Shoppingcentra. Over de grenzen

Het shoppingcenterfenomeen in Groot-Brittannië en Frankrijk van nabij bekeken.

Dat shoppingcentra populair zijn, staat buiten kijf. Het nieuwe winkelcomplex Belle-Ile in Luik, eigendom van de Nederlandse vastgoedgroep Wereldhave, bewijst dit eens te meer. Ongeveer 2 maanden voor de opening is elke m² winkelruimte in het complex verhuurd. Een unicum.

BRITSE BOUWSTOP.

In het buitenland kennen de winkelcentra niet minder sukses. In Groot-Brittannië zelfs iets te veel. Althans naar de smaak van de overheid. Die wil de bouw van nieuwe shoppingcentra buiten de stad zoveel mogelijk beperken. Ze vrezen dat de kolossaal grote regionale shoppingcenters steeds voor meer bloedarmoede in de stadscentra zullen zorgen. Het “PPG6-plan” bepaalt nu dat voor de bouw van elk shoppingcenter buiten de stad de overheid persoonlijk een vergunning moet afleveren. Dat die uiterst moeilijk te verkrijgen is, blijkt uit het aantal toelatingen tijdens de jongste 12 maanden : geen enkele vergunning werd afgeleverd.

In de stad wil de overheid anderzijds nieuwe projekten aanmoedigen. De overheid draagt zelf een steentje bij door geld uit te trekken om de stadscentra waar nodig te vernieuwen. Shoppingcentra maken nu al onlosmakelijk deel uit van het Britse stadszicht. Groot-Brittannië telt niet minder dan 600 downtown shoppingcenters, meer dan welk ander Europees land ook. Deze winkelcentra zijn goed voor een totale oppervlakte van 10 miljoen m². Nauwelijks 10 jaar geleden was dat slechts de helft, nu nemen winkelcentra in stadscentra 10 % van de totale oppervlakte van kleinhandelszaken in Groot-Brittannië in.

ONDERTUSSEN, IN PARIJS…

De plannen van de Britse overheid om het winkelen in de steden aan te moedigen, zijn de investeerders in winkelvastgoed niet ontgaan. Zij beseffen dat meer volk in een winkelcentrum een hogere omzet betekent. En een hogere omzet leidt dan weer naar hogere huurprijs, en dus een beter rendement op hun investering.

Ook in Frankrijk wil de overheid het aantal nieuwe shoppingcentra buiten de steden beperken. Maar tot een moratorium gaat de regering-Balladur vooralsnog niet over. Daardoor openen de komende maanden twee nieuwe centra hun deuren : Cité de l’Europe (net buiten Calais) en Grand Littoral (in de omgeving van Marseille). Dit laatste winkelcentrum zal trouwens de grootste hypermarkt van Frankrijk omvatten, met een vloeroppervlakte van 20.000 m².

“Aan investeerders geen gebrek, ” beweren Simon Marrison en Steve Cowen van de Parijse vestiging van Healey & Baker. In 1994 kocht de Nederlandse verzekeraar Nationale Nederlanden het Centre Mayol (bij Toulon) voor 300 Franse frank (1,8 miljard BEF). Foram kocht het winkelcentrum Val Thoiry, nabij de Zwitserse grens, voor 100 miljoen franc (600 miljoen BEF). De groep Suez verkocht de Compagnie Foncière Internationale aan de groep Unibail, dat hiermee in één klap mede-eigenaar werd van de shoppingcentra Velizy 2, Ulis 2 en Rosny 2. En na bemiddeling van Healey & Baker kwam de grootste winkeltransaktie ooit tot stand : het Nederlandse vastgoedfonds Rodamco nam de Union Immobilière Internationale over, eigenaar van een gedeelte van de centra Parly 2, Velizy 2, Ulis 2 en Bobigny 2.

Een lichtzinnige aankoop kan deze laatste transaktie moeilijk genoemd worden. Velizy 2 en Parly 2 zijn de belangrijkste winkelcentra van Frankrijk. In Parly 2 stijgt de omzet per m², de grote hypermarkten niet meegerekend, de voorbije jaren onafgebroken : momenteel bedraagt de omzet hier niet minder dan 55.000 Franse frank (330.000 Belgische frank) per m². En dit terwijl Frankrijk nog maar aan het prille begin van een ekonomische heropleving staat.

Geert Wellens

BENTALL’S Winkelen in het centrum van de Londense voorstad Kingston.