Tweehonderd jaar België

2014 is een bijzonder jaar. Nederland viert dat het tweehonderd jaar een koninkrijk is. De feestelijkheden lopen tot in 2015 en begonnen met de herdenking van de landing van Willem Frederik, de prins van Oranje-Nassau, op het strand van Scheveningen in 1813. De volgende festiviteiten, rond het tweehonderdjarige bestaan van de Nederlandse grondwet, zijn later deze maand gepland, uiteraard in Den Haag. Eind augustus in Maastricht staat de internationale oriëntatie van Nederland centraal. Dat is merkwaardig, want in mei 1814 werd Nederlands-Limburg weliswaar bevrijd van de terugtrekkende Franse troepen door de prins van Oranje, maar de provincie werd pas in 1839 formeel een onderdeel van Nederland. Terwijl in Nederland het tweehonderdste jaar van het koninkrijk der Nederlanden wordt gevierd, is dat in Nederlands-Limburg maar 175 jaar.

Het is interessant hoe die Nederlandse festiviteiten volledig aan België voorbijgaan. Terwijl gemakkelijk kan worden aangevoerd dat de eerste contouren van België precies tweehonderd jaar geleden het licht zagen. Vanaf februari 1814 tot september 1815 bestuurde een Generaal-Gouvernement België. Na de intrede van Karel August, de hertog van Saksen-Weimar-Eisenach, en generaal Friedrich Wilhelm Freiherr von Bülow in Brussel op 11 februari 1814, werd op 15 februari 1814 door wat toen ook al de ‘geallieerden’ of ‘verbondenen’ werd genoemd, een voorlopige regering in België geïnstalleerd. Onder de bevoegdheid van die regering vielen aanvankelijk alleen de departementen Leie, Dijle, Schelde, Twee Neten, Jemappes en Samber en Maas. Dat gebied werd beetje bij beetje uitgebreid. Zo kwam op 20 augustus 1814 de hele linker-Maasoever onder het gezag van de Belgische regering. Op 12 mei 1815 volgde het gebied aan de rechter-Maasoever.

De voorlopige regering — het Generaal-Gouvernement van België– bestuurde het land van februari 1814 tot september 1815, totdat België werd opgenomen in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en Willem Frederik zich in Brussel liet kronen tot koning Willem I. Kortom — en het ligt misschien niet zo goed in de aanloop naar de moeder aller verkiezingen — dit jaar bestaat ook België precies tweehonderd jaar.

In België wordt dit jaar het begin van de Eerste Wereldoorlog herdacht. In die oorlog hield Nederland zich afzijdig. Het heeft dus op het eerste gezicht weinig te herdenken. Toch valt ook daar wat op af te dingen. Op 4 augustus 1914 sneuvelde de eerste Belgische soldaat in Thimister-Clermont, vlak onder de Nederlandse grens. De Maastrichtenaren konden met hun eigen ogen zien hoe de Duitse bruggenhoofden over de Maas vanaf de forten rond Luik werden gebombardeerd, en hoe in dorpen juist over de grens, zoals Wezet, de Duitse troepen als wraak huizen afbrandden en burgers wegvoerden.

Maastricht werd al gauw een van de grootste vluchtelingenkampen voor ontheemde en gewonde Belgen en Duitsers. De wreedheden misten hun uitwerking niet. Het oude wantrouwen bij de lokale bevolking tegenover de Nederlandse gezagdragers — de gulden werd tot op dat ogenblik in het betalingsverkeer nog min of meer geweerd — verdween als sneeuw voor de zon.

Een en twee eeuwen later kunnen we aan beide kanten van de grens stemmen voor het Europese Parlement, welke Europese nationaliteit we ook hebben. In Nederland wordt veel gedebatteerd over die verkiezingen, die tot een krachtmeting lijken te leiden tussen twee modellen voor de verdere Europese integratie. In België is er feitelijk geen debat: de focus ligt er volledig op die andere verkiezingen. Dat is bijzonder jammer, want het nieuwe Europees Parlement mag voor het eerst rechtstreeks de nieuwe president van de Europese Commissie voordragen. 2014 wordt dus een fascinerend jaar. Alleen moet de economie zich nog herstellen.

De auteur is rector van de Universiteit Maastricht.

LUC SOETE

Dit jaar bestaat België precies tweehonderd jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content