SOCIAAL BEMIDDELAARS. ZIJN ZE PARTIJDIG ?
In het konflikt in de textielsektor werden harde woorden gesproken. Op een bepaald moment werd de sociaal bemiddelaar, Annemie Pernot, door de werkgevers beschuldigd van partijdigheid. Haar voorstel met als kern brugpensioen op 56 jaar in ’96 zou, aldus Febeltex-voorzitter Benoît Devos, te veel een doorslag van de vakbondseisen geweest zijn. Pernots baas, de administrateur-generaal van de dienst kollektieve arbeidsbetrekkingen, Jan Rombouts, reageerde onmiddellijk via de pers. Niet gebruikelijk voor een ambtenaar. Rombouts verdedigde zijn personeelslid en noemde de uitlating van Benoît Devos ongepast. “De basisprincipes van het sociaal overleg werden met de voeten getreden, daarom heb ik gereageerd, ” zegt Rombouts. “Blijkbaar is dit nu uitgepraat en opgelost. “
Een “incident de parcours” noemde hij het voorval. Maar het is wel een incident dat voedsel geeft aan de in de wandelgangen soms gehoorde stelling dat de sociaal bemiddelaars zich eerder tot de vakbondsvleugel aangetrokken voelen (zie ook blz. 22).
– TRENDS. Hoe worden de sociaal bemiddelaars gerekruteerd ?
– JAN ROMBOUTS. De bemiddelaars er zijn er 24 worden benoemd door de koning, ze moeten minimum 30 jaar zijn en ervaring hebben in sociaal overleg. Gedurende een aantal jaren was er een ongeveer 50-50-verhouding tussen de mensen met een ambtelijke achtergrond en mensen die uit een sociale organizatie, van werkgevers of werknemers, kwamen. Momenteel hebben we een overwicht van de sociaal-ekonomische groep. Dat is een nadeel, want we hebben de bezadigde, meer administratieve aanpak van de ambtenaren nodig. Enkel ambtenaren kan echter ook niet, want we hebben ook de verbeeldingskracht van de externen nodig.
– De laatste jaren zijn er nogal wat politieke benoemingen gebeurd. Niet altijd zijn daardoor de beste kandidaten aangeworven. Uw reaktie ?
– De minister heeft een vrije keuze bij aanwerving, het zijn dus allemaal “politieke” benoemingen. Misschien is er meer beoordeeld op politieke verdienste. Dat heeft te maken met de afkalving van de 50-50-verhouding waarover ik het net had. Of er daardoor betere kandidaten niet aangeworven zijn, weet ik niet. Ik zie de kandidatenlijst niet, die gaat rechtstreeks naar de minister.
– De vakbonden leveren de meeste bemiddelaars. Is dat geen bedreiging van de neutraliteit ?
– Bemiddelaars met een werkgeversachtergrond zijn inderdaad in de minderheid. Maar zo eenvoudig is het niet. Sommigen hebben immers in hun carrière in beide kampen gezeten. Hoe moet je hen katalogeren ? De bemiddelaars met een ambtelijke achtergrond zijn neutraal.
De sociaal bemiddelaars moeten zich angstvallig neutraal opstellen. Het is onvoorstelbaar dat ze hun voorkeur zouden opdringen. Dat lukt eenmaal, maar geen tweemaal. De kontrole op hen is erg groot. De bemiddelaar moet rapporteren aan de minister zelf, en dat is niet louter formeel. Op het kabinet is er ook iemand die de bemiddelaars volgt. Ook de administratie weet veel. Een groot deel van de info die hij of zij opdoet, wordt dus gedeeld met anderen. Partijdigheid valt snel op.
– Heeft Annemie Pernot dan geen fouten begaan ?
– Pernots zuster is bij het ACV, maar zijzelf niet. Zij is juriste en wetenschappelijk onderzoeker geweest, en ze heeft voor zover ik weet nooit voor het ACV gewerkt.
In hoofde van de bemiddeling is er niets verkeerd gebeurd. Maar er zijn wel een aantal dingen fout gegaan. Men (nvdr Rombouts bedoelt Febeltex) heeft klaarblijkelijk te veel informatie verspreid, met een verschillende inhoud, gericht naar verschillende mensen.
– Zijn de bemiddelaars niet te veel betrokken partij ? Ze volgen steeds dezelfde sektoren, kennen iedereen.
– De eerste rol van de bemiddelaar is het voorzitterschap van het paritair komitee. Hij of zij zal konflikten trachten op te lossen in het verzoeningsbureau van het komitee. Dit is een preventieve manier van werken. Een andere metode is het droppen van een bemiddelaar midden in een konflikt. Dan kan die zich iets meer veroorloven, iets meer tegen de schenen stampen. Bij ons gaat dat niet, want de bemiddelaar moet morgen terug aan tafel gaan zitten met dezelfde mensen. Het voordeel is echter dat wij sneller kunnen optreden, veel konflikten vooraf vermijden.
– De eisen die aan de bemiddelaar gesteld worden, liggen steeds hoger. Het is moeilijker te bemiddelen inzake systemen van werktijdverkorting of brugpensioen, dan inzake loonvoorwaarden.
– De tijd dat men het gemiddelde moest maken tussen 5 en 7 frank loonsverhoging is inderdaad voorbij. De onderhandelingen zijn nu veel moeilijker. Bovendien is er de openbaarheid van bestuur en moeten bestuursdaden gemotiveerd worden. Een aantal grote ondernemingen laten zich de laatste tijd in zware dossiers niet alleen meer assisteren door mensen van de werkgeversorganizatie, maar ook door deskundige juristen, financieel-ekonomische experts, en zelfs specialisten in kommunikatie.
Bemiddelaar zijn, is een eenzaam beroep, je staat alleen in een konflikt tussen twee partijen. Het is ook fysiek afmattend, want meestal wordt er in twee afzonderlijke groepen vergaderd, werkgevers en werknemers apart. En alleen de bemiddelaar, die pendelt van de ene zaal naar de andere, is de hele tijd aktief.
Deze job vraagt kennis, ervaring en volwassenheid. De bemiddelaar is geen loopjongen van de sociale partners. Soms wordt hem zelfs gevraagd een kwasi-akkoord waarvan enkel de grote lijnen op papier staan, verder in te vullen.
De bemiddelaar moet ook moeite doen om de sociale partners uit te leggen in welke kontekst men werkt. Op die manier geeft hij de indruk een regeringsafgevaardigde te zijn, en dat is niet het geval. Zonder die verklaring kan men echter volledig naast de kwestie praten.
Bij gescheiden vergaderingen moet hij ook advokaat van de duivel spelen, hij moet bij de ene partij de standpunten van de andere tonen en omgekeerd. Dat is geen vooringenomendheid. Een bemiddelaar bereikt een akkoord door zaken uit te testen. Dat moet men begrijpen. Soms is dat zeer moeilijk en maakt men weinig vrienden. Neem een konflikt waarin de werkgevers zeggen dat ze tot 4 frank loonsverhoging willen gaan, en je voelt bij de vakbond dat 3,75 goed voor hen is. Dan stel je 3,75 voor. Als de vakbonden later horen dat de werkgevers tot 4 wilden gaan, kunnen ze dat de bemiddelaar kwalijk nemen. Maar omgekeerd, als hij vier geeft, en de werkgevers vernemen achteraf dat de vakbond het met 3,75 wou doen, dan zijn de werkgevers kwaad.
GUIDO MUELENAER
JAN ROMBOUTS (MINISTERIE TEWERKSTELLING EN ARBEID) Sociaal bemiddelaar is een eenzaam en fysiek afmattend beroep, waaraan steeds meer eisen gesteld worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier