Van Napoleon tot Winnie de Poeh
Wie heeft vandaag de touwtjes in handen bij de succesvolste Belgische bedrijven? Derde deel van onze reeks over de honderd machtigste managers van het land. Met deze keer extra aandacht voor de figuren die ze bewonderen.
Charles de Gaulle, John F. Kennedy en Martin Luther King. Dat zijn de drie grote voorbeelden van de Belgische managers, zo blijkt uit de enquête die Trends en Trends-Tendances organiseerden naar aanleiding van de Management Top-100. “De Gaulle werd niet gedreven door persoonlijke ambities,” antwoordt Marc Simonart, gedelegeerd bestuurder van Caterpillar, op de vraag waarom hij precies voor deze politicus kiest.
Het is natuurlijk geen toeval dat net deze drie (politieke) figuren tot de meest geciteerde historische voorbeelden behoren: het overgrote deel van de managers die in onze Top-100 figureren, is afgestudeerd aan het eind van de jaren zestig of in de loop van de seventies, en zijn nu veertig of ouder. Een favorietenlijstje geeft gewoonlijk ook een goed beeld van de culturele achtergrond en van de generatie waartoe iemand behoort.
De resultaten van onze enquête liepen trouwens erg uiteen. Traditionele referenties werden afgewisseld met meer persoonlijke of originele keuzes.
Klassiekers.
Eerst is er de groep klassieke voorbeelden: personen wier belang vandaag door niemand meer zal worden betwist. Michel Tilmant (BBL) vermeldt als opmerkelijkste figuren Jacques Brel, de Gaulle en Kennedy, terwijl François Verheuge (Siemens) dan weer kiest voor Napoleon, Gandhi, Copernicus, Tina Turner en de Rolling Stones. Opvallend is dat ze allemaal zorgvuldig mannen of vrouwen kiezen die weinig of niets te maken hebben met de activiteit van het bedrijf dat ze leiden. Hugo Vandamme (Barco) vormt hierop een uitzondering. Slechts één enkele persoon draagt zijn bewondering weg: Thomas Edison. “Zijn uitvindingen hebben de wereld veranderd. Zonder de ontdekking van de elektromagnetische golven zou er geen radio zijn, geen tv, geen telecommunicatie.” En geen Barco dus.
Nieuwelingen.
Enkelen wagen zich aan meer recente persoonlijkheden. René Loix (Bayer) kijkt op naar Helmut Kohl en wat die in Europa heeft verwezenlijkt (de enquête dateert van vóór het moment waarop Kohl in Duitsland in opspraak is gekomen). Zijn evenknie bij SmithKline Beecham, Jean Stephenne, kiest zonder aarzelen voor Tony Blair, “omwille van zijn moderne liberalisme” en voor François Mitterrand, “omwille van de invloed die hij heeft gehad op Europa”. Voorts vermeldt hij nog Ernest Solvay, omwille van diens succes op economisch en sociaal vlak.
De meest originele antwoorden kwamen van Dennis Profitt (Ford) en Stef Witteveen (Randstad Interlabor). De eerste koestert veel bewondering voor de Amerikaanse indianen “omwille van hun filosofie en hun verbondenheid met de natuur”. Hij voegt daaraan toe: “De manier waarop ze in de Amerikaanse maatschappij zijn behandeld, heeft mij diep geschokt”. Ook bij Witteveen vinden we een verrassende keuze, waaruit blijkt dat hij ook zijn kindertijd niet is vergeten. Hij spiegelt zich vooral aan Goethe, Gurdief, Carl Jung en … Winnie de Poeh.
RVA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier