Thuiswerken is nog weinig populair

Terwijl we dagelijks collectief zitten te knarsetanden in de file, wordt weinig gebruik gemaakt van alternatieven als thuiswerken. Een nieuw onderzoek van de KU Leuven toont aan waarom.

Professor Michel Walrave en Elke Dens van de KU Leuven ondervroegen via een enquête op het internet bijna 1200 Vlamingen, zowel werknemers als werkzoekenden, naar hun visie op telewerk. “Thuiswerken is daarvan het bekendste voorbeeld, maar er zijn bijvoorbeeld ook satellietkantoren langs de autoweg,” legt Walrave uit. Ongeveer een op zes respondenten werkt (af en toe) niet op kantoor; een kleine groep (4,5%) heeft het in het verleden geprobeerd maar haakte af. Vaak ontbreekt het immers aan goede afspraken vooraf, bijvoorbeeld over kosten en evaluatie.

België behoort in aantal telewerkers tot de Europese middenmoot. Daartegenover staat de duidelijk grote interesse in ons land: slechts 14% van de niet-telewerkers gaf aan geen enkele interesse te hebben, terwijl zij die het willen proberen vaak kiezen voor een deeltijdse aanpak. De grootste groep wil best twee of drie dagen op kantoor werken. Samen maken ze bijna de helft van de geïnteresseerden uit. Slechts 15,2% zou voltijds willen telewerken.

Walrave en Dens tekenden ook een aantal struikelblokken op. Meer dan een kwart van de respondenten vermeldde dat er voor hun beroep nood is aan specifieke technologie of dat het klantencontact te belangrijk is. Bovendien verwacht 41% dat hun werkgever geen toelating zou geven op een vraag om telewerk, bijvoorbeeld uit angst om de rechtstreekse controle te verliezen. “Daarnaast zijn er wettelijke bepalingen die moeilijk of niet op telewerkers toepasbaar zijn. Wat doe je bijvoorbeeld met het begrip arbeidsongeval? Hoe pas je de wet op de veiligheid van de werkplaats toe?” vraagt Walrave zich af.

Werknemers zien ook nadelen voor hun eigen situatie, zoals een daling van de sociale contacten (69,4%) of een vervaging van de grens tussen werk en privé-leven (36,3%). Als voordelen worden vooral het vermijden van de files (97,8%) en een grotere autonomie (89,6%) aangehaald. De onderzoekers stelden wat dat betreft wel een leercurve vast: wie vandaag al telewerkt legt minder nadruk op de nadelen en meer op de voordelen. Eén uitzondering is de vervaging tussen werk en privé-leven, een nadeel waar telewerkers duidelijk meer mee akkoord gaan dan niet-telewerkers. Walrave: “Er is niet langer de routine van ‘te gaan werken’ die voor een duidelijke afbakening zorgt. Thuiswerkers zorgen dan ook best voor een eigen werkplek en een redelijk vast schema.”

De onderzoekers stellen op basis van hun enquête een typologie van niet-telewerkers voor en delen ze in in “overtuigden”, “geïnteresseerden” en “niet-willers”. De meeste respondenten bevinden zich in de middengroep (48%) en tonen dus duidelijk interesse, hoewel ze momenteel geen concrete stap willen of kunnen zetten. Al bij al lijkt 37% overtuigd genoegd om dat op termijn wel te doen. “Als het aan hen lag, zouden ze waarschijnlijk enkele dagen per week van kantoor wegblijven,” zegt Walrave. Het is volgens hem ook deze groep die de mogelijkheid van telewerk op haar verlanglijstje zet bij het zoeken naar een nieuwe job.

R.C. [{ssquf}]

Het boek ‘Tijd voor Telewerk’, gebaseerd op het onderzoek van Michel Walrave en Elke Dens (KU Leuven), verschijnt volgende week bij Kluwer.

“Thuiswerkers zorgen best voor een eigen werkplek en een redelijk vast schema.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content