Trop voor te weinig, te veel pour trop peu

Toen ik aan de vooravond van onze nationale feestdag naar het nieuws keek, hoorde ik de nieuwslezer laconiek vertellen dat de federale ministerraad in haar laatste vergadering voor de vakantie de nieuwe Belgische nummerplaten naar Europees model als voornaamste agendapunt had.

Die discussie sleept al twee jaar aan en was weer ontaard in communautair gekissebis. Vóór de vergadering vertelde vicepremier Laurette Onkelinx spottend aan de journalisten dat ze gekomen was voor “dat grote debat over de nummerplaten voor de auto’s” (Nederlandstalige ondertiteling van haar Franstalige mededeling).

Na twee uur debatteren – door anderhalf dozijn toch heel behoorlijk betaalde excellenties – waren ze er niet uitgekomen. Vicepremier Onkelinx vertelde na de vergadering aan de journalisten: “We willen een Europese nummerplaat, maar aan de andere kant willen sommigen, waaronder ikzelf, dat het Belgisch karakter behouden blijft, en dat is de kleur rood op wit. Een compromis bereiken over zulke keuzes is vaak het moeilijkst.”

Staatssecretaris Etienne Schouppe bleef verweesd achter zonder beslissing. Hij had nochtans specimen van een aantal alternatieven (zwart op geel, zwart op wit, rood op wit en robijnrood op wit) getoond. Zwart op geel, blijkbaar de best zichtbare en veiligste oplossing, mag niet van de Franstaligen wegens te Vlaams.

Het bestaande rood op wit mag niet meer van Europa wegens te weinig leesbaar en het voor de hand liggende zwart op wit is niet van aard de conserver un peu la spécificité de notre pays. Staatssecretaris Schouppe zal dan maar, naar eigen zeggen, op eigen houtje donkerrood op wit doordrukken, met de bedenking dat je eierschalen moet breken om een omelet te maken. Uiteraard lokt dat dan weer een communautaire storm in een glas water uit.

Ik herhaal dit fait divers hier in detail omdat het volgens mij tekenend is voor de preterminale toestand waarin het koninkrijk (of de bananenrepubliek?) België verzeild is geraakt. Hoe moeten onze ondernemers in eer en geweten aan buitenlandse investeerders uitleggen dat hun centen hier goed aangewend worden als de federale overheid van de ene patstelling naar de andere strompelt? Zelfs over zulke bagatellen als de kleur van een nummerplaat?

Daarenboven moeten de federale en regionale regeringen bij bedrijfssluitingen, die onvermijdelijk werden door de delokalisatie ten gevolge van de globalisering, om de haverklap de sociale vrede afkopen met niet-marktconforme sluitingspremies en brugpensioenen. Je moet als buitenlander misschien niet gek zijn om in België te investeren, maar helpen zal het wel.

Zelf probeer ik in het buitenland discussies over België te vermijden omdat die alleen maar leiden tot de perceptie dat het hier één groot gekkenhuis is. De communautaire situatie en alle daarmee gepaard gaande verspillingen kunnen volgens mij eenvoudigweg niet meer aan een normaal mens in het buitenland uitgelegd worden.

Let wel, ik beweer hier niet dat álle politieke verantwoordelijken imbecielen en sjoemelaars zijn. Van de weinigen die ik ken, zijn de meesten intelligente en hardwerkende, gemotiveerde mensen. De verhouding tussen de landsdelen is, zoals toch blijkt uit de vele dagelijkse futiliteiten zoals de nummerplaten, zodanig verziekt dat het federale staatsmodel geen lang leven meer beschoren lijkt.

Zelf raak ik stilaan overtuigd dat een boedelscheiding – hopelijk met een significante confederale bovenbouw – uiteindelijk onvermijdelijk wordt. Indien het inderdaad die richting zou uitgaan, kan het consensusmodel van Tsjechië en Slovakije ons hopelijk tot voorbeeld strekken, zodat het confrontatiemodel van Kosovo en Servië in ieders belang, ook en vooral dat van buitenlandse investeerders, vermeden kan worden.

Het communautaire onderhandelingsmodel vereist duidelijk ‘te veel/trop’ inspanningen voor ‘trop peu/te weinig’ resultaat. Kan dat nog beter geïllustreerd worden dan met de regeringsonderhandelingen?

Dat ze niet leiden tot de moeder van alle staatshervormingen kon je wel verwachten, maar dat de onderhandelaars door het oeverloze gekissebis de verwachte aperitiefhapjes aan het terugschroeven zijn tot ongezouten borrelnootjes, kan toch niet nopen tot enig enthousiasme over de federale toekomst van dit lilliputterlandje, waar het voorlopig – maar hoe lang nog – goed leven blijft.

De auteur is gewoon hoogleraar emeritus aan de KU LEUVEN

Désiré Collen

Hoe moeten onze ondernemers aan buitenlandse investeerders uitleggen dat hun centen hier goed aangewend worden als de federale overheid van de ene patstelling naar de andere strompelt?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content