monopolie. Onze grote klanten vinden dat niet leuk en het geeft moeilijke discussies.”

Mogelijk, maar voor brieven boven de 50 gram, waar de concurrentie wel al speelt, verhogen de tarieven veel minder. “Klopt, maar niet vanwege de concurrentie, wel omdat grotere klanten, die hun post zelf aanleveren, rendabeler zijn dan kleinere klanten waar we de post moeten gaan ophalen. Dat vertaalt zich in de prijzen”, verklaart Thijs.

De Post kan de extra opbrengsten best gebruiken. De cijfers die Thijs eerder dit jaar over de eerste helft van 2008 mocht presenteren, waren wel goed. Op vergelijkbare basis steeg de omzet van 1,102 miljard euro naar 1,117 miljard. De genormaliseerde ebit (zonder eenmalige cao-kosten) ging van 97 naar 135 miljoen euro.

Maar er is onweer op komst. “Sinds mei kennen we een vertraging van de omzet. Ik denk dat we dit jaar wel beter doen dan vorig jaar, maar hoeveel weet ik nog niet. Toch wil ik in 2009 weer betere cijfers. De Post is niet zo conjunctuurgevoelig, maar we rekenen met een omzetdaling van twee procent of iets meer. Daar komt nog de inflatie-impact op de kosten bij. We gaan dus besparen waar het kan: zeker minder hoofden in de toren, minder consultancy, wat minder ICT-ontwikkelingen. Het wordt een moeilijke oefening.”

Het stopt nooit

De Post komt van ver. Tante Post, zoals ze vroeger wel eens genoemd werd, was net als andere overheidsbedrijven een vermolmde organisatie. Verworven sociale rechten, baronieën en politieke inmenging waren schering en inslag. Aan het einde van de jaren negentig werd het duidelijk dat De Post het roer radicaal moest omgooien om zich voor te bereiden op de liberalisering. Die datum schoof telkens op, nu ligt die definitief vast op 2011. In 2000 werd de oude garde aan de kant geschoven, maar de eerste externe topman, Frans Rombouts, ging wat al te wild tekeer. In januari 2002 werd de meer bezadigde Johnny Thijs – eerder aan de slag bij Interbrew en Ter Beke – zijn opvolger. Bezadigd, maar daarom niet minder vastberaden. Thijs stippelde een parcours uit dat moest vermijden dat De Post door de buitenlandse concurrenten zou weggeblazen worden als de markt werd vrijgemaakt. Geen gemakkelijke oefening, die een evenwicht vraagt tussen marktvereisten, politieke gevoeligheden en vakbondsongerustheid.

Thijs omringde zich met een sterk directiecomité dat extern gekocht werd. Baudouin Meunier, verantwoordelijk voor ondernemingen, marketing en regelgeving, kwam van bij BT (en daarvoor Belgacom) en is momenteel de man met de meeste ervaring. Het recente vertrek van Bernard Delvaux (ook van bij Belgacom), directeur mail en parcels, en in die functie de nummer twee van De Post, is een aderlating. Hij werd opgevolgd door een interne man, Kurt Pierloot. Ook Pierre Winand (InBev), Koen Van Gerven (Acerta) en Johan Vinckier (McKinsey) werden extern aangetrokken. Mark Michiels en Peter Somers kwamen van elders, maar zijn doorgegroeid in De Post.

“We zijn halfweg het parcours, maar de verandering stopt nooit. We zitten in een concurrentiële omgeving. Na zes jaar zitten we perfect op schema voor de operationele veranderingen. En wat de resultaten betreft, lopen we voor.” Operationeel zit de hervorming van de postrondes (Georoute 3) op schema. De sluiting van de postkantoren en de opening van postpunten – in het ritme van één per dag – wordt in 2009 afgerond. Dan zijn er 650 postpunten en 700 kantoren. Het derde grote project van 2008 was de integratie van het verlieslatende Taxipost in de normale postactiviteiten. Dat werd eind september afgesloten. “Ik kan alleen maar heel tevreden zijn.”

Nieuwe revolutie

In 2009 wordt de nieuwe structuur van de distributie de grote uitdaging. “We gaan van 500 naar ongeveer 130 distributiekantoren.” De Post heeft in de afgelopen twee jaar vijf nieuwe sorteercentra gebouwd. Van daar vertrekken brieven en pakjes naar 500 distributiekantoren (meestal geen postkantoren) waar de postbodes sorteren en vertrekken op hun ronde. Maar de nieuwe sorteercentra kunnen straks sorteren op straat en nummer. Er zal dus veel minder lokaal gesorteerd moeten worden. Daarom de beperking tot 130 distributieplatformen. Uiteindelijk zal de gesorteerde post verstuurd worden naar 1500 depots, eenvoudige hangars of garages.

Tegelijk wordt een nieuwe functie ge-creëerd: de bezorger. Die zal de voorgesorteerde post ophalen in een van die 1500 depots en die brieven bussen. Het wordt een halftijdse functie. De traditionele postbode blijft actief vanuit de 130 distributiekantoren. Hij voert taken met meer toegevoegde waarde uit: eerst een krantenronde, dan pakjes en aangetekende zendingen sorteren en deur aan deur gaan bestellen. Hij zal ook de pensioenen uitbetalen. Het nieuwe systeem bespaart kosten omdat de bezorger aan een lager loon dan een postbode werkt. Het blijven wel contractuelen.

“Dit wordt drie keer moeilijker dan Georoute. We hopen volgend jaar vijf proefprojecten op te zetten. We moeten nieuwe kantoren bouwen, andere sluiten en verkopen, de mensen plaatsen en vervangen. Dit wordt een proces van jaren, want de postbodes worden alleen vervangen door bezorgers als ze natuurlijk afvloeien. Uiteindelijk kunnen we naar 6000 voltijdse equivalenten aan bezorgers gaan. Het aantal postbodes, nu 18.000 voltijds equivalenten, zou kunnen halveren. Per saldo dus 3000 voltijds equivalenten minder (op een totaal van 32.500).

Een gelukkige CEO

De Post is er dit jaar voor het eerst in geslaagd 95 procent van haar zendingen op tijd te bestellen. Dat is meer dan vereist in het beheerscontract en in internationaal verband mag dit cijfer gezien worden. In absolute termen valt het cijfer tegen. De Post verstuurt 11 miljoen zendingen per dag. 95 procent op tijd betekent dat elke dag 550.000 brieven niet op tijd aankomen. Dat hoeft niet altijd een drama te zijn, maar als je tickets voor een evenement een dag te laat krijgt, is dit knap vervelend. “We zijn bezig met het uitrollen van een systeem van end-to-end process re-engineering“, zegt Thijs. “We hebben de ophaling en de aflevering duidelijk beschreven. We moeten zorgen dat de werknemers overal op exact dezelfde manier werken. Dat is nu de grootste uitdaging.”

Thijs noemt zichzelf gelukkig. Dat hoor je vandaag niet van elke CEO. “We meten de personeelstevredenheid om de twee jaar. We hebben net de nieuwe resultaten gekregen. 56 procent van de werknemers is zeer tevreden, een stijging met tien procentpunten. De mensen begrijpen wat we aan het doen zijn.”

Duidelijkheid gevraagd

In 2011 moet de volledige liberalisering een feit zijn. Vandaag is alleen de markt boven de 50 gram vrij. De liberalisering is beslist door de Europese Commissie, maar die heeft de lidstaten de vrijheid gegeven om het regelgevende kader in te vullen. Zo moeten de huidige monopolisten een vergoeding krijgen voor het behoud van de universele dienstverlening: elke dag op elke plaats brieven bezorgen. Dat kan door de monopolist daarvoor te betalen of door de concurrenten een bijdrage te laten betalen in een fonds. Ook de vraag naar het statuut van de werknemers is van belang. Mogen de concurrenten met zelfstandigen werken?

“De overheid moet beslissen”, zegt Thijs. “Wij zullen ons aanpassen. Momenteel wordt het Zweedse model als voorbeeld gegeven. Maar dat is niet vergelijkbaar.” Zweden is vijftien keer groter dan België, maar heeft een bevolkingsdichtheid van 25 tegenover 350 inwoners per vierkante kilometer. Bovendien zijn de tewerkstellingsvoorwaarden er fundamenteel verschillend. In Zweden is er bijna geen prijsverschil tussen een contractueel en een zelfstandige, in België is dat 40 procent. “De liberalisering mag niet leiden tot een bradage van de tewerkstellingsvoorwaarden. Ik ga vechten voor een sociale bescherming van de tewerkstelling.”

De onzekerheid over het regelgevende kader legt ook een hypotheek op de cao-onderhandelingen voor de periode 2009-2010. Door de economische situatie wordt dat sowieso geen gemakkelijk gesprek.” Ik kan me moeilijk binden als ik niet weet wat de regelgeving wordt”, zegt Thijs. “Daarom vraag ik de regering zo snel mogelijk te beslissen.”

En dan maakte minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne het begin november nog moeilijker. Hij stelde vragen over de 300 miljoen euro die De Post krijgt van de overheid voor het (goedkoop) bedelen van kranten en magazines en ook over het cash uitbetalen van pensioenen. Die taken zijn ingeschreven in het beheerscontract dat De Post heeft gesloten met de overheid. Dat contract moet in 2010 heronderhandeld worden.

Delicate besprekingen, want de overheid is nog altijd meerderheidsaandeelhouder van De Post. Sinds 2006 is 49,99 procent in handen van de Deense Post en de durfkapitaalgroep CVC. CVC mag in 2009 gedeeltelijk uitstappen, maar Thijs verwacht dat niet. “CVC is tevreden.” Dat zal wel, want het heeft in de onderhandelingen een gegarandeerd dividend bedongen. En zolang De Post winst maakt, zal Geert Duyck, de CVC-vertegenwoordiger in de raad van bestuur, niet klagen. Ook een beursgang is niet voor morgen. Dat is misschien wel voer voor na 2011. En als Johnny Thijs dit jaar geen Manager van het Jaar wordt, dan kan hij dan nog eens kandidaat zijn. (T)

Door Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content