VENNOOTSCHAPPENWEG (III). WHAT’S NEW ?
Onze laatste bijdrage met betrekking tot de nieuwe vennootschappenwet handelt over de bvba en de cv, over het sociaal oogmerk en over de geschillen- en uitkoopregeling.
Ten aanzien van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba) is het wetgevend ingrijpen vrij beperkt gebleven. Voortaan kan men aandelen zonder nominale waarde uitgeven. Bovendien is de overname van een bvba door haar personeel vergemakkelijkt omdat de bvba thans leningen, voorschotten of zekerheden mag toekennen aan haar personeelsleden om de verwerving van haar eigen aandelen te vergemakkelijken.
De coöperatieve vennootschap (cv) daarentegen heeft een grondige “reparatie” ondergaan. De meeste wijzigingen zijn bedoeld om bepalingen, die reeds gelden voor de naamloze vennootschap (nv), ook toepasselijk te maken op de cv. Dit heeft tot gevolg dat de cv opnieuw een stukje flexibiliteit moet inleveren. De cv bij wijze van deelneming, die ingevoerd werd in 1991, is weer geschrapt om plaats te maken voor de vennootschap met sociaal oogmerk.
SOCIALE EKONOMIE.
Verrassend is de invoering van een nieuw koncept in het vennootschappenrecht, namelijk het sociaal oogmerk, dat een passend antwoord zou moeten bieden op de behoeften van de “sociale ekonomie”. Ondernemingen die in deze sektor aktief zijn (beschuttende werkplaatsen, wereldwinkels,…) oefenen vaak een handelsaktiviteit uit zonder hierbij winst voor de vennoten na te streven. Hiervoor was geen aangepaste juridische figuur voorzien : een vzw mag principieel geen handelsaktiviteiten uitoefenen, terwijl om het even welke vennootschap winst moet nastreven.
De vennootschap met sociaal oogmerk (VSO) zou deze leemte moeten opvullen. De VSO is geen nieuwe vennootschapsvorm, maar een modaliteit die elke burgerlijke en handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid kan aannemen, mits bepaalde door de wet voorziene clausules opgenomen worden in de statuten en op voorwaarde dat zij niet gericht is op de verrijking van haar vennoten.
De invoering van de VSO heeft wel tot gevolg dat een aantal basisbepalingen van het vennootschappen- en verenigingsrecht ingrijpend gewijzigd zijn. Voortaan kunnen vennootschappen bestaan zonder winstoogmerk. Voortaan kan een vzw omgevormd worden in een VSO.
OVERDRACHT/OVERNAME.
De wetgever biedt een interessant alternatief voor het oplossen van ernstige geschillen tussen vennoten, althans in de niet-publieke nv en bvba. In geval van ernstige onenigheid tussen aandeelhouders in deze vennootschapsvormen, bood de wetgever totnogtoe als enige remedie het recht om de ontbinding te vorderen van de vennootschap wegens wettige reden.
Dit is uiteraard slechts zelden een aangewezen maatregel ter oplossing van geschillen tussen aandeelhouders. Zo blijkt ook uit de rechtspraak die (aangemoedigd door de rechtsleer) zich tot dusver zeer terughoudend opgesteld heeft om een verzoek tot ontbinding van de vennootschap in te willigen, veelal onder het motto van het belang van de vennootschap.
De bedrijfswereld zelf heeft gaandeweg gereageerd op deze problematiek door in de statuten van deze vennootschapsvormen of in aandeelhoudersovereenkomsten een clausule tot gedwongen overdracht of overname in te lassen. Onder strikte voorwaarden wordt de geldigheid van een dergelijke clausule aanvaard.
Wanneer echter statutair of kontraktueel niets voorzien is (en dat is meestal het geval), bestaat er geen wettelijke grondslag om aandeelhouders te verplichten tot overdracht of overname. Nu heeft de wetgever deze leemte opgevuld, duidelijk geïnspireerd door het Nederlandse voorbeeld.
UITSLUITING/UITTREDING.
Wat de uitsluiting betreft, kunnen voortaan één of meer vennoten om gegronde redenen voor de rechtbank vorderen dat een welbepaalde vennoot al zijn aandelen en effekten die recht geven op aandelen aan hen overdraagt. Voorwaarde is dat de eisende vennoten gezamenlijk een minimumpakket effekten van de vennootschap in kwestie moeten bezitten : aandelen waarvan de nominale of fraktiewaarde 30 % van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigt, of effekten die 30 % vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de bestaande effekten (20 % indien de vennootschap effekten uitgegeven heeft die het kapitaal niet vertegenwoordigen).
Tegenover deze mogelijkheid tot uitsluiting heeft de wetgever het recht tot uittreding geplaatst : ongeacht het aantal effekten dat hij houdt in de vennootschap, kan elke vennoot om gegronde redenen voor de rechtbank vorderen dat al zijn aandelen, konverteerbare obligaties en warrants overgenomen worden door de vennoten op wie de gegronde redenen betrekking hebben. Wat zijn echter gegronde redenen ? Moeten die verband houden met de gedragingen van de vennoot in kwestie (bijvoorbeeld misbruik meerderheid of minderheid), of dienen ze losgekoppeld te worden van het idee van sanctie ?
UITKOOPREGELING.
Los van de geschillenregeling, geeft de wetgever aan de zeer grote meerderheidsaandeelhouder(s) in een nv de mogelijkheid om de minderheidsaandeelhouder(s) volledig uit te kopen zonder dat die zich hiertegen kan (kunnen) verzetten en zelfs zonder dat hij (zij) bekend is (zijn). Voorwaarde is dat deze meerderheidsaandeelhouder(s), alleen of gezamenlijk, 95 % van de stemrechtverlenende effekten bezit(ten) en dat zijn (hun) uitkoopbod slaat op het geheel van de effekten uitgegeven door de nv in kwestie.
De te volgen procedure verschilt naargelang het een nv betreft die al dan niet een publiek beroep op het spaarwezen doet of gedaan heeft. Bij een publieke nv dienen de regels inzake het publiek bod nageleefd te worden. Ten aanzien van de niet-publieke nv dienen de procedureregels nog uitgewerkt te worden bij Koninklijk Besluit, waarbij inzonderheid aandacht besteed moet worden aan de gelijke behandeling van en de informatieverstrekking aan de aandeelhouders.
Na beëindiging van de procedure gaan de niet-aangeboden effekten van rechtswege over op de meerderheidsaandeelhouder(s), met konsignatie van de prijs. De uitkoopregeling is sterk geïnspireerd op de squeeze-outs die reeds lange tijd toegepast worden in de Angelsaksische rechtssystemen. Ze kan soelaas bieden in die gevallen waar aandelen verloren zijn gegaan of bij overname niet te voorschijn komen, en ook wanneer een enkeling erin slaagt de soepele werking van de vennootschap te verhinderen door onaangepast gedrag.
JEAN-PAUL TIMMERMANS
LIESBETH LIEFSOENS
Jean-Paul Timmermans en Liesbeth Liefsoens zijn juridisch advizeurs bij Price Waterhouse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier