VAKANTIELEKTUUR (1). Een anaconda in de leesstoel

Tien reisboeken selekteerden we, een eigengereide keuze uit een overrompelend aanbod, waarbij ijzersterke uitgaven

en notoire auteurs door de veel te grote

mazen van het net vielen.

LUC DE DECKER

FOTO’S : MARNIX VAN ESBROECK

We lieten ons enkel (ver)leiden door beklijvende meester-vertellers : boeiend, guitig, geestig, vaak dramatisch, soms huiveringwekkend of zowaar heroïsch.

Europa : Cees Nooteboom, De omweg naar Santiago, Atlas, 1992. Loom mediterraan meanderende tocht door Spanje. Weerbarstige dorpen, chaotische steden en oneindig lege landschappen korresponderen met “bewuste en onbewuste dingen in mijn wezen”. Terwijl Nooteboom diep in de Spaanse ziel spit, woelt hij even onbedaarlijk onder de eigen huid. Wat zich aandient als een eigenzinnige reisgids, ontbolstert als een brokkelige autobiografie en schreeuwt tegelijk zijn verwonderde passie voor Spanje uit.

Amerika : Jonathan Raban, Hunting Mister Heartbreak, Collins Harvill, 1990 (Vertaald : Op jacht naar meneer Hartzeer, Contact, 1991). In Liverpool stapt de Brit Raban op de boot naar New York. Hij reist emigranten na die hun Amerikaanse Droom najoegen. Eens voorbij de “kakofonische bazaar” New York, trekt hij kriskras over land. Daar spint hij garen voor een bont tapijt, waarin heden en verleden, ook anekdotiek en drama boeiend door mekaar geweven zijn.

Amazone : Redmond O’Hanlon, In Trouble Again, Hamish Hamilton, 1988 (Vertaald : Tussen Orinoco en Amazone, Arbeiderspers, 1988). Ongeëvenaarde klassieker in het genre. Brutaal geestig, ongelooflijf erudiet en op het scherp van de snede geschreven verslag van een jungletocht, bedreigd door stoned Indianen, de anaconda en het tandenstokervisje, een parasiet die de penis niet versmaadt. Boeit ook door de relatieperikelen met medereizigers.

Woestijn : Wilfred Thesiger, Arabian Sands, Penguin, 1959/1984 (Vertaald : Woestijnen van Arabië, Arbeiderspers, 1993). Magnum opus van levende legende Thesiger. Zijn jongensachtige avonturen met de laatste nomaden in de Arabische woestijnen lokken zowel bewondering als melancholie. Een paradoksaal vitale jeremiade voor een kapseizende beschaving.

Oerwoud : Tobias Schneebaum, Where the Spirits Dwell, Weidenfeld & Nicolson, 1988 (Vertaald : De geesten van het oerwoud, Contact, 1989). Demonische odyssee door de jungle van Nieuw-Guinea. Schneebaum dringt door tot bij de Asmat, een volk dat menige indringer gekoppensneld heeft. Hij wordt er opgenomen als nieuw familielid en ingewijd. Schneebaum leeft er samen met zijn mannelijke minnaar Akatpitsjin. Seksuele relaties tussen mannen blijken er van cruciaal belang.

Bergen : Joe Simpson, Touching the Void, Jonathan Cape, 1988 (Vertaald : Over de rand, Nijgh & Van Ditmar, 1989). Het meest suspensrijke verslag van een tragische beklimming en hallucinante overlevingsstrijd. Voor dood achtergelaten na een val in het hooggebergte van Peru, slaagde Simpson erin zich te redden. Zijn briljant geschreven relaas houdt ook de niet-bergliefhebber in de ban.

Zuidpool : Mike Stroud, Shadows on the Wasteland, Jonathan Cape, 1993 (Vertaald : Schaduwen op het ijs, BZZTôH, 1995). Stroud (arts, voedingsdeskundige en overlevingsexpert in dienst van het Britse ministerie van Defensie) dwarste samen met Sir Ranulph Fiennes voor het eerst in de geschiedenis Antarctica. Het noeste poolavontuur leidde tot gruwelijke ontbering. Zie ook interview met Stroud in Style van mei 1995. Stroud vindt zelfs een bevredigend (filozofisch getoonzet) antwoord op de eeuwige waarom-vraag.

Afrika : Lieve Joris, Terug naar Kongo, Meulenhoff/Kritak, 1987. Internationale best-seller van de Vlaamse Joris, die in het spoor van nonkel pater door Zaïre reist. In glashelder proza beitelt ze een bont portret van het Zaïrese volk : energiek en berustend tegelijk, geregistreerd zonder valse sentimenten, met net genoeg politieke achtergrond om de situatie te doorgronden, maar zonder het zoveelste blanke geweeklaag.

Regenwoud : Eric Hansen, Stranger in the Forest, Houghton Miffin, 1988 (Vertaald : Vreemdeling in het woud, Spectrum, 1988). In tegenstelling tot de vele excellent geëquipeerde expedities, trok Hansen moederziel alleen met enkel een deken, een bundel kleren en wat ruilhandel in een rieten mand door het regenwoud van Borneo. Zeven maanden hield hij zich in leven (jacht en pluk). Toen het einde van zijn tocht in zicht kwam, keerde hij terug het woud in. In zijn verslag vergeet hij de filozofie én de humor niet.

Australië : Robert Hughes, The Fatal Shore, Alfred A Knopf, 1986 (Vertaald : De fatale kust, Kritak, 1988). We ronden af met een historische zijstap, maar wat voor één : het fascinerende epos van de geboorte van het moderne Australië in de gedreven stijl van (kunstfanaat) Hughes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content