Tijd voor een proces

Uw klanten informeren over uw millenniumrisico? Jazeker, maar doe het omzichtig.

Het euvel is bekend: informaticaproducten die een jaaraanduiding met twee in plaats van vier cijfers gebruiken, dreigen het jaar 2000 te interpreteren als het jaar 1900. Maar wie is aansprakelijk voor de gevolgen als zo’n programma fout gaat?

In de Verenigde Staten is reeds een aantal processen aanhangig. Eén van de eerste draaide om een fabrikant die aan een supermarkt kredietkaarten had geleverd die niet conform waren met het jaar 2000. De supermarkt beweerde dat ze klanten had verloren. De zaak werd onlangs in der minne geschikt: de fabrikant betaalde de supermarktuitbater 250.000 dollar. Hoewel in België reeds gerechtsexperts zijn aangesteld, hebben de rechtbanken zich nog niet ten gronde over het probleem uitgesproken.

Een stroom van correspondentie

Wel heeft de problematiek van het jaar 2000 al een ware vloed van vragenlijsten en correspondentie tussen bedrijven uitgelokt. Enerzijds zijn er de brieven aan leveranciers van programma’s en van industriële apparatuur die chips bevatten. Zij willen informatie of waarborgen krijgen over de conformiteit van reeds geleverde of nog te leveren producten. Aan de andere kant is er de correspondentie met alle commerciële partners van wie het bedrijf klant is (onderaannemers, leveranciers van grondstoffen, producten en diensten). Hier is het de bedoeling zich ervan te vergewissen dat de leveringen door deze partners niet in het gedrang zullen komen door problemen in verband met het jaar 2000.

Deze brievenstromen zijn niet zo onschuldig als ze lijken. Veel bedrijven nemen immers nu al hun juridische voorzorgen. De brieven aan de leveranciers en de commerciële partners moeten bewijzen dat het bedrijf dat ze heeft verzonden de problematiek ernstig neemt en de nodige maatregelen treft.

Bovendien kunnen bij een geschil de antwoorden op deze brieven aan de rechtbank worden voorgelegd. Men kan dus alleen maar aanbevelen om voorzichtig te zijn. Een onnauwkeurige verklaring over de conformiteit van een product of onderneming inzake de overgang naar het jaar 2000 zou – indien achteraf blijkt dat ze onjuist was – de aansprakelijkheid kunnen vergroten. Bepaalde verklaringen kunnen zelfs een verbintenis impliceren die men eigenlijk niet wou aangaan. Paradoxaal genoeg worden de eerlijkheid en de openheid die nodig zijn om de problematiek van het jaar 2000 op te lossen dus belemmerd door de juridische aansprakelijkheid waartoe ze kunnen leiden.

Wie betaalt?

In de meeste Amerikaanse processen verwijten de gebruikers de leveranciers van informaticaproducten dat zij nog onlangs programmaversies in de handel hebben gebracht waarvan ze wisten, of hadden moeten weten, dat ze niet conform waren met de overgang naar het jaar 2000. Bovendien verwijt men de leveranciers dat ze kosten aanrekenen voor de “updates” die nodig zijn om de software conform te maken. Dergelijke zaken eindigen meestal met minnelijke schikkingen.

Veel mensen speculeren op of laten zich verleiden door een hachelijke onderneming: zij poneren een welbepaalde scharnierdatum waarna de leveranciers verplicht zouden zijn om producten te leveren die conform zijn met de overgang naar het jaar 2000. Wanneer een leverancier na deze datum een niet-conform product heeft geleverd, zou hij verplicht zijn om op eigen kosten de noodzakelijke aanpassingen uit te voeren. Volgens het Franse ministerie van Industrie is deze datum 1 januari 1990. Anderen kiezen het jaar 1995 als breekpunt.

Dergelijke speculaties moet men afwijzen. Bij geschillen zullen het de rechters zijn, bijgestaan door gerechtsexperts, die voor verschillende producten verschillende scharnierdatums zullen bepalen. Men zal onder meer rekening houden met de regels van de kunst of met de in de sector geldende normen op het ogenblik van de aankoop van de producten. Ook de economische levensduur van de betrokken producten en het redelijke gebruik van de producten na deze levensduur zullen meespelen.

Het is bijvoorbeeld niet redelijk dat een softwareleverancier zou moeten opdraaien voor de aanpassingskosten van een programma om de belastingen voor 1997 te berekenen. Hij zou evenmin verplicht mogen worden om schade te vergoeden die veroorzaakt is door een niet- conforme Internet-browser van de eerste generatie, aangezien dergelijke software een vrij korte levensduur heeft. Anderzijds kan de leverancier zich moeilijk achter een korte levensduur verschansen wanneer hij een huurcontract of een ander bijkomend contract van beperkte duur heeft afgesloten dat tot na het jaar 2000 geldig is.

Onderhoudsverplichting

Kan een bedrijf dat programma’s gebruikt een onderhoudscontract dat tot na 1 januari 2000 van kracht is aanvoeren om de software door de leverancier te laten aanpassen?

Alles hangt hier af van het contractueel bepaalde type van onderhoud. Men maakt een onderscheid tussen verschillende soorten onderhoud: het verbeteren van programmafouten, de aanpassing van het programma aan bijvoorbeeld een veranderde wetgeving (zoals de invoering van de euro), en de wijziging van functies. De aanpassing van software aan het jaar 2000 zou alleen onder een onderhoudsverplichting van het eerste type kunnen vallen, wat echter vooral afhangt van de manier waarop de term “programmafout” in het contract gedefinieerd is.

Een Nederlandse rechter heeft beslist dat de niet-conformiteit van een programma geen “normale programmafout” is en dat de persoon die er zich toe had verbonden programmafouten te verbeteren via een exclusief distributiecontract met zijn gewezen werkgever, niet verplicht was het betrokken programma conform te maken met het jaar 2000. Aangezien het hier om specifieke feiten gaat, mogen we dit vonnis echter geen te algemene reikwijdte geven.

Toch bevestigt het dat de niet-conformiteit met het jaar 2000 niet altijd als een programmafout kan worden beschouwd. Een programmafout is immers vooral een logische fout of een tikfout in de software.

Wanneer de leverancier zich er echter toe verbindt te zorgen dat het programma goed blijft functioneren, kan hij moeilijk beweren dat hij niet verplicht is het conform te maken.

Hou een noodplan klaar

Laten we het voorbeeld nemen van een bandenfabrikant die in januari 2000 wegens de niet-conformiteit van een productielijn in gebreke blijft met zijn leveringen. Veronderstel dat een klant – een autoconstructeur – hem vervolgt. Kan de bandenfabrikant dan terecht overmacht aanvoeren om van zijn verplichtingen ontslagen te worden en geen schadevergoeding te moeten betalen? Het is lang niet zeker dat het antwoord positief zal zijn.

Men kan overmacht slechts aanvoeren wanneer omstandigheden die aan de controle van de leverancier ontsnappen een onoverkomelijke en onvoorzienbare hindernis vormen, en wanneer die omstandigheden een externe oorzaak hebben. De bandenfabrikant die een fout zou hebben begaan of nalatig zou zijn geweest in het oplossen van de problematiek van het jaar 2000 zou dus geen overmacht kunnen aanvoeren. Daarom is het belangrijk dat men alle vereiste maatregelen neemt om de aanpassing aan het jaar 2000 te verzekeren, en dat men in geval van twijfel nu reeds noodplannen voorbereidt. U houdt uiteraard documenten bij om uw inspanningen te bewijzen.

Adviesplicht

Een ander belangrijk gegeven is de adviesplicht. Ze houdt onder meer in dat een leverancier van informaticaproducten de klant moet adviseren over zijn behoeften en de gevolgen van zijn keuze. Het is dus niet uitgesloten dat de leverancier, vanaf een bepaald tijdstip, de klant had moeten inlichten over de conformiteit of over het belang van de datum in het systeem. Wanneer de leverancier regelmatige contacten met de klant heeft onderhouden, bijvoorbeeld in het kader van een onderhoudscontract, geldt deze adviesplicht ook na de levering van het systeem. Ze zal echter minder dwingend zijn wanneer de klant zelf een vakman is.

Als bijvoorbeeld een kmo die informaticaproducten gebruikt van oordeel is – zelfs terecht – dat een leverancier bepaalde van die producten moet aanpassen, kan deze kmo zich er niet toe beperken enkele brieven te versturen die de leverancier in gebreke stellen om de producten aan te passen. Het volstaat niet dat de bewuste kmo rustig wacht tot er problemen optreden, om daarna schadevergoeding te eisen. De gebruiker is immers verplicht om alle preventieve maatregelen te nemen die voorzienbare of nakende schade kunnen voorkomen.

De aansprakelijkheidsproblemen in verband met het jaar 2000 hangen dus van een groot aantal factoren af, zoals de formulering van de contracten, het professionalisme van de verschillende protagonisten, de regels van de kunst en de technische of economische levensduur van bepaalde producten. Een algemene regel om de aansprakelijkheid te bepalen, hoeft u dus niet te verwachten.

De auteurs zijn advocaten bij Loeff Claeys Verbeke.

BENOIT MICHAUX, NICOLAS CLAREMBEAUX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content