TELECOM: HÉT VOORBEELD VAN POLITIEK KORTETERMIJNDENKEN
Duco Sickinghe en Didier Bellens toastten met oudejaar op de politici die de rechten van de Vlaamse radio’s verdedigen. Niet dat die twee chief executive officers zo Vlaamsgezind zijn – Telenettopman Duco Sickinghe leek eerder de Groot-Nederlandse idealen aan te hangen toen hij de Nederlandse prins Friso in zijn raad van bestuur inviteerde en Belgacombaas Didier Bellens liet zich vorige week op zijn affiniteit met de Franse cultuur voorstaan als reden voor zijn prima contacten met France Télécom. Hun reden om te toasten was de blijvende koppeling van het radiofrequentiedossier aan de regelgeving in de telecombranche.
Geen Vlaamse radio zonder Waalse storingen, geen regelgeving in de telecom. En omdat de huidige regelgeving tot doel heeft om de concurrentie in de telecombranche aan te wakkeren, is de ontstentenis van regelgeving een uitstekende zaak voor Telenet en Belgacom. Onder hun beidjes controleren zij tenslotte de markt.
Bij nader inzien had Duco Sickinghe de beste dronk. Belgacom blijft onderworpen aan de bestaande regelgeving. Telenet is in Vlaanderen dominant geworden op gebied van internet en televisie, maar blijft – als we even de prijsreglementering op het basiskabelabonnement vergeten – vrij van lastige verplichtingen. Belgacom niet. Dat gaat in tegen het uitgangspunt van de Europese regelgeving, die streeft naar een vlak speelveld. De kleinere speler reguleren en de grotere niet is ongerijmd.
Toch gebeurt het en daar zijn redenen voor. Telenet profiteert ervan dat de Commissie zich vastklampt aan het Europa van de naties. Markten voor Europa zijn nationale markten. Erkennen dat markten regionaal zijn, zet de weg open naar een Europa van de volkeren. Dus negeert de Europese Commissie het evidente. De federale toezichthouder BIPT heeft bij de Commissie wel degelijk gepleit voor een regulering van Telenet, vernemen we. Maar ook het BIPT is niet vrij van geheime agenda’s: een afzonderlijke regulering voor Telenet bewijst dat er een sterke Vlaamse regulator moet komen, wat de bijl legt aan de voet van de federale regulator BIPT. Dus is het comfortabel voor het BIPT om alleen Belgacom te verplichten om concurrenten toegang te geven tot zijn infra-structuur – hoewel Belgacom qua penetratie in Vlaanderen ver achter ligt bij Telenet.
Weigeren om het telecomtoezicht los te koppelen van de storingsdossiers van de Vlaamse radio’s en de weigering om de regulering van Belgacom te herbekijken (men hoeft Telenet niet te reguleren, men kan Belgacom ook dereguleren), zijn twee symptomen van één Belgische ziekte: het onvermogen om communautair en politiek kortetermijndenken opzij te schuiven en te erkennen dat een industriële politiek klare doelstellingen vereist, die met autoriteit worden nagestreefd. Het organiseren van het onvermogen van de instellingen die dergelijke politiek moeten uitvoeren, is geen beleid. En het kan het gebrek aan beleid ook niet vervangen. Het zogenaamde samenwerkingsakkoord over de conferentie van regulatoren betekent gewoon dat de regelgeving in de Belgische telecom weer in handen van de politici komt.
We staan weer in het België van de RTT. Met dat verschil dat elke gemeenschap binnenkort zijn ‘eigen’ (al dan niet Amerikaanse) regionale kampioen zal hebben, ten koste van de ‘nationale’ operator.
De wet van 2003 op het BIPT had daar komaf moeten mee maken. Niet dus.
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier